Wat willen wij?

We zitten als verzekerden onszelf een beetje in de weg om de kosten van de zorg in de hand te houden, valt te concluderen uit dit nieuwsbericht van de Autoriteit Consument & Markt. We zijn namelijk als verzekerden ruwweg onder te verdelen in twee groepen, die tegenstrijdige wensen hebben. De ene groep wil de premie laag houden en vindt dat de zorgverzekeraars scherp moeten onderhandelen om dat te bewerkstellingen. En de andere groep is van mening dat vooral een ruime keuze belangrijk is. Dit beïnvloedt de positie van de zorgverzekeraars in hun onderhandelingen met ziekenhuizen, concludeert de ACM.

Ongeveer 38 procent zegt een voorkeursziekenhuis te hebben en te zullen overstappen als een zorgverzekeraar dit niet contracteert. Met 38 procent is de groep die vrije keuze eist dus op zich niet zo heel groot. Maar hierbij is wel iets opvallends aan de hand: elf procent van de verzekerden zegt zelfs te willen overstappen naar een andere zorgverzekeraar als een ziekenhuis buiten de regio niet wordt gecontracteerd. Een ziekenhuis dus waarvan zo’n verzekerde als patiënt niet vanzelfsprekend gebruik zou maken. Dit soort reacties van verzekerden kan doorwerken in de onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen, stelt de ACM. En dat is zeker aannemelijk, want 11 procent van je markt verliezen is fors.

Door opstelling verzekerden, hebben ziekenhuizen feitelijk bijna alle marktmacht

Deze kennis plaatst de ziekenhuizen in de onderhandelingen met de zorgverzekeraars in een comfortabele positie. De ACM concludeerde al eerder dat ziekenhuizen met meer marktmacht meer geld kunnen vragen. Maar door ons als verzekerden zo op te stellen, hebben feitelijk bijna alle ziekenhuizen marktmacht.

Delen