‘Wij zijn geen zakkenvullers!’
Specialisten worden te makkelijk weggezet als ballerige zakkenvuller, schrijft cardioloog René Dijkgraaf in een opiniebijdrage in de Volkskrant. “Ik verdien er 70 euro per uur mee, daar betaal ik ook mijn personeel, administratiekosten en verzekering van. Het spijt me, maar voor minder doe ik het niet.”
Rutger Bregman verslaat in zijn stukje ‘Inkomen specialist hoog door schaarste’ (de Volkskrant van 2 okt, pag. 4) een onderzoek van het CPB naar artseninkomens, die – met name bij specialisten – ten onrechte hoger zouden zijn dan bij vergelijkbare academici. Daar valt nogal wat op af te dingen.
Ik krijg langzamerhand het gevoel dat bij een van uw redacteuren het verkeerde been is afgezet, want ik ben als specialist iets te vaak kop van Jut. Als specialisten zich onterecht verrijken, dan moet dat aan de kaak worden gesteld, maar graag wel op basis van goede gegevens. Het tweede artikel binnen een week over mijn veel te hoge inkomen leek sterk op de standaardborrelpraat over graaiende geruite broeken. Dat is een kwaliteitskrant onwaardig, vooral omdat tegengeluiden genegeerd worden.
Oppervlakkig
Ik mis met name een dieper gaande analyse: wie hebben belang bij het verzenden van dit persbericht in formatietijd? Deugt de gegeven interpretatie van de cijfers? Is er echt een probleem en snijdt de gegeven oplossing hout? Hebben medisch specialisten een imagoprobleem en hoe komt dat dan, of zetten mensen zich in het algemeen graag af tegen professionals? Op geen van deze vragen gaf het artikel een antwoord, ik vond het oppervlakkig en leeg, daarom wil ik wil de gedane beweringen graag van kritisch commentaar voorzien.
Het belangrijkste ‘nieuws’ uit het CBP-onderzoek was dat studenten die niet voor geneeskunde worden ingeloot later veel minder verdienen dan medici, terwijl het toch óók academici zijn. Het aantal gewerkte uren zou in beide categorieën gelijk zijn. Dat is meteen al zeer ongeloofwaardig: al die niet-specialisten hebben zelden avond-, nacht- en weekenddiensten, ze vergaderen meestal niet een paar keer per week ’s avonds en ze schrijven geen protocollen en beleidsstukken in hun vrije tijd.
Lees verder bij de Volkskrant.