Zeggenschap over de zorg

Meebeslissen over de inhoud van de zorg, kan alleen als je invloed hebt. Bijvoorbeeld op bestuurlijk niveau. Dat is vooral voor jonge zorgprofessionals interessant. 

Tekst: Andrea Linschoten

Wanneer zorgprofessionals zelf de verantwoording voor de zorg willen oppakken, moeten zij ook vertegenwoordigd zijn in de bestuurlijke lagen van instellingen en organisaties. VvAA organiseert daarom in samenwerking met verschillende beroepsorganisaties, zoals LAD, KNMP, KNMT, KNGF, VvOCM, ANT, NVGzP, NVD, NVM en Verenso, de Leergang Management en Bestuur voor jonge zorgprofessionals.

Monique Theunissen, senior adviseur kennismanagement en netwerken bij VvAA, legt uit wat het doel van de leergang is: “We willen jonge, bestuurlijk actieve zorgprofessionals stimuleren om in het vervolg van hun carrière bestuurlijk actief te blijven. We constateerden dat zij nog weinig vertegenwoordigd zijn in de bestuurlijke lagen in de zorg en we vinden het belangrijk dat zij straks kunnen meebeslissen over ontwikkelingen en dus ook over de inhoud van hun eigen vak.”

Een ander aspect dat Theunissen noemt, is het feit dat er in de zorg steeds meer wordt samengewerkt. Terwijl bestaande managementopleidingen meestal worden georganiseerd voor één beroepsgroep. Theunissen: “Juist jonge (para)medici zien het belang van samenwerken en willen dat graag. Over de grenzen van de eigen professie heen kijken en weten wat er bij andere beroepsgroepen speelt is daarbij een vereiste. En omdat VvAA een ledenorganisatie voor zorgprofessionals met zo veel verschillende achtergronden is, kunnen wij daarin een rol spelen.”

‘Juist jonge (para)medici zien het belang van samenwerken en willen dat graag’

De deelnemende beroepsorganisaties onderschrijven het belang van samenwerking en het opbouwen van een netwerk buiten de eigen beroepsgroep en vinden het daarom belangrijk om jonge zorgprofessionals in de gelegenheid te stellen aan de leergang deel te nemen. Ze dragen zelf deelnemers aan. Directeur van de LAD (Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband) Caroline van den Brekel: “Wij vinden het belangrijk dat artsen bestuurlijk actief zijn in de instelling waar zij werken. Op die manier kunnen ze betrokken zijn bij strategische beslissingen over onder meer innovatie en samenwerking. Zo kunnen ze bijdragen aan de kwaliteit van de zorg, waarvoor zij de eindverantwoordelijke zijn. De leergang biedt handvatten om die bestuurlijke rol op te pakken en geeft jonge zorgprofessionals de kans om buiten het eigen domein te kijken. De wereld is groter dan de eigen beroepsgroep. Wij dragen mensen voor die laten zien dat ze breder willen kijken dan alleen hun medische werk en zich verder willen ontwikkelen. Dat is ook in het belang van henzelf, de beroepsorganisatie en het netwerk waarbinnen ze functioneren. Een van de strategische thema’s van de LAD is dat zorgprofessionals in de instelling waar ze werken een stevige positie oppakken. Deze jonge mensen hebben daarin een voorbeeldrol.”

Meer bagage

Marloes MeursFysiotherapeut Marloes Meurs (43) volgde dit jaar de leergang. Zij licht haar motivatie toe: “In het voorjaar 2016 ben ik gestart als voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Kinderfysiotherapie (NVFK). Om meer bagage te hebben, meer kennis van het zorgveld, de zorgfinanciering en de wereld van verenigingen, ben ik de leergang gaan volgen. Die is eigenlijk bedoeld voor jonge bestuurders en hoewel ik niet echt jong meer ben, is mijn bestuurservaring en -kennis dat wel.”

Het niveau van de leergang sloot goed aan bij Meurs’ doelen: “De kennisuitwisseling binnen de groep was leerzaam. De deelnemers lopen tegen dezelfde vragen en dilemma’s aan. Het is dan goed om te horen hoe collega-bestuurders daarmee omgaan. Zo zijn wij bezig om kinderfysiotherapie tot een gespecialiseerd artikel 14 BIG-geregistreerd beroep te maken. De apothekers en de collega’s uit de technische geneeskunde hadden deze erkenning inmiddels gekregen en met hun ervaringen in het traject daarnaartoe, kunnen wij weer ons voordeel doen.”

 

Delen