Wennen aan digitale toekomst

De initiatieven die het ministerie van VWS de komende tijd gaat ondernemen en ondersteunen, moeten ertoe leiden dat digitale zorg een vast onderdeel is en blijft van de zorg, stelt minister Tamara van Ark. Dat het op dit moment een vast onderdeel van de zorg is, kan niemand ontkennen. Maar regeren is vooruitzien, dus het is logisch dat Van Ark ook kijkt naar de toekomst.

Ze is niet de enige binnen VWS die benadrukt dat digitale zorg een regulier onderdeel van de zorg moet blijven. In ICT&Health vertelt secretaris generaal Erik Gerritsen over het initiatief tot een tijdelijke versnellingsimpuls, waarin ook de zorgverzekeraars, Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit en koplopers in de toepassing van digitale zorg van de partij zijn. Gerritsen zegt te verwachten dat er nog maar weinig zorgaanbieders zijn die de slag naar meer digitale zorg niet willen maken. De argumenten die hij hierbij noemt – de groeiende zorgvraag en de arbeidsmarkt – snijden hout.

‘Nog maar weinig zorgaanbieders die de slag naar meer digitale zorg niet willen maken’

Joep de Groot, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar CZ, voegt hier terecht aan toe dat de patiënt moet worden meegenomen in dit verhaal. De peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties laat zien hoe belangrijk dit inderdaad is, en hoezeer het type zorg en de fase van het zorgtraject een rol spelen. Kankerpatiënten willen bij de intake, een slechtnieuwsgesprek en het bespreken van behandelopties liefst een fysieke afspraak, blijkt uit die peiling. Maar tegelijkertijd laat ook NFK er geen misverstand over bestaan dat ze potentie ziet in digitale zorg. Het is nog wennen, maar de geesten worden er langzaamaan wel rijp voor. Dus is het logisch dat VWS er nu extra aandacht aan geeft.

Delen