Week van de euthanasie

Voor de zevende maal organiseert de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) de ‘Week van de Euthanasie’. Tijdens deze week van 9 tot 16 februari 2019 vallen overigens ook de Europese Dag van Alarmnummer 112 (11 februari), de Internationale Epileptiedag (11 februari), Darwin-dag (12 februari), Wereld Radiodag (13 februari), Valentijnsdag (14 februari), Warmetruiendag (15 februari), Wereld Kinderkankerdag (15 februari) en deels de Hartekindweek (11-17 februari). Wanneer het om uw aandacht gaat, is er dus heel wat concurrentie

Ik sta positief tegenover euthanasie, volg het debat al drie decennia met grote betrokkenheid maar ontkom bij de ‘Week van de Euthanasie’ niet aan gemengde gevoelens. Ofschoon er geen reden is om te twijfelen aan de positieve intentie van de NVVE, stuit het onbedoeld wervende karakter mij tegen de borst. Laten wij het alsjeblieft niet mooier maken dan het is, voortdurend bereid zijn om vanuit een breder kader kritisch de ontwikkelingen te volgen, en ons realiseren dat er in de praktijk rond het levenseinde meer dan wij wellicht denken misgaat.

Laten wij het alsjeblieft niet mooier maken dan het is

Van de sterfgevallen waarmee ik de laatste twee jaar direct of indirect ben geconfronteerd, was er bij ‘slechts’ één sprake van euthanasie en bij drie van een mogelijk ‘verkapte vorm van euthanasie’. Dat ene geval van euthanasie heeft mij aangegrepen, omdat er – voor zover ik hierover mag oordelen – een relatie leek met insufficiënte pijnbestrijding, waardoor betrokkene uit wanhoop wenste dat het leven werd beëindigd. Tevoren was er geen euthanasieverklaring opgesteld en toen de pijn even dragelijk werd, wilde de betrokkene doorleven. Wanneer ik in deze casus huisarts was geweest, had ik een palliatief team ingeschakeld.

Wanneer ik spreek over een ‘verkapte vorm van euthanasie’ gaat het expliciet om het perspectief van de terminale patiënt en de naasten. Indien er geen sprake is van een wens tot euthanasie en er zónder overleg en toestemming (extra) morfine wordt gespoten, waarna binnen een paar uur of soms nog sneller de dood intreedt, kan dit als een ‘verkapte vorm van euthanasie’ overkomen en als shockerend worden ervaren. Dit kan jarenlange gevolgen hebben. Ik heb dit van zeer nabij meegemaakt.

Terecht staat op de site www.pallialine.nl met richtlijnen over palliatieve zorg: ‘Met name bij het starten van opioïden is het dan ook essentieel een goede voorlichting te geven.’ In de drie gevallen van ‘verkapte euthanasie’ is dat níet gebeurd!

Op dezelfde site staat ook over het gebruik van (opklimmende doseringen) opioïden voor sedatie en/of het bespoedigen van het levenseinde: ‘Dit beleid moet om meerdere redenen als een kunstfout worden benoemd.’ Het omgekeerde is echter – dat weet ik eveneens als voormalig huisarts uit ervaring – zeker niet uitgesloten en dit verdient dan óók vermelding op de site: morfine kan wel degelijk het levenseinde versnellen. Onaangekondigd extra morfine geven in de veronderstelling dat niet het geval zou kunnen zijn, lijkt mij gevaarlijk.

Ik zie veel fout gaat, onder meer omdat de richtlijnen van www.pallialine.nl niet worden opgevolgd (zo artsen al de moeite nemen om deze te raadplegen). Het is lastig om artsen hierop aan te spreken, zeker wanneer zij zich verschuilen achter het beroepsgeheim. Het zou mooi zijn wanneer in het kader van de ‘Week van de Euthanasie’ binnen de beroepsgroep voor deze problematiek extra aandacht zou zijn. En voor wie ook bij zijn eigen levenseinde wil stilstaan, mag ik niet verzuimen te vermelden dat dit jaar op 6 maart a.s. Aswoensdag valt.

Delen