Verslaafd aan social media

Een pling hier. Een oplichtend scherm daar. De smartphone is niet meer weg te denken uit onze handpalm. Wat ooit begon als een onschuldige gewoonte, neemt volgens het CBS alarmerende vormen aan. Hoe voorkom je dat je verslaafd raakt? En als je al verslaafd bent: hoe kick je af?

Tekst: Anouk Bowman | Beeld: Tamar Smit

Opeens was hij weg. Ik had één keer met mijn ogen geknipperd, me omgedraaid, en toen zat mijn telefoon niet meer in mijn tas. Ik stapte zo snel mogelijk de metro uit, en belde met de telefoon van een vriendin huilend naar huis. “Maar is het nu niet lekker rustig, zo zonder telefoon?”, bleef mijn omgeving roepen. Nee, dat was het zeker niet. Het voelde alsof iemand niet alleen mijn telefoon had gestolen, maar ook een van mijn ledematen had afgerukt. Bij elke denkbeeldige trilling vloog mijn hand, tevergeefs, richting mijn broekzak.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ben ik niet de enige student die vergroeid is met z’n smartphone. Het gebruik van social media onder jongeren neemt alarmerende vormen aan. Uit CBS-onderzoek in 2017 bleek dat bijna 30 procent van de 18- tot 25-jarigen drie tot vijf uur per dag besteedt aan social media. Ruim een op de drie geeft aan dat studieresultaten eronder lijden.

Voor derdejaars hbo-verpleegkunde Gaby* (23) zijn die cijfers geen verrassing. “Als ik aan het studeren ben, ligt mijn telefoon er altijd bij. Met groepsopdrachten is dat handig, zeker als je met z’n allen in een appgroep zit. Maar af en toe betrap ik mezelf erop dat ik weer ‘even’ dat ene berichtje check. Voordat ik het weet zit ik weer een halfuur op mijn telefoon te turen. Of ik kijk even vluchtig op Facebook, en dan kom ik weer op een website terecht om een artikel te lezen.”

Fear Of Missing Out

Stefan van der Stigchel is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Utrecht en auteur van het boek Concentratie: gefocust blijven in tijden van afleiding. Zijn verklaring voor de verslavende aantrekkingskracht van social media: “Het brein van jongeren is, in vergelijking met volwassenen, nog tamelijk onontwikkeld. Ze hebben meer moeite met het onderdrukken van bepaalde prikkels. Die prikkels ontstaan als er een appbericht binnenkomt of een notificatie van Facebook een scherm doet oplichten.” En die prikkels werken verslavend, legt hij uit. “De verslaving wordt nog eens versterkt door de sociale factor. Je kunt nooit weten hoe relevant het berichtje is dat binnenkomt of van wie het afkomstig is, het zogenaamde FOMO: Fear Of Missing Out. Je wilt niks missen.”

Niet iedereen heeft last van FOMO. Vijfdejaars geneeskunde Gijsbert* (23) zegt weinig moeite te hebben met het wegleggen van zijn telefoon en het onder controle houden van zijn social-mediagebruik. “Mijn telefoon zit meestal in mijn broekzak, maar het geluid staat zelden aan. Als ik ga slapen, vind ik het geen probleem hem op stil of zelfs helemaal uit te zetten.” Misschien heeft het ermee te maken dat Gijsbert ‘man’ is; uit de cijfers van het CBS blijkt dat vrouwen verslavingsgevoeliger zijn dan mannen als het gaat om social media: 13 procent van de vrouwen beschouwt zichzelf als verslaafd, ten opzichte van 7 procent van de mannen. Het onderzoek toont ook aan dat social media een belangrijker plek innemen in het leven van vrouwen dan in dat van mannen.

Uiteindelijk kies je er zelf voor om op je telefoon te kijken en je brein aan de prikkels bloot te stellen

In het leven van hbo-v-student Gaby neemt de telefoon ook een belangrijke plek in. Al blijkt dat wel weer mee te vallen als ze hem even moet missen. Toevallig is haar telefoon afgelopen week kapot gegaan. “Precies midden in mijn tentamenperiode. Afgezien van de groepsgesprekken die ik mis, valt het me eigenlijk mee hoe erg ik hem écht nodig heb. Mijn vrienden en familie bereiken me toch wel.”

Volgens hoogleraar Van der Stigchel is een korte periode van ‘afwezigheid’ van de smartphone een goed startpunt om van de verslaving af te komen. “We maken het onszelf vaak moeilijk. Als je je omgeving inricht met oplichtende schermen, dan kun je wel de schuld geven aan social media of Silicon Valley, maar dat vind ik flauw. Uiteindelijk kies je er zelf voor om op je telefoon te kijken en je brein aan de prikkels bloot te stellen. Een omgeving zonder prikkels, in ieder geval voor een periode, kan helpen om van de verslaving af te komen.”

Boosdoener

Prikkels in de vorm van notificaties, streaks, apps en luide ‘plings’: zowel Gaby als Gijsbert is zich ervan bewust, maar de één heeft er wat meer moeite mee dan de ander. Gijsbert ziet zijn gebruik niet als problematisch. “Ik krijg af en toe weleens zo’n notificatie over mijn schermtijd. Ik zit dan op 2 à 2,5 uur per dag. Als je nagaat dat ik niet alleen WhatsApp, Snapchat en Facebook gebruik, maar ook de app van NRC, dan valt het denk ik wel mee. Want dat komt neer op het lezen van de krant, maar dan op een scherm.”

Hoewel Gaby geen notificatie krijgt over haar schermtijd, is ze zich wel bewust van haar social-mediagebruik. “Als ik geen WhatsApp op mijn telefoon had, zou ik prima zonder mobiel kunnen. Ik denk dat vooral mijn laptop de boosdoener is. Als die aanstaat tijdens een werkcollege, dan check ik geregeld Facebook en WhatsApp.”

‘Wees niet te streng voor jezelf; je hoeft jezelf echt niet alles te ontzeggen’

Om de verleidingen van social media te weerstaan, is het volgens Van der Stigchel belangrijk om te weten hoe verslaving en afleiding precies werken. “Als je je hiervan bewust bent, trap je minder snel in de verslavingsvalkuil. Ik zie vaak studenten in de bibliotheek studeren met hun laptop én telefoon. Dat is niet zo handig. Multitasken is verleidelijk, maar wanneer je taken tegelijk uitvoert, maak je snel fouten. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is multitasken verre van efficiënt.” Maar, de hoogleraar zegt óók: “Wees niet te streng voor jezelf. Je moet inspanning en ontspanning van elkaar scheiden, maar je hoeft jezelf echt niet alles te ontzeggen.”

Concentreren kun je leren

Tips van hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel

Wees niet te streng 

  • “Las pauzes in. Op momenten dat je je niet hoeft te concentreren, hoef je je telefoon niet weg te leggen.”

Op tijd naar bed

  • Een oldie, maar een goldie: “Lange tijd concentreren wordt lastig als je niet uitgerust bent. Zorg voor voldoende slaap.”

No multitasking

  • Multitasken is helemaal niet zo efficiënt. “Het verdelen van aandacht is knap lastig. Het is veel handiger om een taak af te maken voordat je aan de volgende begint. Dat is ook een stuk efficiënter.”

Een blanco omgeving

  • “Als je in een lege kamer zit met alleen een laptop zonder internet, wordt het een stuk makkelijker je te concentreren. Leg je telefoon helemaal weg of doe hem desnoods in je tas. Op stil, uiteraard.”

Lees

  • We hoeven niet allemaal hoogleraar te worden, maar meer lezen over verslaving kan geen kwaad. “Uiteindelijk is het heel belangrijk om te weten hoe afleiding, verslaving en ons brein werken. Als je je hierin verdiept, zal je minder snel in de verslavingsvalkuil trappen.”
*De volledige namen van Gijsbert en Gaby zijn bekend bij de redactie.

 

 

Delen