Wild Atlantic Way

foto: shutterstock

De Wild Atlantic Way voert langs de spectaculaire westkust van Ierland met zijn kliffen, baaien en eilanden. De bewoners zorgen voor een warm welkom. Velen van hen spreken nog Iers-Gaelisch, een Keltische taal.

Tekst: Jessica de Korte 

Drie violisten en een gitarist zitten hutjemutje bij elkaar. Toeschouwers hijgen in hun nekken. Houten tafels zijn gevuld met pinten bier, achter de tap tikt de barman met zijn hand op het snelle ritme mee. Violisten leerden hier, in het graafschap Donegal, een korte, agressieve strijktechniek aan. Dat komt goed uit, anders zouden ze elkaar om de haverklap aanstoten.

Muzieksessies genoeg langs de Wild Atlantic Way, een autoroute van 2.500 kilometer langs de westkust van Ierland. Op het internet zijn ze niet altijd te vinden, alsof ze een beetje geheim moeten blijven. Maar in een dorp weet altijd wel iemand welke dag, en waar, er iets gebeurt. Toeristen vallen direct op. “Welcome, where are you from?” is al snel de vraag.

“I am half Irish,” wil ik altijd zeggen. Bijna twintig jaar geleden raakte ik als uitwisselingsstudent journalistiek en violist, in Dublin verliefd op de vrolijke dansdeuntjes (jigs en reels) en melancholische slow airs. De Ieren bleken warm, vol complimenten, en humorvol. Na mijn afstuderen woonde ik drie jaar in de Ierse bergen. Met een souvenirtje – mijn Ierse vriend – kwam ik weer in Nederland.

Foto: Fáilte Ireland/Michael McLaughlin

Ierland is door zijn slingerende wegen een geweldig land om met de auto doorheen te rijden. Kliffen, baaien, boglands (moerasgebieden) en kale kalksteenvlakten volgen elkaar op. Kilometerslang is het asfalt leeg, tot daar ineens drie schapen staan. Het landschap verandert voortdurend, net als het weer, dat de Ieren vaak beschrijven als ‘vier seizoenen op een dag’. De buienradar is hier net zo betrouwbaar als de dienstregeling van de NS.

Als ik op een grijze dag naar Slieve League, de hoogste kliffen van Europa, rijd, is het koukleumen. Eenmaal daar zorgen zonnestralen voor een lange, witte streep op de Atlantische Oceaan. Een donkere hemel, grijs steen, gifgroen gras, het zijn de contrasten die dit ruige landschap zo aantrekkelijk maken. Later ligt veen in stapels te drogen en uit de schoorstenen van de witte huizen komt rook die naar turf ruikt.

Oude wachttorens

Hier, in het westen van Ierland, klinkt nog Iers-Gaelisch, de Keltische taal die onder de Britse heerschappij niet gesproken mocht worden. In het ruige gebied was nauwelijks landbouw mogelijk, dus lieten de kolonisten zich hier minder zien. Aan de kust staan oude wachttorens, vanwaar de Britten de Fransen wilden verjagen, die in 1798 aan wal kwamen om de rebel Wolfe Tone in zijn Ierse opstand bij te staan. De opstand mislukte. Pas in 1949 werd de Ierse Republiek uitgeroepen.

Zuidelijk van Donegal ligt het graafschap Sligo, ook met zijn eigen vioolstijl: flamboyant, vol versieringen. Van kilometers ver zie ik de smaragdgroene glooiing van Ben Bulben, een tafelberg die veelvuldig is beschreven door de Ierse dichter William Butler Yeats, en waarop zich heel wat legendes afspelen. Door de overvliegende wolken licht om de paar seconden een ander vlak op, alsof een reus met een zaklamp bezig is. Het graf van Yeats ligt aan de voet, op het kerkhof in Drumcliffe. 

Watervallen en beekjes

Niet veel later gaat de weg alweer door speelse weilanden met stenen muurtjes. Het landschap golft. Een landschap vormt de mens. Nederlanders houden van orde, dus zijn vaak direct en rechtlijnig, net als de polders die ze creëerden. De Ieren zijn losser, relaxter, soms een tikje onstuimig, zoals de watervallen en beekjes die overal stromen. Hun motto: go with the flow. Ga met de stroming mee.

Mijn vriend, een Ierse singer-songwriter, mist het dromen, dat in Ierland bijna automatisch gaat. Wanneer ik door het landschap rijd, met uit de luidsprekers Ierse muziek, voel ik mijn emoties aanzwellen. Alsof ik niet alleen aan het knopje van de radio heb gedraaid, maar ook aan eentje in mij. Stop ik ergens voor een kop koffie, dan zorgt het zangerige Engels direct voor een glimlach.

‘How are you?’
‘Grand.’
‘It’s a lovely day, isn’t it?’

Na Sligo volgt het graafschap Mayo, met het charmante plaatsje Ballina. Na het Wild Nephin National Park ligt daar het schiereiland Achill Island, waar het zoveelste bordje op deze reis An Ghaeltacht aangeeft; een regio waar Iers-Gaelisch de hoofdtaal is. Eerst gaat de weg nog langs witte huisjes, dan klimt hij door een spectaculair landschap, met duizenden tinten groen en bruin. 

In Ierland wordt links gereden. Huurauto? Overweeg een extra verzekering in verband met de wegen: veel opspattende steentjes en uitstekende doornstruiken. Eigen auto? Het snelst is reizen via Engeland, bijvoorbeeld met de veerdiensten Calais-Dover en Holyhead-Dublin. Via Frankrijk kan ook. Op zoek naar een muzieksessie? Rondvragen is het best, of kijk op thesession.org. Bezoek zeker de eilanden, zoals Arranmore (desolaat landschap) en Clare Island (veel archeologische resten). Meer zuidelijk liggen in graafschap Galway de ruige Aran Islands, vol historische plekken. Probeer eens een chowder (romige soep met vis) of Irish stew, een stoofpot met lamsvlees. Proost met ‘slàinte’, het Engelse ‘cheers’ wordt niet altijd gewaardeerd.

Aan het eind ligt het strand Keem Beach. Wit zand, een turquoise zee, groene bergen. Alsof ik op een exotisch eiland sta. Maar vergist u zich niet; het water is ijskoud. Hier had ik een van mijn eerste dates met mijn vriend. Vlakbij ligt Gielty’s Bar, naar eigen zeggen de meest westelijk gelegen kroeg van Europa, waar bijna iedere avond een muzieksessie is. Eens luisteren hoe de violisten daar klinken.

Foto: Shutterstock

Lezersvoordeel

Wilt u ook eens kennismaken met Ierland? Speciaal voor VvAA-leden bieden reisorganisaties Djoser en SNP Natuurreizen een korting van € 50,- p.p.
Voor meer informatie over de Ierland-reizen waarvoor hun aanbieding geldt, zie Ledenvoordeel.

Delen