Productie uitvraag verkoop 2021

Nog maar net bekomen van de Covid19 inspanningen en in het ziekenhuis moet er alweer gekeken worden hoe het ziekenhuis kan blijven bestaan en daarvoor zijn inkomsten nodig. In de Covid-maanden hebben ziekenhuizen en allerlei andere zorginstanties zich niet aan de contracten gehouden met de zorgverzekeraars.

Hoe zit het ook alweer met het geld voor de zorg en de contracten? Wij als burgers betalen met zijn allen geld voor de gezondheidszorg dat via allerlei omweggetjes zoals de Nederlandse staat, belastingen/heffingen en zorgpremies naar de zorgverzekeraars gaat die dat dan weer doorgeven, ofschoon niet alles van wat ze gekregen hebben natuurlijk, aan de zorgverleners.

‘Zoals u wel begrijpt hebben de zorgaanbieders zich in de Covid-maanden helemaal niet aan de afspraken van de contracten gehouden’

Het is vanzelfsprekend niet helemaal het doorgeven van het geld, want de zorgverzekeraars moeten zelf ook leven en zij bepalen bovendien steeds meer aan welke zorgverleners ze het geld wel doorgeven en aan welke niet. Daartoe sluiten ze contracten af met wat dan zorgaanbieders heten, vroeger noemden we dat zorgverleners of artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, logopedisten, ziekenverzorgenden, ziekenhuizen. Aangezien de zorgverzekeraars zorg inkopen, zo noemen zij het, en derhalve zorginkopers tot hun personeel rekenen, zijn de ziekenhuizen op het idee gekomen dat zij zorg verkopen.

Daarom hebben ziekenhuizen inmiddels een afdeling Verkoop. De taalvervuiling, die vooral ook een manier van denkvervuiling is, slaat verder toe en het gaat ook niet meer om zorg die verkocht moet worden, maar om productie die verkocht en geleverd moet worden. Zoals u wel begrijpt hebben de zorgaanbieders zich in de Covid-maanden helemaal niet aan de afspraken van de contracten gehouden.

‘Nu hoop ik dat u denkt wat een rare taal slaat deze auteur in deze blog uit’

Er was immers niet afgesproken tijdens de onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars in 2019 (toen Covid nog niet bestond) om Covid-19 bij patiënten te behandelen in 2020. In hun termen is er dus verkeerd geproduceerd, verkeerde productie geleverd en de producten die wél ingekocht zijn door de zorgverzekeraar zijn helemaal niet geleverd in de afgesproken hoeveelheid. Misschien dat we daarom ook zo weinig hoorden van de zorgverzekeraars tijdens de Covid-crisis.

Nu hoop ik dat u denkt wat een rare taal slaat deze auteur in deze blog uit. Dat zijn we helemaal niet van hem gewend. Als u dat denkt dan vervult me dat met vreugde.

Naast het feit dat ik mijn werk erg leuk vind, ben ik ook blij dat er iedere maand op mijn bankrekening mijn salaris, ik ben gewoon in loondienst, wordt bijgeschreven. En om dat te kunnen doen heeft mijn ziekenhuis inkomsten nodig en ik ben blij dat er managers zijn, in mijn ziekenhuis is de naam gewijzigd in het veel belangrijker klinkende directeuren, die de administratieve kant van die zaak regelen, samen met het hoofd Verkoop. Daarover geen misverstand. En ze kunnen dat veel beter dan ik, gegeven het bestaande systeem.

Maar taal verraadt veel. Het verraadt in dit geval precies hoe op het niveau van de zorgverzekeraars tussen verkopers en inkopers gedacht en geredeneerd wordt. Via de directeuren kreeg ik van het hoofd Verkoop van het team Verkoop een verzoek voor input voor de productie uitvraag verkoop 2021.

In mijn oren nogal vreemde taal. Maar het is allemaal met de beste bedoelingen en het management vindt dit een volstrekt normale terminologie. Zij zullen deze blog dan ook wel waardeloos of aanstootgevend vinden.

‘We spreken een totaal verschillende taal en daarom denken we ook anders’

Als ik patiënten behandel heb ik niet het gevoel iets, een product, te verkopen. Doet u mij maar twee intubaties en 60 procent zuurstof, graag wel in bevochtigde lucht en een scheutje noradrenaline. Nee, voor mij voelt het meer als dienstbaar zijn, kunnen helpen met belangrijke zaken, zorg geven en het verschil voor de patiënt en de familie te kunnen maken. En dat doe je samen met een team van artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten aan het bed en een hele reeks van anderen zoals laboranten, klinisch chemici, microbiologen.

Het verschil in taalgebruik over de gezondheidszorg tussen wat ik dan maar de managers en de zorgverzekeraars noem, en de gezondheidswerkers is enorm geworden. We spreken een totaal verschillende taal en daarom denken we ook anders. Taalgebruik reflecteert niet alleen hoe je denkt, het bepaalt ook hoe je denkt.

Kijk maar eens naar het verschil tussen de beschrijving van een brug tussen een Fransman of Spanjaard aan de ene kant en een Duitser. Een brug in het Frans is le pont, Spaans el puente – beide mannelijk en in het Duits Die Brücke – vrouwelijk. De manier waarop de Spanjaard of Fransman versus de Duitser de brug beschrijft verschilt. Daar waar het mannelijk is gaat het al gauw over hoe sterk en krachtig de brug is terwijl eigenschappen als sierlijk meer aan bod komen bij de vrouwelijke brug.

Nu is het tevens mijn overtuiging dat ook gezondheidswerkers zich mede moeten bekommeren over wat de gezondheidszorg en de diagnostiek met de behandelingen kosten. Ik behoor niet tot de categorie dokters die zeggen dat zij er alleen voor de patiënt zijn en daarom lak hebben aan wat iets kost. Wanneer gezondheidswerkers ook verantwoordelijkheid voelen en nemen voor de kosten in de gezondheidszorg is dat waardevol, voor de patiënt van nu en de toekomst en voor de maatschappij die ons gezondheidswerkers uiteindelijk betaalt.

‘Ik behoor niet tot de categorie dokters die zeggen dat zij er alleen voor de patiënt zijn’

Het zou ook waardevol zijn wanneer de discussanten over de productie, de inkoop en de verkoop weer wat dichterbij de kernwaarden van de zorg zouden komen te staan. Met hun huidige taalgebruik gaat dat vrees ik nooit lukken.

Delen