Verstandig verdelen

Als u over meer vermogen beschikt dan nodig als gezonde buffer, is dat op zich uiteraard heel plezierig. Maar dan heeft u mogelijk ook last van keuzestress. Wat te doen met vermogen dat u pas later nodig denkt te hebben, als aanvulling op uw pensioen of als toekomstig zetje in de rug voor uw erfgenamen en/of nog te selecteren goede doelen?

Voor mij is het evident dat de verdeling van uw surplus vermogen niet het besparen van belasting als centraal uitgangspunt zou moeten hebben. De juiste afweging begint met de termijn waarin het vermogen nog niet nodig is en de hoeveelheid risico die u zich kunt veroorloven zonder dat dat uw nachtrust verstoort.

‘Besparen van belasting zou níet het centraal uitgangspunt moeten zijn’

Als het betalen van zo min mogelijk belasting het criterium zou zijn, zou dat surplus vermogen vermoedelijk volledig als banktegoed worden aangehouden, op bankrekeningen en/of deposito’s. Maar dan is het verwachte rendement na aftrek van inflatie, bijna gegarandeerd negatief. Voor vermogen dat pas over tientallen jaren gebruikt gaat worden, is dat niet logisch.

Zulk vermogen zou gebaat kunnen zijn bij een verstandige verdeling over goed gespreid beleggen – bijvoorbeeld deels in een aandelenindexfonds met lage beheerskosten – en sparen. Er bestaat bijna geen beter moment om u daarin te verdiepen dan wanneer de beurzen een tijdje in mineur zijn geweest.

De belastingdienst werkt toe naar een toekomst waarin het werkelijke rendement belast gaat worden. Maar voorlopig wordt Box III-bezit nog enkele jaren ingedeeld in drie categorieën (banktegoed, schulden en overig bezit) met elk hun eigen tarief. In deze fase loont het niet om te beleggen in een geldmarktfonds dat rendeert als ‘banktegoed’, maar wel afgerekend wordt tegen het hoogste tarief van ‘overig bezit’. Als uw vermogensbeheerder wel geldmarktfondsen gebruikt, is het goed om daar eens een vraag over te stellen.

Laat u bij sparen/beleggen altijd goed adviseren.

Delen