Wat speelt hier?

Ik sta onder behandeling van specialisten in het Radboudumc en het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Al jarenlang wordt mijn bloed op de praktijk van onze huisarts in Rosmalen afgenomen door een zelfstandige organisatie: Diagnostiek voor U. De uitslagen krijg ik thuisgestuurd en neem ik mee naar het Radboud. Specialisten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis hebben vreemd genoeg geen toegang tot de uitslagen van Diagnostiek voor U. In ziekenhuizen elders blijkt dat wel te kunnen. Technisch moet dit dus mogelijk zijn.

Wanneer een specialist van het Jeroen Bosch Ziekenhuis bij mij bloedonderzoek laat doen, moet ik hiervoor dus naar de locatie van dit ziekenhuis in Rosmalen op ongeveer 300 meter van de plek waar Diagnostiek voor U mijn bloed afneemt. Mijn huisarts kan op zijn computer de bloeduitslagen zien van zowel het Jeroen Bosch Ziekenhuis als van Diagnostiek voor U. Mijn behandelaars in het Radboud daarentegen kunnen noch de uitslagen van Diagnostiek voor U noch die van het Jeroen Bosch Ziekenhuis bekijken. Dus ook daar wordt er bij mij bloedonderzoek gedaan.

Kortgeleden liet een kennis zich ontvallen dat in deze regio verzekerden bij VGZ vanaf 1 januari 2020 niet meer bij Diagnostiek voor U terecht kunnen. Dat is meer dan sneu voor hen. Diagnostiek voor U heeft immers een groot aantal prikposten. Maar er speelt meer dan dat. Bij Diagnostiek voor U ben je een persoon en bij de bloedafnamedienst van het Jeroen Bosch Ziekenhuis voel ik mij een nummer. Toen ik bij een receptioniste van de locatie in Rosmalen vroeg of ik – zoals gebruikelijk bij Diagnostiek voor U – voor de specialisten in de Radboud een kopie van de bloeduitslagen kon krijgen, kreeg ik zo’n grote ‘waffel’ terug (‘Daar beginnen wij niet aan!’) dat mensen in de wachtruimte zich rotschrokken en dachten dat er ruzie was. Ter plekke heb ik een klachtenformulier in de daarvoor bestemde bus gedaan, maar daarop is nooit een reactie gekomen.

Ik zie er nog altijd tegenop om hier mijn bloed te laten afnemen maar het kan helaas niet anders. Ooit vroeg ik een medewerker van Diagnostiek voor U wat de oorzaak was van de gebrekkige samenwerking met het Jeroen Bosch Ziekenhuis; die wond er geen doekjes om: ‘Pure haat en nijd!’.

Wanneer ik als patiënt directies en/of besturen van zorginstellingen aanschrijf, loop ik een grote kans om in wollige termen te worden afgescheept. Als ‘medisch publicist’ word je gelukkig serieuzer genomen (ik ben nog altijd trotser op mijn perskaart dan op mijn artsenbul).

Als medisch publicist voel ik mij net zo kwetsbaar als toen ik huisarts was

Omdat ik graag het naadje van de koud wil weten, benader ik zowel Diagnostiek voor U als VGZ. Ik krijg keurige reacties en biedt beide partijen de gelegenheid om op elkaar te reageren. In laatste instantie vraag ik ook het Jeroen Bosch Ziekenhuis om de reageren op een uitlating van Diagnostiek voor U. In deze regio zijn maar twee organisaties die in de eerste lijn bloed afnemen en de indruk is gewekt dat de ene partij de andere wil elimineren. De VGZ-woordvoerder mailt mij echter: ‘Het is voor Coöperatie VGZ zeker geen doel om monopolisten te creëren. Sterker, dat vinden wij niet wenselijk.’ Hierop reageert Diagnostiek voor U: ‘VGZ mag dan wel geen monopolisten nastreven, indien een regievoerder (i.c. het Jeroen Bosch Ziekenhuis) alle eerstelijnsdiagnostiek aan wil bieden, dan is dat wel precies wat er gebeurt.’

Wat speelt hier? In tegenstelling tot vroeger laat ik mij niet meer zo snel verleiden tot speculaties; voor je het weet loopt er een aanklacht, wordt er met juristen geschermd en wil geen woordvoerder mij meer te woord staan. Als medisch publicist voel ik mij net zo kwetsbaar als toen ik huisarts was. Als patiënt kijk je tegen de zorgbranche aan zoals tegen een wagen. Daar kunnen krassen en deuken in komen. Maar mensen hebben veelal geen flauw benul van wat er onder de motorkap gebeurt.

Ik heb de mails van VGZ, Diagnostiek voor U en het Jeroen Bosch Ziekenhuis geprint, gelezen en herlezen. Het spijt me, lieve lezer, maar ik krijg er geen grip op. Natuurlijk begrijp ik wel wat er staat maar tegelijk ervaar ik tussen de regels zo veel ruis, dat ik hier niet mijn vingers aan durf te branden. Duidelijk is wel dat het is begonnen op 1 april 2019, toen VGZ in zijn zorginkoopbeleid bekend maakte de eerstelijnsdiagnostiek en trombosezorg anders te willen organiseren. Het speelt dus niet alleen in mijn regio maar in heel Nederland. Ik blijk ook niet de eerste die zich over deze ontwikkeling verwondert. Anderen gingen mij voor. Zowel bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) als de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zijn er ‘meldingen’ gedaan. Op 7 november 2019 mailde de NZa een brief naar de Coöperatie VGZ. Wanneer u zich met de feestdagen verveelt, heeft u iets om te lezen. Hopelijk krijgt u wel een vinger achter wat hier speelt.

Delen