Veilig uit de kast

Tijdens hun co-schappen hebben René de Vries en Megan Engels weleens getwijfeld of ze wel of niet moesten vertellen dat ze gay zijn. Met de stichting Roze in Wit willen de bevriende co’s daarom bijdragen aan een klimaat in de zorg waarin je als LHBTI’er niet hoeft te vrezen voor een negatieve reactie of slechte beoordeling. 

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Marcel Bakker

Sinds kort heeft de site rozeinwit.nl een zoekfunctie. Je kunt zoeken op regio, ziekenhuis, afdeling en naam van
een arts om te checken of artsen zich hebben aangemeld als ‘LHBTI-friendly’. Wat inhoudt dat je bij hen jezelf kunt zijn, ook als je lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender of interseksueel bent. “Het is primair bedoeld voor patiënten”, zegt René de Vries (24), vijfdejaars geneeskunde aan de VU. “Maar ook voordat je aan een co-schap begint, kun je kijken of er op de afdeling artsen werken die hebben verklaard dat ze er oké mee zijn dat je gay bent.”

Is dit nou nodig? In Nederland zijn we toch hartstikke tolerant? Het zijn vragen die de twee co-assistenten in het bestuur van de stichting Roze in Wit vaak krijgen. Megan Engels (24), ook vijfdejaars geneeskunde aan de VU, erkent dat er in de loop der jaren veel is veranderd. “Vroeger werd je als LHBTI’er uitgescholden en buitengesloten. Dat komt gelukkig niet vaak meer voor, maar toch is het in de maatschappij nog steeds niet de normaalste zaak van de wereld om gay te zijn. Homo wordt gebruikt als scheldwoord. Er worden grappen over homo’s gemaakt. Op de opleiding krijg je stereotype casussen: homoseksuele man, steward, plotseling gewichtsverlies: wat is er aan de hand? En als ik met mijn vriendin over straat loop of in de kroeg zit, krijgen we geregeld seksistische opmerkingen naar ons hoofd geslingerd. Nu zal dat in het ziekenhuis niet zo snel gebeuren, maar dit alles zorgt er wel voor dat je op je hoede bent tijdens co-schappen. Je weet nooit zeker of je begeleiders er oké mee zijn.”

‘We willen gewoon dat het in de zorg normaal wordt om te zijn wie je bent’

Als ze op een nieuwe plek kwamen voor een co-schap, tastten René en Megan dan ook altijd even af hoe men erover dacht. René: “Je bent afhankelijk van een begeleider en je wilt niet dat je geaardheid invloed heeft op je beoordeling.” Megan: “Dus zeg ik voor de zekerheid soms toch maar: ik ben uit eten geweest met een vriendin, in plaats van met míjn vriendin.”

Canal Pride

De lijst met LHBTI-friendly-artsen op de website is het tweede initiatief van de stichting Roze in Wit, die dit jaar is opgericht door drie longartsen. De eerste keer dat de stichting van zich liet horen, was tijdens de Canal Pride – voorheen Gay Pride – in de zomer, waar zij meevoer met een boot vol artsen, gekleed in, uiteraard, roze en wit.

In aanloop naar de botenparade voegden René en Megan zich bij het bestuur. “De drie longartsen wilden graag dat er ook studenten zouden meevaren, maar zelf kenden ze geen LHBTI-co-assistenten”, vertelt René. “Via-via zijn we met elkaar in contact gekomen. We hadden meteen zo’n klik dat ze Megan en mij vroegen toe te treden tot het bestuur.” Dat deden ze én ze regelden dat er uiteindelijk vijftien studenten op de artsenboot stonden. “Niet alleen LHBTI’ers maar ook heterovrienden die zeiden: wij vinden jullie tof zoals jullie zijn, wij steunen jullie.”

Dat is wat ze met de LHBTI-friendly-lijst willen bereiken: dat dokters in Nederland – en op termijn ook andere (para)medische beroepsgroepen – verklaren dat ze diversiteit een warm hart toedragen. “We denken dat deze lijst kan bijdragen aan een open en veilig klimaat”, zegt René. Een klimaat zoals René en Megan, die ook goed bevriend zijn, dat zelf bij hun studievereniging hebben ervaren. Megan: “Ik ben in mijn bestuursjaar uit de kast gekomen. In het bestuur zaten een jongen die homo is en een meisje dat lesbisch is. Dat maakte het voor mij en voor veel van onze leden makkelijker om open te zijn.”

Hele werkleven in de kast

Van andere studieverenigingen horen René en Megan dat die bijna geen LHBTI-leden hebben. “De vraag is: zijn ze er niet of blijven ze in de kast?”, zegt Megan. “In Nederland zijn op dit terrein geen onderzoeken gedaan, maar in 2016 hebben ze in Engeland een enquête gehouden onder lesbische, homoseksuele en biseksuele artsen en toekomstige artsen. Daaruit bleek dat sommigen voor een ander specialisme kiezen vanwege het veiliger klimaat én dat sommigen hun hele werkleven in de kast blijven. Dat zegt wel iets over de noodzaak om tot meer acceptatie en normalisatie te komen.” René benadrukt: “Het is niet de bedoeling dat artsen met een regenboogje op hun witte jas gaan rondlopen. We willen gewoon dat het in de zorg normaal wordt om te zijn wie je bent. Voor patiënten, voor wie er werkt en voor wie er wordt opgeleid.”

Delen