Vrouwelijke kwaliteiten ondergewaardeerd

‘Lange tijd was het bieden van verlichting, verzachting en troost de kern van het artsenvak. Tegenwoordig lijken die zaken eerder een bijzaak, extraatje of luxe, en (dus) ook delegeerbaar.’ 

Dit schreef Kiki Lombarts, hoogleraar professional performance aan het Amsterdam UMC, mij naar aanleiding van een interview met haar, dat eerder dit jaar verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Al die jaren was de geneeskunde voorbehouden aan mannen. Nu is bijna 70 procent van de geneeskundestudenten juist vrouw. Wat is hier gaande?

Kiki Lombarts: ‘De waardering voor de communicatieve en relationele kwaliteiten (historisch gelabeld als vrouwelijke kwaliteiten) blijkt niet samen te hangen met het aantal vrouwen werkzaam in de geneeskunde. Juist bij een toename van vrouwen in de geneeskunde zou je verwachten dat zij een zichtbaar stempel drukken op die geneeskunde. Ergo, dat vrouwelijke kwaliteiten meer aandacht en waardering zouden krijgen. Dat zien we echter niet. Onze conclusie is dat vrouwelijke artsen opgeleid in een systeem dat door en voor mannen is ontworpen en georganiseerd, dat mannelijke perspectief hebben overgenomen en ook zijn gaan uitdragen. Met andere woorden, dat het mannelijke perspectief als norm werd en nog steeds wordt gesteld.’

Uit een artikel dat in 2014 in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde is gepubliceerd, blijkt dat er in de beroepsvoorkeur grote verschillen zijn tussen mannelijke en vrouwelijke studenten. Chirurgie trekt bijvoorbeeld meer mannen dan vrouwen. Toch verwees u in het interview naar twee onderzoeken, die aantonen dat juist bij vrouwelijke chirurgen lagere mortaliteitsscores zijn, minder heropnames en minder postoperatieve complicaties. Ook meer in het algemeen geldt dat vrouwen betere klinische resultaten laten zien. Het lijkt er bijna op dat de mannelijke dominantie een bedreiging gaat vormen voor de voortgang in de geneeskunde.

Kiki Lombarts: ‘Het dominante mannelijke perspectief heeft de geneeskunde veel gebracht. En net zomin de vrouwelijke kwaliteiten zijn voorbehouden aan vrouwen is het mannelijke perspectief voorbehouden aan mannen. Ook vrouwelijke dokters (kunnen) floreren in en dragen bij aan wetenschap, technologie en innovatie. Meer vrouwelijke artsen betekent dus niet meer aandacht voor vrouwelijke kwaliteiten. Nog niet? Dat is niet te wijten aan de vrouwen in de geneeskunde. Misschien is er meer tijd nodig om de opgelopen achterstand van vrouwen ten opzichte van mannen eerst weg te werken. Nog steeds is er geen sprake van gelijke behandeling van vrouwelijke en mannelijke artsen (i.o.); misschien is dit een voorwaarde voor het echt ter discussie stellen van de (on)gelijke waardering van mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten in de geneeskunde.’

U plaatst mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten tegenover elkaar en trekt hieruit vergaande conclusies. De medische branche staat echter niet los van maatschappelijke ontwikkelingen. Zouden deze ook niet een belangrijke rol kunnen spelen bij hetgeen in de geneeskunde gaande is?

Kiki Lombarts: ‘Het is evident dat vrouwelijke en mannelijke kwaliteiten ongelijk worden gewaardeerd. Maar in het interview gaf ik ook aan liever over menselijke kwaliteiten te spreken. Ik benadrukte ik eveneens dat het geen “battle of the sexes” moet worden; we hoeven communicatie en compassie niet alleen aan vrouwen toe te dichten, en daadkracht en objectiviteit niet alleen aan mannen. Verder is het inderdaad zo dat wat we in de geneeskunde zien ook een reflectie is van wat er zich in de samenleving afspeelt. Ik noem het maar verzakelijking, verharding, individualisering, versnelling. Deze staan vaak loodrecht op een samenleving met meer aandacht voor presentie, gemeenschapszin, betrokkenheid en zorg voor elkaar.’  

Op uw site stelt u zich als volgt voor: ‘De rode draad door mijn werkende leven is samen te vatten als ‘dokters en kwaliteit’. Of iets specifieker, de kwaliteit van (het functioneren van) medisch specialisten. Al meer dan 30 jaar onderzoek, volg, adviseer en begeleid ik hen. Ik spreek met en over dokters, kijk met hen mee en soms op hen toe. Het blijft me boeien.’ Hoe zit het met de huisartsen?

Kiki Lombarts: ‘De huisartsenopleiding is altijd een positieve uitzondering geweest als het gaat om het opleiden van medisch specialisten in de generieke competenties zoals communicatie en (zelf)reflectie. Veel ziekenhuisspecialisten (i.o.) kijken hier met enige jaloezie naar. Maar ook de huisartsenpraktijken en – opleidingen zijn onderdeel van en ervaren de gevolgen van een steeds snellere en zakelijkere samenleving. Met andere woorden: ook hier is er mogelijk minder ruimte voor de sociale en zorgzame aspecten van het vak. En dat zijn juist aspecten waar artsen bewust voor kiezen als ze huisarts worden.’  

Naschrift

Tegelijk met het accorderen van bovenstaande tekst wil Kiki Lombarts graag nog een belangrijk aspect uit haar interview met het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde beklemtonen: 

In mijn interview in het NTvG geef ik aan dat ik vind dat de medische professie de geneeskunde uit balans brengt door de medemenselijke benadering van de patiënt ‘op te offeren’ voor een meer fragmentarische, instrumenteel-technische kijk. De (super)specialisatie en toenemende technische mogelijkheden werken dit uiteraard mede in de hand. Hoe kunnen we met behoud van deze vooruitgang in de geneeskunde, ook een geneeskunde behouden waarin de oprechte aandacht en zorg voor de zieke medemens centraal staat. Onderzoek toont aan dat deze menselijke kwaliteiten effectief bijdragen aan betere zorguitkomsten en een betere ervaring van de zorg.’  

Delen