Verschil tussen claim, klacht- en tuchtrecht niet bij iedereen bekend

Uit een peiling onder het ledenpanel van VvAA blijkt dat 70 procent van de leden het verschil tussen een klacht en een claim kan beschrijven. Bijna 60 procent weet het verschil tussen tucht- en klachtrecht uit te leggen en iets meer dan een kwart kent de bevoegdheden van een geschilleninstantie.

Tekst: Martijn Reinink

Recent heeft VvAA onderzoek gedaan onder ruim 700 leden naar de bekendheid van het gezondheidsrecht. Een van de vragen die de leden kregen voorgelegd, was of zij het verschil konden beschrijven tussen een klacht en een claim. Van de ondervraagde medisch specialisten gaf 76 procent aan dit te kunnen, tegenover 72 procent van de huisartsen. De tandartsen zitten op het gemiddelde van 70 procent; de gz-psychologen (67 procent), fysiotherapeuten (66 procent) en overige paramedici (50 procent) daaronder.

Het is ook best complex. Een patiënt die een vergoeding wil voor geleden schade, kan de zorgaanbieder (instelling, praktijkhouder of zzp’er) aansprakelijk stellen en een schadeclaim indienen. Daarnaast zijn er verschillende mogelijkheden om een klacht in te dienen. In eerste instantie direct bij de zorgaanbieder zelf. Komen zij er samen niet uit, dan kan de patiënt aankloppen bij de klachtenfunctionaris, die elke zorgaanbieder volgens de Wkkgz moet hebben. Lukt het ook deze functionaris niet om er met de partijen uit te komen, dan kan de klager zich wenden tot een geschilleninstantie, die bevoegd is een schadevergoeding toe te kennen tot 25.000 euro. Voor een grotere claim is het aan de civiele rechter. Uit de VvAA-peiling blijkt dat slechts 27 procent van de ondervraagde leden de bevoegdheden van de geschilleninstantie kent.

Patiënten kunnen met hun klacht ook terecht bij het Landelijk Meldpunt Zorg, een afdeling van de Inspectie. Ten slotte kunnen zij ervoor kiezen een klacht in te dienen bij het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg waarmee zij een tuchtrechtelijke procedure starten. Wat het verschil is tussen het tuchtrecht (zie ook pagina 21) en het klachtrecht, is ook niet voor alle VvAA-leden duidelijk. Uit het onderzoek blijkt dat minder dan de helft van de fysiotherapeuten (41 procent) en overige paramedici (39 procent) dit kunnen beschrijven. Van de ondervraagde tandartsen (53 procent), medisch specialisten (64 procent), huisartsen (65 procent) en gz-psychologen (77 procent) is de meerderheid wel op de hoogte van het verschil.

Delen