Weg met de jeuk!

Bij een goede kennis belandde een fors aantal brandharen van de eikenprocessierups op het hoornvlies van zijn rechteroog. Oogartsen van het regionale ziekenhuis slaagden er helaas niet in om deze allemaal te verwijderen. Met toestemming van zijn zorgverzekeraar nam de man contact op met een Belgisch ziekenhuis. Hij móest direct komen want de resterende brandharen waren gevaarlijk en zou hij hiervan daarom onmiddellijk worden verlost. Toen onze onfortuinlijke kennis zich bij het ziekenhuis meldde, moest hij doorrijden naar een privépraktijk: de betreffende oogarts onderzocht hem maar trof geen brandharen meer aan. Drie dagen ontdekte de oogarts van een academisch ziekenhuis er toch nog een aantal, waarvan er paar helaas niet meer verwijderd konden worden. Onze kennis zal dus nog wel een tijdje één of meerdere oogartsen moeten consulteren. Want slechts één brandhaartje schijnt al een abces te kunnen veroorzaken.

Bij ons om de hoek zitten er massa’s eikenprocessierupsen in alle bomen. Deze straat is dus voor ons verboden gebied. Op een steenworp afstand van ons huis begint een fraai bos, maar daar durven wij al een tijdje niet meer te wandelen. Mijn vaste fietsrondje gaat langs een reeks bomen die zijn getooid met een rood-wit lint; de zilverwitte builen spinrag waarin eikenprocessierupsen krioelen hangen daar aan takken van elke boom. Voorlopig kies ik dus voor een andere, eikenboomvrije route, hetgeen geen sinecure is wanneer je in een dorp woont. Honden schijnen aan eikenprocessierupsen te kunnen bezwijken, maar wonderlijk genoeg vormen deze een lekkernij voor koolmezen. Met de buren hebben we vandaag voor ‘de bomen om de hoek’ een aantal nestkasten voor mezen gekocht, want bij de explosieve stijging die wordt verwacht, durven we volgend jaar niet eens meer in onze tuin te komen.

Waarom is er zo weinig onderzoek gedaan naar een effectief middel tegen jeuk door de brandharen van de eikenprocessierups?

Twee dingen hebben mij verbaasd: 1] dat het zolang heeft geduurd voordat deze plaag als bedreiging voor de volksgezondheid serieus werd genomen, en 2] dat er zo weinig gedegen wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar een effectief middel tegen de jeuk die onder meer de brandharen van de eikenprocessierups kunnen veroorzaken. Hoe komt het trouwens dat sommige mensen hiervoor ongevoelig lijken te zijn, terwijl anderen – waaronder mijn gezinsgenoten en ik – vergaan van de jeuk? Natuurlijk: we hadden de brandharen eraf moeten wassen, met een föhn weg moeten blazen of met een plakband moeten verwijderen, maar bij jeuk is het daarvoor te laat. De Libelle prijst tien middeltjes tegen jeukende muggenbulten aan, die wellicht ook nu inzetbaar zijn: ijs, pure alcohol, zout, citroen- of limoensap, tandpasta, appelciderazijn, baksoda, aloë vera, bananenschil en theeboomolie. In een andere Libelle staat dat yoghurt, havermout en honing ook kunnen helpen. Dus keuze genoeg!

Maar wat als niets hiervan voldoende helpt? Henk Jans, arts bij het Kenniscentrum Eikenprocessierups, adviseert een crème op basis van menthol, eucalyptus of – hé, daar is ie weer – aloë vera, zonodig aangevuld met een crème met lidocaïne of triamcinolon. De KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering de Pharmacie) die mij welwillend terzijde stond bij mijn zoektocht naar het ideale middel, zond mij twee krantenpublicaties over ‘wondermiddelen’ tegen jeuk van de eikenprocessierups. Bij de een blijkt het te gaan om carbomeergel, een standaardrecept bij waterpokken en bij de ander om een gel met lidocaïne en levomenthol. Bij beide betreft het echter zogenaamde FNA-producten uit de oude doos: oerdegelijk en betrouwbaar maar beslist geen nieuwe wondermiddelen. FNA is de afkorting van Formularium der Nederlandse Apothekers; apothekers die er nog de lol in hebben kunnen FNA-middelen zelf bereiden, maar dat zijn er helaas steeds minder.

Tot 1987 figureerde ook een crème met het antihistamicum promethazine op de lijst van FNA-producten. Een jaar eerder was het echter als één pot nat met andere antihistaminica voor uitwendig gebruik door het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde in de ban gedaan vanwege kans op sensibilisatie en een allergische ontstekingsreactie. Van 1 januari 1994 tot 9 november 1998 was dezelfde crème echter wel weer verkrijgbaar onder de merknaam Phenergan.

Laat nu net déze crème het enige middel zijn wat mij en mijn gezinsleden wél echt helpt tegen jeuk. Onze apotheker mag het middel in principe wel laten maken, maar dan komt een tube crème ‘al snel richting de € 100’. Via de Internationale Apotheek kost een in Frankrijk bestelde tube ‘slechts’ € 18,40. Veel goedkoper is het om zelf de tubes Phenergan-crème van 30 gram voor € 6,20 per stuk aldaar te kopen of online in Frankrijk te bestellen. In Portugal kost een tube van 60 gram nog geen € 10,-.

‘Doorgaans ben ik een trouwe loot van de reguliere geneeskunde, maar nu overwint de eigen ervaring’

Het zeventig jaar oude promethazine kent een range aan opvolgers. In Nederland wordt een heel scala aan nieuwere antihistaminica ingezet als o.a. oogdruppels, neusspray en hooikoortstabletten. Azaron crème, ook een antihistaminicum, kan blijkbaar in ons land wel door de beugel.

Wereldwijd wordt promethazine-crème, al dan niet in combinatie met andere werkzame bestanddelen, nog altijd op grote schaal gebruikt. Gegeven de belangrijke rol die histamine (dat vrijkomt bij een allergische of toxische reactie maar ook bij krabben) speelt bij het ontstaan van o.a. jeuk, lijken mij competitieve blokkeerders van de zogenaamde H(istamine)1-receptoren – dus antihistaminica – een logische keuze.

Wanneer mensen kiezen voor een behandeling, die door de medische wetenschap wordt afgewezen, respecteer ik hun keuze maar blijf ik doorgaans een trouwe loot van de reguliere geneeskunde. Maar nu ik zelf en mijn gezinsleden jarenlang profijt hebben van promethazine-crème zonder last te hebben van de bijwerkingen, overwint de eigen ervaring en roep ik wetenschappers op om niet alleen gedegen onderzoek te doen naar de effectiviteit van gels en crèmes tegen jeuk maar ook om daarbij promethazine-crème te betrekken.

Met hartelijke dank aan de KNMP (Judith Bijloos), de LNA helpdesk (Sin Ying Chuah en Astrid Annaciri-Donkers) en Apotheek Rosmalen (Mariska van Laarhoven-van Grinsven)

Delen