Verwacht niet te veel

“Het belangrijkste is werkplezier”, zegt Romke van der Veen, voorzitter van de commissie arbeidsmarkt zorg van de SER, in een advies aan het ministerie van VWS. Iedere zorgprofessional zal dit beamen. Centraal in het advies staat dan ook de boodschap modern werkgeverschap te organiseren.

Eerdere soortgelijke adviezen zijn niet voortvarend opgepakt, stelt de SER en dat betreurt ze. Triest, maar tegelijkertijd ook wel heel begrijpelijk. Hou bijvoorbeeld de opmerking van de SER, dat een deel van de zorgprofessionals zich niet vertegenwoordigd voelt op het hoogste niveau van de zorginstanties, eens tegen het licht van een organisatie op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Zo’n organisatie heeft vaak een groot werkgebied voor een breed aanbod van zorg en dienstverlening. Deels in de thuissituatie, deels in de wijk en deels intramuraal. Tussen de verzorgende die thuis bij een cliënt de compressiekous aantrekt en de raad van bestuur zitten dan aardig wat degrees of separation.

‘SER-advies ‘Aan de slag voor de zorg’ roept op tot organisatie modern werkgeverschap’

Of zet de opmerking dat zorgorganisaties tijd en geld moeten vrijmaken om medezeggenschap professioneel te kunnen invullen af tegen een gemiddelde ziekenhuisorganisatie. Wat dit moeilijk maakt is niet alleen het aantal medewerkers (duizenden), maar ook hun diversiteit. Moeten alleen de artsen en verpleegkundigen medezeggenschap krijgen? Of ook de medewerkers van de centrale sterilisatieafdeling, het secretariaat, de beveiliging, de ict en ga zo nog maar even door.

Het SER-advies is niet gericht aan de werkgevers, maar aan VWS. De vraag is in hoeverre het ministerie centraal vanuit Den Haag in staat is om in al de ziekenhuizen en andere zorgorganisaties dat moderne werkgeverschap vorm te geven. Aan de beloning van zorgmedewerkers kan VWS wat doen, dat is een politieke keuze. Maar modern werkgeverschap is veel meer. Gaat dit SER-advies helpen om hier nu wél voortvarend mee aan de slag te gaan?

Delen