Verantwoordelijkheid naar patiënt

Zorgverzekeraars hanteren voor dezelfde behandeling verschillende vergoedingen. Niet alle zorgprofessionals weten hoe hiermee om te gaan. Logopedisten gingen met elkaar in discussie op artsenauto.nl. Ethicus Lieke van der Scheer buigt zich over de uitkomst.

Tekst: Andrea Linschoten

 

Behalve voor het behandelcontact, heeft een logopedist ook tijd nodig voor het uitwerken van onderzoeksgegevens, overleg, scholing en administratie. Daarom heeft de NZa het maximumtarief verhoogd. Enkele grote zorgverzekeraars hebben deze verhoging echter niet overgenomen. Hierdoor is de situatie ontstaan dat zorgverzekeraars voor dezelfde behandeling verschillende vergoedingen betalen. Dus de logopedist kan patiënten met dezelfde klacht behandelen, maar hier verschillende vergoedingen voor krijgen. Hoe kan de logopedist de patiënt voor wie hij aanzienlijk minder vergoeding ontvangt, toch goed behandelen zonder dat hij er zelf op moet toeleggen? Voor de kwaliteit van de behandeling zal de logopedist altijd instaan, maar mag een patiënt merken dat zijn zorgverzekeraar al dan niet investeert in de behandeling? Bijvoorbeeld door kortere behandelingen te bieden?

Ethicus en filosoof Lieke van der Scheer vermoedt hier een denkfout: “De veronderstelling is dat patiënten alleen zorg kunnen krijgen die door de verzekering wordt vergoed. Het lijkt een redenering die hoort bij het oude ziekenfondsstelsel, waar veel (para)medische zorg voor mensen met een inkomen onder een bepaalde grens geheel en in natura werd betaald. Dat systeem is door de overheid verruild door gereguleerde marktwerking, een sturingsmiddel om solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te beschermen. Niet iedereen gelooft dat het een juist sturingsmiddel is, maar het is wel de actuele realiteit die ook zijn weerslag moet vinden in de spreekkamer.

Alle drie de hoofdrolspelers – zorgvragers, zorgverzekeraar en zorgaanbieders – hebben nieuwe verantwoordelijkheden. Zorgverzekeraars onderscheiden zich door de zorg die ze buiten het basispakket vergoeden. Burgers hebben de vrijheid een zorgverzekeraar en (straks afhankelijk van de polis) een zorgverlener te kiezen. Ook in de spreekkamer van de logopedist speelt de stelselwijziging door, maar mijns inziens op een andere manier dan in bovenstaande inleiding wordt gesuggereerd.

De eerste vraag voor de zorgverlener is namelijk niet welke zorg door de zorgverzekeraar wordt vergoed, maar: welke zorg heeft deze patiënt nodig? Vervolgens speelt de vraag: wat kost dat en wie betaalt dat? Daarover moet het gesprek van de logopedist met de patiënt gaan. Als blijkt dat de zorgverzekeraar die deze patiënt heeft gekozen, de noodzakelijke behandeling niet voor 100 procent vergoedt dan is de vraag aan de patiënt of hij de rest zelf kan en wil betalen. Per 1 januari van het volgende jaar kan de patiënt eventueel een andere zorgverzekeraar kiezen, die de benodigde zorg wel vergoedt. Tot die tijd kunnen logopedist en patiënt overleggen wat er mogelijk is zolang de patiënt zelf moet bijdragen.

De logopedist moet zich echter realiseren dat ook hij strijdt om de gunst van de zorgvragers. Die zal hij winnen als hij kwaliteit levert en niet al te duur is. De NZa geeft immers maximumprijzen aan, geen minimum.”

 

Delen