Vrijwillig remgeld

Hoewel volop discussie bestaat over het eigen risico en het Nationaal Zorgfonds zelfs pleit voor volledige afschaffing ervan, blijken in de praktijk steeds meer mensen te kiezen voor een vrijwillig eigen risico van 500 euro bovenop het verplichte eigen risico van 385 euro. Voor wie 500 euro per gezinslid opzij kan leggen is dit ook beslist geen slecht idee. Onderzoek van het Centraal Planbureau wijst uit dat deze keuze voor 80 tot 90 procent van de verzekerden gunstig heeft uitgepakt. Sterker nog: 50 procent van de verzekerden die niet hebben gekozen voor vrijwillig eigen risico hadden er beter aan gedaan dit wel te doen.

Het vrijwillig eigen risico blijkt niet alleen interessant voor het individu, maar ook voor de ontwikkeling van de totale zorgconsumptie. Het heeft een remmend effect op die zorgconsumptie, stelt het CPB, en zet mensen bovendien aan tot zelfselectie. En ook mooi: het vrijwillig eigen risico tast de risicosolidariteit niet aan. De zorgverzekeraars gebruiken de winst die ze ermee boeken om de premiestijgingen van andere polissen, die geen winst opleveren, te beperken. Met andere woorden: het komt andere verzekerden ook ten goede.

Het feit dat de Belgen het eigen risico ‘remgeld’ noemen is wel verhelderend

Dat vrijwillig eigen risico is dus in meerdere opzichten helemaal zo gek nog niet. Wel iets om over na te denken in het licht van de felle discussie die er in opmaat naar de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 over bestaat. Dat het eigen risico op een slimmere manier kan worden ingezet, ben ik volledig eens met econoom Marcel Canoy, die hiervoor ook een concreet voorstel deed. Maar het feit dat de Belgen het eigen risico ‘remgeld’ noemen is wel verhelderend. Als je het weghaalt, gaat de rem eraf en kan de zorg door toenemende consumptie weleens heel veel duurder worden. Daar schiet niemand iets mee op.

Delen