De winnaars en verliezers van ons zorgstelsel

Ons zorgstelsel lijkt veel verliezers te kennen. Zijn er ook winnaars? Wie weet er munt te slaan uit de Nederlandse zorg en hoe wordt dat gedaan? Het platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money en Arts en Auto werken de komende tijd samen om deze vragen te beantwoorden.

Tekst: Eelke van Ark

 

Wie ooit werkervaring heeft mogen opdoen in een derdewereldland, weet het maar al te goed; hoeveel er ook te klagen valt, we mogen ons rijk rekenen met de Nederlandse zorg. In die zin zijn alle Nederlanders een beetje winnaar, zowel de professional als de patiënt. Want wat er ook allemaal niet deugt aan de manier waarop ons zorgstelsel is ingericht, volgens de onderzoeken van de OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development) kan Nederland wereldwijd nog steeds bogen op een van de best functionerende zorgvoorzieningen. Niet alleen in relatie tot derdewereldlanden, maar zelfs ten opzichte van de rijke Verenigde Staten; Nederlandse burgers gaan niet failliet als ze onverzekerd een ongeluk krijgen. Zorg is bereikbaar en van goede kwaliteit.

De journalisten van Follow the Money zijn er ook tijdens Arts en Auto LIVE op 25 november

Die hoge kwaliteit van zorg is niet toe te rekenen aan de manier waarop het zorgstelsel is ingericht sinds in 2006 de Zorgverzekeringswet werd ingevoerd, want ook voordien prijkte Nederland in de bovenste regionen van de wereldlijstjes van goede zorg. We betalen sindsdien echter wel veel meer voor die zorg. Wie wint daarbij en wie verliest? Het onafhankelijke platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money bekijkt dit soort vragen door de lens van financiële en economische belangen. Want wie weet hoe het geld stroomt, krijgt een nieuw inzicht in hoe de wereld in elkaar zit. De komende periode slaan Arts en Auto en Follow the Money daarom de handen ineen om deze vragen uitgebreid te onderzoeken.

Dubbele verliezer

De grootste verliezer van het zorgstelsel in financiële termen is de burger. En dan met name de zieke burger met een laag of gemiddeld inkomen. Follow the Money analyseerde in 2016 de verdeling van zorgkosten over burgers, bedrijfsleven en overheid sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet tien jaar eerder. De bittere conclusie luidde dat de burger zowel relatief gezien als in harde euro’s steeds dieper in de buidel moest tasten om het zorgstelsel te bekostigen.

Waar de burger als verliezer kan worden gezien, moeten we de zieke burger als dubbele verliezer aanmerken

In de periode 2004-2012 stegen de zorgkosten van 65,4 miljard euro naar 92,8 miljard euro. De burger betaalde ruim 20 miljard euro van die stijging en zag de rekening groeien van 30,5 miljard in 2004 naar 50,6 miljard in 2012. Wat ook steeg, is het aandeel dat op het bordje van de burger belandde in relatie tot de kosten die de overheid en het bedrijfsleven betaalden. De burger droeg in 2004 46,6 procent van de zorglasten en in 2012 54,2 procent.

Waar de burger als verliezer kan worden gezien, moeten we de zieke burger als dubbele verliezer aanmerken. Dat komt door de introductie van het eigen risico en de sterke groei daarvan. Momenteel ligt het verplichte eigen risico rond de 400 euro per verzekerde, waar er vóór de komst van de Zorgverzekeringswet helemaal geen sprake was van een eigen risico. Naast het eigen risico onder deze wet is bovendien een eigen bijdrage van toepassing op de zorg die door de gemeenten gefinancierd wordt. Hoe hoog die eigen bijdrage is, verschilt per gemeente en per vergoeding.

Straf op ziek zijn

Door de eigen bijdragen en het eigen risico betalen zieke mensen in essentie meer dan gezonde mensen mee aan het zorgstelsel. Vooral vervelend voor mensen met een chronische ziekte, die in feite standaard extra worden belast om de zorg te financieren. Het instrument wordt daarom nog weleens weggezet als een ‘straf op ziek zijn’.

Maar ook de lage inkomens worden onevenredig geraakt. Hoewel bedoeld als een rem op de stijgende zorgkosten, heeft het eigen risico in de praktijk namelijk tot gevolg dat zieken met een laag inkomen meer worden belast voor zorg. Een regressieve belasting, noemen economen dat. Dat werkt zo: aangezien het eigen risico niet inkomensafhankelijk is, betaalt een patiënt met een laag inkomen relatief gezien veel meer dan een patiënt met een hoog inkomen. Het eigen risico wordt, niet zoals de basispremie, gecompenseerd met zorgtoeslag. De zieke, arme burger is dus de allergrootste verliezer van ons stelsel.

Wie er goed uitspringt bij de herverdeling van de zorglasten, is het bedrijfsleven. De kosten voor het bedrijfsleven daalden in absolute zin zo’n 500 miljoen euro, recht tegen de forse kostenstijging in. In 2004 betaalde het bedrijfsleven voor 15,3 miljard euro mee aan de zorg, ofwel 23,5 procent van de totale kosten. In 2012 was dat 14,9 miljard euro, ofwel 16 procent van de totale kosten.

Allemaal uitgenodigd

Al die stijgende kosten betekenen ook dat er op bepaalde plekken winnaars ontstaan. Met de stelselwijziging deed de ondernemer zijn intrede in de zorg. “We kunnen allemaal heel erg veel geld verdienen”, tekende Follow the Money in 2012 op uit de mond van zorgondernemer Loek Winter. De genereuze oud-radioloog riep iedereen op om te delen in die winst. “Jullie zijn allemaal in deze sector uitgenodigd. Help ons om deze diamant te polijsten.”

Los van de vraag of het ethisch verantwoord is om hoge winstmarges te maken in de zorg, is de grootste groep winnaars van het zorgstelsel te definiëren als iedereen die winst maakt in de sector. En dat er geld valt te verdienen in de zorg is een feit en de marges blijken ook de moeite waard. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, Nationale Rekeningen 2014) laten zien dat er in de gehele zorg 9,8 procent winst gemaakt wordt. Dat is ruim het dubbele van wat er gemiddeld in de sectoren industrie en onroerend goed wordt verdiend.

Loek Winter: “We kunnen allemaal heel erg veel geld verdienen”

De zorg is weliswaar een stuk minder winstgevend dan de meeste sectoren in de economie, zoals de delfstoffenwinning (63,6 procent) en het bankwezen (36,5 procent), maar het winstpercentage in de zorg bevindt zich bijna op het niveau van sectoren als de bouw (10,3 procent), de energiesector (10,1 procent) en de autohandel (11,3 procent). Bovendien is de zorg extreem winstgevend in vergelijking tot de sector overheid, die slechts 0,8 procent winstmarge boekt.

In wiens zakken belanden die winsten uiteindelijk? Consultancybureau Gupta Strategists publiceerde eerder dit jaar het rapport Ezeltje strek je, naar aanleiding van een onderzoek naar winsten in de zorg. De onderzoekers van Gupta zetten op een rij hoe de totale winst in de zorg, 7 miljard euro in 2015, verdeeld werd. Verreweg het grootste stuk van de taart ging naar de leveranciers en producenten van geneesmiddelen, hulpmiddelen en medische apparatuur. Met 2,9 miljard euro winst op zak waren zij goed voor 41 procent van het totaal. Instellingen verdienden bij elkaar 1,5 miljard euro of 22 procent van het geheel en professionals in de zorg kwamen op de derde plaats met 16 procent van de winst, of 1,1 miljard euro in totaal. Verzekeraars verdienden 5 procent van de zorgwinsten in dat jaar, of 0,4 miljard euro. Dienstverleners als banken, adviesbureaus, ICT-leveranciers en bouwbedrijven verdienden samen, net als alle zorgprofessionals samen, 1,1 miljard euro.

Qua winstmarge valt op dat de banken relatief gezien het meest verdienen aan de zorg: 25 tot 30 procent winst. Farmaceuten komen op de tweede plaats met 20 tot 25 procent. ICT-bedrijven en andere dienstverleners lopen met 15 tot 25 procent winst de deur uit na een klus in de zorg.

Zorgadviesmarkt groeit al jaren

De grote winstmakers zijn echter niet ook per se winnaars van de stelselhervorming. De farmaceutische industrie heeft altijd hoge winstpercentages behaald en zag die door strenger geneesmiddelenbeleid in Nederland zelfs licht teruglopen. De apothekers zagen hun inkomsten de afgelopen jaren fors inkrimpen. De banken zagen hun inkomsten in de zorg juist groeien, doordat instellingen steeds meer van hen afhankelijk werden, bijvoorbeeld voor het financieren van hun vastgoed, nu de instellingen daar zelf verantwoordelijk voor zijn.

“Steeds meer managers en consultants bevolken tegenwoordig de gangen van ziekenhuizen en instellingen”

Ook consultants behoren tot de winnaars. Follow the Money riep in 2016 de toorn van minister Edith Schippers over zich af met een kritisch artikel over de advieswerkzaamheden in de zorg van echtgenoot Sander Spijker. Zijn bedrijf P5COM verdiende een mooie boterham met het adviseren van zorginstellingen en is daar zeker niet de enige in.

Steeds meer managers en consultants bevolken de gangen van ziekenhuizen en instellingen. De zorgadviesmarkt groeit al jaren, volgens analistenorganisatie Source, dat jaarlijks onderzoek doet naar de wereldwijde consultancy- markt. De markt voor zorgadvies in de Benelux was in 2014 een kleine 100 miljoen euro groot. Voor adviseurs in de farma- en biotechindustrie viel nog eens 100 miljoen euro te verdienen. Ook in 2016 behoorden de zorg en de farmaceutische industrie tot de snelle groeiers.

Winnende specialisten, verliezende huisartsen

Volgens de analyse van Gupta Strategists zijn het onder de zorgprofessionals vooral de huisartsen en de paramedici die er met de winst vandoor gaan; 15-20 procent ten opzichte van de medisch specialisten die het met 10-15 procent moeten doen. Maar dat geeft een vertekend beeld, zo blijkt uit CBS-cijfers over de inkomens van medisch professionals.

De huisarts blijkt in reële termen een verliezer van het stelsel. Het inkomen van de zelfstandige huisarts is namelijk gedaald van 116 duizend euro in 2007 naar 98 duizend euro in 2015. De zelfstandige medisch specialist ging er juist op vooruit in het afgelopen decennium en verdient tegenwoordig gemiddeld 187 duizend euro tegenover 170 duizend in 2007.

De huisarts blijkt een verliezer van het stelsel, terwijl de medisch specialist er juist op vooruitging

Een deel van de medisch specialisten wist in de eerste jaren van het nieuwe zorgstelsel flink munt te slaan uit de manier waarop bepaalde handelingen bekostigd werden. In het jaar 2009 piekten de gemiddelde inkomens van vrijgevestigde specialisten daardoor op een kleine 260.000 euro per jaar, volgens een onderzoek dat het ministerie van VWS liet uitvoeren. Daarmee behoorden de Nederlandse specialisten tot de grootverdieners in Europa en wereldwijd. Sinds het ‘lek’ in het declaratiesysteem is gerepareerd, daalden de inkomens van de vrijgevestigde specialisten weer.

De positie van de specialist als financiële winnaar binnen het zorgstelsel kwam enigszins onder druk te staan door de sluimerende en af en toe weer oplaaiende discussie over het invoeren van een verplichting om in loondienst te gaan. Ook is het de bedoeling dat specialisten onder de Wet normering topinkomens (WNT) gaan vallen, wat nu nog niet het geval is.

Net als voor de huisartsen geldt voor paramedici dat hun inkomens niet per se gestegen zijn, en in sommige gevallen zelfs gedaald. Het gemiddelde uurtarief voor fysiotherapie bijvoorbeeld, steeg in tien jaar tijd met nauwelijks twee euro. De praktijkkosten stegen echter wel. Het was het lot van alle paramedici, zo laten de cijfers van het CBS zien: hun gemiddelde inkomen daalde van 48 duizend euro in 2007 naar 36 duizend euro in 2015.

Uw tips en verhalen

Is de zorgverzekeraar met zijn kleine winstmarge van enkele procenten aan te merken als een verliezer in het stelsel? Of maakt iedere procent winst op het miljardenbudget een winnaar van de verzekeraar, alleen al vanwege het recht om die winst te maken? En wat te denken van fraudebestrijding in het nieuwe stelsel: is de fraudeur verliezer of juist winnaar ten opzichte van de welwillende zorgverlener? Zijn managers de winnaars van de zorg? En hoe staat het met het overige zorgpersoneel? Zijn hoge winsten in de zorg per definitie onethisch?

VvAA-lezers kunnen zich gratis aanmelden bij Follow the Money om ook alle andere stukken van Eelke van Ark en de gehele zorgreactie te lezen. U krijgt 2 maanden gratis toegang (normaal 1 maand), dit stopt automatisch. Een jaarlidmaatschap van Follow the Money kost € 80,-

ftm.nl/vvaa

Achter de cijfers gaan verhalen schuil die we de komende periode in beeld willen brengen. Daarbij kunnen we uw tips en verhalen goed gebruiken. Weet u hoe er extra verdiend kan worden in de zorg? Of ziet u verliezers ontstaan waar u ons op wilt wijzen? Misschien bent u zelf een winnaar en wilt u daar meer over vertellen.

U kunt zich bij ons melden om (eventueel anoniem) uw verhaal te doen en ons verder te helpen in dit onderzoek via redactie@artsenauto.nl o.v.v. ‘FTM’.

Eelke van Ark is onderzoeksjournalist bij Follow the Money.

Delen