Zeeuws-Vlaanderen
Dynamische natuurgebieden met meanderende geulen en kreken. Eindeloze akkers met strenge, rechte lijnen. Eeuwenoude dorpen en gehuchten met namen die uit een sprookjesboek lijken te komen. En niet te vergeten: fantastische restaurants. U vindt het in de meest zuidwestelijke hoek van ons land: Zeeuws-Vlaanderen.
Tekst: Hans Avontuur
De oude zeedijk in Baalhoek biedt prachtig uitzicht over het Verdronken Land van Saeftinghe. In de middeleeuwen was het een bedrijvige polder met dorpen en een kasteel. Nu stromen bij hoog water de geulen, slikken en schorren vol. En bij eb vallen ze weer droog.
Het beste vertrekpunt voor een ontdekkingstocht door Zeeuws-Vlaanderen ligt een paar kilometer verderop: Café Het Verdronken Land. Het is het enige huiskamercafé dat de tijd heeft overleefd. Vroeger vond je dit soort cafés in elk dorp. Meestal gedreven door vrouwen, als extra inkomstenbron én als levensverzekering.
Uitbaters Sofia en haar moeder Gina hebben de drank- en spijskaart voor een deel in dialect geschreven. Bewust. Omdat de Oost-Zeeuws-Vlaamse streektaal hen lief is. Wat wordt het? Boeren botram mee kaos, hesp, ovenspek en kop, of toch liever een Fricandon mee kriekskes en brood?
Het is heerlijk dwalen door Zeeuws-Vlaanderen. Op het lege platteland zijn de luchten groot en ligt de horizon zelden dichtbij. Oude zeedijken doorbreken slingerend het patroon van rechte akkers en velden. De ene keer passeer je een dorp dat zich met zijn kleine huizen vastklampt aan de dijk, dan weer een mooi vestingstadje. Neem Hulst. Het compacte centrum wordt nog volledig omringd door stadswallen, drieënhalve kilometer lang en voorzien van ravelijnen en bolwerken. Allemaal aangelegd door de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Een wandeling door het vestingstadje voert langs een basiliek, het belfort, historische panden die zowel Vlaams als Nederlands ogen, en de ruïnes van de Bollewerckpoort.
Mosselen eten
Het eigenwijze karakter van Zeeuws-Vlaanderen is te danken aan de geïsoleerde ligging: dichter bij Brugge en Gent dan bij Nederland. Tot 2003 was de snelste manier om er te komen met de veerboot. Maar ondanks de aanleg van de Westerscheldetunnel is de verbintenis met de zee gebleven. Denk aan dijken, oude zee-armen en waterpartijen die na een stormvloed nooit meer zijn verdwenen.
Hoewel de haven van Philippine in 1952 werd gedempt, wordt er in plaatselijke restaurants zoals De Mosselbank, Auberge des Moules en In den Vlaemschen Pot jaarlijks nog altijd een half miljoen kilo mosselen geserveerd. In dit voormalige vissersdorp is het eten van mosselen tot kunst verheven. Bestel er mosselen op Philippiense wijze, naar oud en nog altijd bewaard gebleven recept.
Zo zwierig als Philippine is, zo ingetogen is het verderop gelegen IJzendijke. Logisch, want het heeft een bewogen militair verleden. Dat begon toen prins Maurits het stadje veroverde op de Spanjaarden. Daarna hield het stand tegen verschillende belagers, om pas te buigen voor Napoleon. Tijdens de Belgische Opstand van 1830-1831 speelde het nog één keer een belangrijke rol. De Belgische revolutionairen wilden Zeeuws-Vlaanderen inlijven, maar werden door een soldatenmacht uit IJzendijke verslagen. De streek bleef Nederlands.
Historische grond dus. Daaraan hebben ze in Zeeuws-Vlaanderen geen gebrek. Zo dankt Turkeye bij Waterlandkerkje zijn naam aan Turkse slaven die door de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden achtergelaten. De Hollanders lieten hen vrij om zo de steun van het Ottomaanse Rijk te krijgen. Met succes, want Constantinopel erkende als één van de eerste de nieuwe Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Turkeye is slechts een van de talrijke wonderlijke plaatsnamen in Zeeuws-Vlaanderen, zoals ook Roverberg, Reuzenhoek en Boerenhol. En toen de Spanjaarden bij Zuiddorpe Fort Sint Jan en Fort Sint Marcus verlieten, werden deze door de bewoners al snel herdoopt in De Muis en De Ratte, met een knipoog naar de voormalige bezetters.
Na het rustige IJzendijke gooit het in het westen van Zeeuws-Vlaanderen gelegen vestingstadje Sluis de heupen los met terrassen, winkels en levenskunst. Het is er heerlijk slenteren langs het markante belfort en – nóg leuker – door de gezellige straatjes. Sluis is ook geliefd bij de Vlamingen. De grens ligt maar een paar honderd meter verderop.
Buiten het stadje lijkt het weidse landschap van Zeeuws-Vlaanderen plotseling te krimpen. De kreken, de velden, de dorpen. Alles krijgt een meer menselijke maat. Met het fraaie Sint Anna ter Muiden als hoogtepunt. Weliswaar piepklein, maar toch al sinds de 13e eeuw een stad. De markt met zijn kasseien en eeuwenoude huisjes geniet een beschermde status.
Zoals het oosten van Zeeuws-Vlaanderen begint met het Verdronken Land van Saeftinghe, zo eindigt het westen bij Het Zwin, eveneens een dynamisch natuurgebied op de grens van land en water. Maar voor het mooiste slot van een bezoek aan dit unieke stukje Nederland moet u richting het strand. Om vanaf een duintop te zien hoe de zon zich langzaam in de zee laat glijden. En dan naar huis via Marolleput, Scherpbier en Boerenhol.
Zeeuws-Vlaanderen is te bereiken via de Westerscheldetunnel (tol € 5,-) of via Antwerpen (door de Liefkenshoektunnel (€ 6,-). Met het ov: naar Vlissingen en verder naar Breskens met de Westerscheldeferry. Vooral aan de kust is een gevarieerd accommodatieaanbod te vinden: van strandhuisjes tot hotels. Gastronomie zit in de Zeeuws-Vlaamse cultuur. Van de mosselrestaurants van Philippine tot de viskramen van Breskens. De bekendste culinaire ambassadeur van de streek is natuurlijk Sergio Herman, die jarenlang een 3-sterren Michelinrestaurant had in Sluis. Zijn sous-chef Syrco Bakker serveert nu op 2-sterrenniveau in Pure C (Cadzand-Bad), onderdeel van de Sergio Herman Group. Musea met wereldberoemde topstukken heeft Zeeuws-Vlaanderen niet, wel enkele charmante musea die het bijzondere verhaal van de streek vertellen: industrieelmuseumzeeland.nl in Sas van Gent en hetwarenhuis.nl in Axel, gevestigd in een monumentaal art-nouveaupand. Meer info: zeeland.com onbegrensdzeeuwsvlaanderen.nl en visitwestzeeuwsvlaanderen.nl.