‘We moeten nu handelen’

Huisarts Steven van de Vijver: Niemand van ons kan later zeggen: ‘we hebben het niet geweten’

Hij is wel wat gewend, als ‘Congo-veteraan’. Maar wat Steven van de Vijver in vluchtelingenkamp Moria op Lesbos aantreft, raakt de Amsterdamse huisarts diep in zijn hart. Door de COVID-19-pandemie dreigt er nu een ramp in het kwadraat. Dus luidt Van de Vijver de noodklok voor de mensen op het Griekse eiland. 

Tekst: Monique Bowman Beeld: De Beeldredaktie/Diederik van der Laan

“Vorig jaar heb ik contact gezocht met de Stichting Bootvluchteling en zo belandde ik in de winter van 2019 voor het eerst in kamp Moria op Lesbos. Op dat moment zaten er ruim zesduizend mensen. Toen
ik er afgelopen maart opnieuw kwam, was hun aantal al gegroeid tot 22 duizend. Terwijl het kamp eigenlijk berekend is op drieduizend.

Moria is een bizarre gewaarwording. Want dit kamp bevindt zich niet ergens ver weg, maar op een Grieks vakantie-eiland, in ons eigen Europa. De plek op zich is al unheimisch, met hoge muren en overal prikkeldraad. De omstandigheden waaronder de vluchtelingen er leven, tart alle beschrijvingen.

Tijdens gesprekken met de kampbewoners besef je: dit zijn mensen zoals jij en ik. Mensen die in veel gevallen met hun gezin op de vlucht zijn voor de Taliban. Vaak hoogopgeleid. Ik heb artsen ontmoet, architecten. Ik heb het over van alles met ze gehad: muziek, politiek, voetbal. Soms zaten er verrassende ontmoetingen tussen, zoals met een winnaar van de Afghaanse versie van Idols. Maar vaker hartverscheurende, zoals met de man die me vertelde dat hij onderweg naar Lesbos zijn kindje had verloren. Of met de monteur die me vertelde dat hij jarenlang voor de Amerikanen had gewerkt, maar desondanks geen visum voor de Verenigde Staten had gekregen.

Bijna iedereen in Moria heeft schurft. Patiënten met wonden adviseer je om die schoon te houden, maar tegelijkertijd realiseer je je dat het een illusie is dat ze dat kunnen doen. Want er is amper water, laat staan schoon water.

Echt het schrijnendst vond ik de vele kinderen zonder ouders. Sowieso telt Moria relatief veel kinderen: 40 procent van de vluchtelingen is onder de 18. Als arts zie je veel automutilatie en kinderen met suïcidale gedachten. Al die jongeren, die vol plannen en ambities zaten en die zo hoopten op een ander leven, zijn na een paar maanden in kamp Moria geestelijk helemaal kapot. Dat vond ik, zelf vader van drie kinderen, zó heftig om te zien.

‘De kinderen zonder ouders vond ik het schrijnendst’

Wie me ook bijblijven, zijn de tolken die alle hulpverleners zo fantastisch bijstaan, ondanks dat ze zelf als vluchteling hun hoofd in het kamp boven water moeten zien te houden. Onder de tolken die mij bijstonden, bevond zich een Afghaanse huisarts met nog jonge kinderen. Die gun ik het zó om in Nederland een toekomst op te bouwen. 

Bang ben ik in Moria niet geweest. Het zijn vooral de plek en de situatie die ik als dreigend en levensgevaarlijk heb ervaren, níet de vluchtelingen zelf. Moria heeft me vooral erg aan het denken gezet. Ziet onze toekomst er zo uit? Met volkeren die op drift zijn geraakt, weggestopt in kampen?

Weer terug in Nederland is het even schakelen. In professioneel opzicht lukt me dat prima, want ook als huisarts in Amsterdam zie ik angst en hoop. En mensen en hun persoonlijke verhalen fascineren me altijd, waar ter wereld ook. In maatschappelijk opzicht kost het me soms wél moeite. Daar in Moria hebben de mensen niets, en het weinige dát ze hebben, zijn ze bereid met anderen te delen. Als ik dan berichten lees over landgenoten die toiletpapier hamsteren, dan vind ik dat zó ontluisterend. Waarom is hier zo’n gebrek aan solidariteit terwijl wij het zo goed hebben?

In mijn tijd in Congo voor Artsen zonder Grenzen hield ik een dagboek bij. Door alles wat ik meemaakte van me af te schrijven, probeerde ik te voorkomen dat dingen in mijn hoofd bleven malen, en gingen gisten.

In Moria maakte ik lange dagen, als ik ’s nachts terugkeerde in het vrijwilligershuis had ik geen energie meer over om alles op te schrijven. Maar de behoefte om mijn ervaringen op papier te zetten en wereldkundig te maken, werd er niet minder om. En omdat ik mijn tolken had beloofd ze niet in de steek te laten, heb ik op Lesbos een opiniestuk geschreven voor NRC Handelsblad. Want de coronacrisis maakt de urgentie om iets te doen, nóg urgenter. De vluchtelingen in Moria zitten nu helemaal als ratten in de val. 

Een maand voordat mijn opiniestuk werd gepubliceerd, had gynaecoloog Sanne van der Kooij in Trouw ook al de noodklok geluid over de situatie in Moria. We wisten elkaar snel te vinden. Net zoals steeds meer media óns wisten te vinden. Er ontstond een sneeuwbaleffect. Steeds meer collega’s betuigden hun steun. De teneur van hun reacties was: wat goed dat jullie nu op deze trommel slaan. 

De coronacrisis maakt de urgentie om iets te doen, nóg urgenter

Eind maart zijn Sanne en ik de online noodoproep #SOSMoria gestart, waarin we de politiek vragen om de mensen daar zo snel mogelijk in veiligheid te brengen. Binnen een paar dagen was onze noodoproep al door duizenden artsen in binnen- en buitenland getekend. 

Als het lukt om in een mum van tijd 200 duizend Nederlandse toeristen vanwege COVID-19 vanuit het buitenland te repatriëren, dan moet het voor onze overheid toch ook te verhapstukken zijn om een paar duizend vluchtelingen naar ons land te halen? Men heeft altijd de mond vol als het gaat om tolerant gedrag en humanitaire hulp. Nu kunnen we de daad bij het woord voegen, moed en lef tonen. Wij hebben in ieder geval alvast samen met de London School of Tropical Medicine scenario’s opgesteld hoe we het hier kunnen aanpakken als er vluchtelingen arriveren. 

Onze noodoproep betreft in eerste instantie de vluchtelingen. Maar is óók bedoeld als steun voor onze mede-Europeanen: de Grieken van Lesbos. Want ik houd mijn hart vast als er op het eiland een COVID-19-uitbraak plaatsvindt. De grote paniek die dan ontstaat. Wat als de vluchtelingen uitbreken? Wat gebeurt er dan met de plaatselijke bevolking? Ik moet er echt niet aan denken. 

Als artsen hebben we ooit de Eed van Hippocrates afgelegd. Daarom móeten we nu handelen. Niemand van ons kan later zeggen: ‘dit hebben we niet geweten’.” 

Voor meer informatie en het tekenen van de noodoproep: sosmoria.eu.

Delen