Wordt PharmaSwap geswiped?

Het is mooi – en gegeven de situatie ook logisch – dat de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd apotheken tijdelijk goedkeuring heeft gegeven om hun voorraden aan geneesmiddelen onderling uit te wisselen. De coronacrisis kan er immers voor zorgen dat geneesmiddelen door leveringsproblemen tijdelijk niet goed beschikbaar zijn, en met deze regeling kunnen apotheken elkaar – en hun patiënten – dan toch uit de brand helpen.

Maar geneesmiddelen onderling tussen apotheken uitwisselen kan ook zinnig zijn als geen sprake is van een crisis. PharmaSwap bewijst dit: de afgelopen maanden zijn hiermee geneesmiddelen voor een waarde van 140.000 euro ingezet voor patiëntenzorg die anders vernietigd hadden moeten worden. Het initiatief gaat dus verspilling van geneesmiddelen tegen, het is kostenbesparend en het draagt bij aan verduurzaming van de zorg. Niet vreemd dan ook dat het in 2019 de duurzame zorgprofessional-prijs van VWS won en vorige maand de KNMP-zorginnovatieprijs.

Geneesmiddelen onderling tussen apotheken uitwisselen kan ook zinnig zijn als geen sprake is van een crisis

Alleen: wat PharmaSwap faciliteert, mag formeel niet. Een apotheek mag geneesmiddelen wel ter hand stellen aan patiënten, maar niet aan andere apotheken. De initiatiefnemers, apothekers Jelmer Faber en Piter Oosterhof, hebben van de Inspectie tot 1 juli de tijd gekregen om met VWS tot een gedoogconstructie te komen. Die strikte datum knelt nu. De twee waren al in gesprek met minister Bruno Bruins, maar die is zoals bekend inmiddels weggevallen. En zijn plaatsvervanger Martin van Rijn is slechts tijdelijk aangesteld, specifiek voor de coronacrisis. Van hem mogen geen politieke besluiten worden verwacht op andere beleidsterreinen, waarvan de gevolgen verder reiken dan die paar maanden. Begrijpelijk. Maar als het betekent dat een waardevol initiatief geen ruimte voor serieuze overweging krijgt, is het ook wrang.

Delen