Wonderdokter

Yorick moet een flinke smak hebben gemaakt. De 18-jarige crosser is terechtgekomen op zijn linkerschouder. Kort hierna krijgt hij kant minder kracht in z’n arm. Op de sportschool, waar hij fanatiek traint, blijkt de kracht afgenomen tot 15 procent. De fysiotherapeut wil onderzoek in het ziekenhuis. Daar zegt de dokter: “Jongen er zit een zenuw bekneld; je mag blij zijn wanneer over een jaar de kracht in jou arm weer voor de helft is hersteld.” Yorick raakt niet zijn snel van zijn stuk. Maar nu is het goed raak. De spurt naar het kampioenschap is voorbij.

Op zijn club circuleert de naam van een wonderdokter. Geloof is niet mijn sterkste kant en kom bij mij niet met wonderdokters aanzetten. Eén keer ben ik zelf een wonderdokter genoemd: ik spoot een dode weer tot leven. Dat mag inderdaad een wonder heten. Maar die dode was niet echt dood. Hij lag bewusteloos op de grond. Gelukkig wist ik dat meneer suikerziekte had en insuline gebruikte. Met een flinke kwak suiker toverde ik hem weer bij kennis. Machtig mooi om mee te maken! Ik belde de ambulance. Stel dat het weer is zou gaan. De broeders roemden in het bijzijn van de familie mijn topprestatie. Meneer zelf was echter minder onder de indruk: die wilde niet mee naar het ziekenhuis.

Het verhaal over Yorick hoor ik van zijn vader. We kennen elkaar al jaren. Hij is de nuchterheid zelve. “Twee dagen na het bezoek van mijn zoon aan het ziekenhuis zitten we bij deze man. Hij werkt samen met een fysiotherapeut, die zijn handen over de schouder van Yorick laat glijden. De – laat ik maar zeggen – ‘wonderdokter’ zit op enige afstand. Met zijn handen grijpt hij in de lucht. Heel vreemd. Ik zit erbij en kijk ernaar. Dan legt de fysiotherapeut zijn vingers op een andere plek. En weer worden van die rare bewegingen gemaakt. Dat gaat zo drie kwartier door. Yorick merkt direct verbetering maar is hiervan pas overtuigd wanneer opnieuw de kracht in de linker wordt gemeten: die blijkt 85 procent zijn. Nu kan hij weer volop trainen.” Alles is geobjectiveerd en vastgelegd. “Ik krijg koude rillingen wanneer ik hieraan terugdenk”, zegt de pa van Yorick. Er is geen enkele reden om aan zijn verhaal te twijfelen, maar wat moet ik hiermee?

‘Jammer dat in de geneeskunde wonderen niet welkom zijn’

Op de site van de praktijk wisselen drie foto’s elkaar af: een motorsporter die een gevaarlijke capriool uithaalt, een crosser die lijkt te vallen en een raadselachtige close-up. Er worden drie uiteenlopende doelgroepen aangesproken: ‘Ben je geblesseerd geraakt, wil je meer rust en focus, of loop je met een levensvraagstuk?’

Mijn oog valt op een intrigerend zinnetje onderaan: ‘De genezing van blessures werkt zowel voor mens als dier.’ Zou deze ‘wonderdokter’ ook dieren behandelen? Bij gebrek aan informatie bel ik de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Erevoorzitter Cees Renckens, wiens naam onder ‘Perscontacten’ staat, wordt regelmatig met spectaculaire genezingen geconfronteerd. Nee, hij kent deze praktijk niet. Van de twee opties – natuurlijke genezing en suggestie – valt de eerste af: zo’n fors herstel in een paar dagen lijkt onwaarschijnlijk. Hij ontraadt mij om de naam van de praktijk te noemen. Ik vind het jammer dat in de geneeskunde wonderen niet welkom zijn.

Delen