Verklaring gezondheid

Om de maand laten Annemarie Smilde (senior jurist gezondheidsrecht/teammanager bij VvAA rechtsbijstand) en Lieke van der Scheer (filosoof/ethicus) in Arts en Auto hun licht schijnen op een medisch dilemma. Hieronder kunt u meediscussiëren over hun antwoorden.

Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.

Een verloskundige krijgt het verzoek een verklaring op te stellen voor een zwangere vrouw die zegt niet in staat te zijn een gepland gesprek met haar leidinggevende te voeren. Mag de verloskundige zo’n verklaring opstellen?

Een verloskundige begeleidt sinds een paar maanden een zwangere vrouw die op haar werk een conflict heeft met haar leidinggevende. Cliënt is wel in staat te werken, maar ze heeft veel stress vanwege een gesprek dat met haar leidinggevende gepland staat. In het belang van haar eigen gezondheid en die van haar kindje wil ze dit gesprek liever niet voeren. Cliënt is tijdens een controle bij de verloskundige helemaal overstuur.

De verloskundige maakt zich zorgen en raadt haar aan stressvolle situaties zo veel mogelijk te vermijden. Cliënt vraagt of zij dit voor haar op papier wil zetten. Hiermee kan zij haar leidinggevende laten weten dat zij de volgende dag het gesprek niet kan aangaan. En als haar leidinggevende toch het gesprek door wil laten gaan, kan ze zich ziek melden. Wat kan de verloskundige doen om haar cliënt te helpen? Mag ze deze verklaring afgeven?

Lieke-van-der-scheer

Ethicus
Lieke van der Scheer

Op de website van menig huisartsenpraktijk staat te lezen dat de huisarts geen geneeskundige verklaring afgeeft aan iemand waarin staat dat diegene al dan niet in staat is om te werken, een huis
of een uitkering nodig heeft of een gesprek met een leidinggevende aankan. Kennelijk wordt daar zo vaak om gevraagd dat het tot de FAQ’s behoort. Meestal wordt er ook nog verwezen naar de Toelichting bij de weigering van een behandelend arts om een ‘geneeskundige verklaring’ af te geven van de KNMG. De beroepsvereniging voor verloskundigen, de KNOV, legt wel uit wat een verloskundige moet doen met een verzoek om een fit-to-fly- en een zwangerschapsverklaring, maar biedt geen richtlijn om in het algemeen een ‘verloskundige verklaring’ te weigeren. Toch geldt voor verloskundigen hetzelfde als voor artsen: het is ongewenst dat de eigen hulpverlener zo’n soort verklaring aflegt.

Waarom is dat ongewenst? De KNMG geeft twee redenen. Ten eerste moet worden vermeden dat de hulpverlener in een belangenconflict raakt. Zij kent de patiënt en heeft het beste met haar voor. Dat is noodzakelijk bij de behandeling en begeleiding. Maar het is niet de juiste insteek wanneer een geneeskundige of verloskundige verklaring nodig is. Daar gaat het om een beoordeling of iemand ergens recht op heeft of ergens toe verplicht is. Ook kan de vertrouwens-
relatie onder druk komen te staan als een hulpverlener een andere verklaring zou afgeven dan de patiënt wil. Het verdient daarom de voorkeur dat een onafhankelijke deskundige dergelijke verklaringen opstelt.

Ten tweede zijn eigen hulpverleners meestal niet deskundig om te kunnen oordelen over de (on)geschiktheid. Zij kennen de criteria niet die op dat ter-rein gelden. En dan geldt wat ook in de beroepscode voor verloskundigen staat: “De verloskundige neemt de grenzen van haar beroepsuitoefening in acht.  Zij beperkt zich tot handelingen en uitspraken die binnen het terrein van haar bevoegdheid en bekwaamheid liggen.”

Waarom vragen patiënten en cliënten om zo’n verklaring? Omdat ze steun zoeken bij een claim dat zij iets wel of juist niet kunnen. Het idee is dat zij sterker staan als een externe autoriteit hen ondersteunt. Maar is dat wel altijd nodig? De cliënt kan zich ook verschuilen achter de verklaring van die autoriteit. Ze hoeft niet zelf te beargumenteren waarom ze het gesprek niet wil. In dit geval lijkt me dat de zwangere het haar leidinggevende zelf duidelijk moet kunnen maken. En als ze toch echt een verklaring nodig heeft, dan zal die door een onafhankelijke deskundige gegeven moeten worden.

Annemarie-smilde

Jurist
Annemarie Smilde

Welke ruimte heeft een verloskundige om een verklaring af te geven voor een ander doel dan de behandeling van een cliënt?

Een regionaal tuchtcollege deed hierover onlangs een uitspraak: een verloskundige moet zich bij het afgeven van verklaringen strikt beperken tot uitspraken op basis van verloskundige kennis. Hierbij verwijst het college naar de eed van Hippocrates en de KNOV Beroepscode van Verloskundigen, die kort samengevat bepaalt dat de verloskundige zich bij haar handelen en het doen van uitspraken beperkt tot haar deskundigheidsterrein.

Uit navraag bij verloskundigen tijdens een scholing bleek mij dat zij niet bekend zijn met de door het tuchtcollege beschreven norm, behalve waar het gaat om de zogenoemde fit-to-fly-verklaringen. De meeste artsen weten wel dat zij geen zogenoemde geneeskundige verklaringen mogen afgeven. Anders dan voor verloskundigen hebben zij te maken met een specifieke richtlijn over verklaringen, opgenomen in de KNMG-richtlijnen voor het omgaan met medische gegevens. En zij weten dat tuchtcolleges deze gedragsregel streng toepassen.

De toelichting in de KNMG-richtlijn biedt ook de verloskundige houvast. Volgens de richtlijn is het een behandelend arts niet toegestaan een waardeoordeel te geven met een ander doel dan de medische behandeling en begeleiding van de patiënt. De arts mag volgens de KNMG wel feitelijke informatie verstrekken, waartoe ook een diagnose op zijn vakgebied wordt gerekend.

Ook het tuchtcollege biedt in genoemde uitspraak de verloskundige ruimte feitelijke informatie op papier te zetten. Ze mag verklaren dat een cliënt zwanger is, onder vermelding van de à terme datum/het aantal weken zwangerschap, eventueel aangevuld met een verklaring over de gezondheidstoestand gerelateerd aan de zwangerschap op het moment dat de verloskundige de cliënt op een bepaalde datum voor het laatst heeft gezien.

Het tuchtcollege geeft niet aan wat de verloskundige meer kan doen om haar cliënt te helpen. De KNMG adviseert artsen een patiënt voor een oordeel te verwijzen naar een onafhankelijke
deskundige en deze feitelijke informatie te verstrekken – na schriftelijke en gerichte toestemming van de patiënt.

In dit geval zou de verloskundige haar cliënt kunnen adviseren zich voor een oordeel tot de bedrijfsarts te wenden. Het probleem hier is alleen dat de cliënt waarschijnlijk niet direct door de bedrijfsarts kan worden gezien. Dit is een probleem van de cliënt dat de verloskundige niet kan én mag oplossen. Cliënt moet zelf haar leidinggevende laten weten dat zij zich vanwege haar zwangerschap/gezondheid niet in staat acht tot het voeren van het gesprek. En daarbij kan ze het voorstel doen om de bedrijfsarts in te schakelen voor een beoordeling.

Delen