Alle kanten op in het Zillertal

Als er één regio in Oostenrijk is die uiterst veelzijdig is, dan is het wel het Zillertal. Tiroler gezelligheid en een gevarieerd winteraanbod, zowel op als buiten de piste.

Tekst Bas van Oort

Zomaar een ochtend in Kaltenbach. Een vers pak sneeuw bedekt het volledige dal. De lucht is staalblauw en de zon moet nog opkomen. Min vijf geeft de thermometer aan en een paar ijspegels aan de dakgoot zetten die constatering visueel nog wat kracht bij. Boven op de pistes ligt perfecte sneeuw te wachten om de rest van de dag te dienen als decor van plezier en ontspanning. Het beroemde corduroy, de ribbels die de pistenbully’s ’s nachts achterlaten als ze alle afdalingen weer geprepareerd hebben, glinstert in het ochtendlicht.

Ledenvoordeel: relaxen en skiën in het Zillertal

Hoger in het gebied, bij de majestueus gelegen Wedelhütte, worden de tafels op het terras klaargezet en dampt de eerste kop koffie. De bergen op de achtergrond nog silhouetten in het zachte licht. Zo perfect als de omstandigheden deze ochtend zijn, zo zie je het zelfs in het Zillertal niet elke dag. Terwijl, als er één regio in Oostenrijk altijd thuis geeft, dan is het deze wel.

Het Zillertal herbergt een paar van de bekendste wintersportplaatsen van het land. Verderop in het dal ligt Mayrhofen, een zijdal verder wacht Gerlos. Gerenommeerde hotspots voor menig skiër, of het nu op de piste is of aan de bar. Maar het dal biedt meer dan populaire bestemmingen. Zoals Fügen, een sfeervol dorp aan het begin van het dal met een eigen, compact familieskigebied. Of het naastgelegen, eerdergenoemde Kaltenbach, dat met zijn skigebied in direct contact staat met het Hochzillertal. Een afwisselend gebied met 85 kilometer piste. Geschikt voor zowel beginners als gevorderden.

Op de grens

Met de afwisseling voor de skiër zit het sowieso wel goed in het Zillertal. Na Kaltenbach en Hochfügen volgt, iets dieper in het dal, Zell am Ziller. Wie hier de lift omhoog neemt, komt aan de achterkant van de berg uit in een gebied dat in verbinding staat met Gerlos, Wald en Königsleiten; een gecombineerd skigebied van bij na 150 kilometer piste, op de grens van Tirol en Salzburg. Dan volgt Mayrhofen, tevens het eindpunt van de historische Zillertalbahn, de spoorlijn die diep het dal in snijdt. De kenmerkende knalrode trein rijdt hier al meer dan een eeuw en zorgt ervoor dat de meeste skigebieden in het dal goed met elkaar verbonden zijn (waar skiërs met hun skipas gratis gebruik van kunnen maken, zie het kader hiernaast).

Tot de bergen het overnemen, en de steile hellingen rondom Mayrhofen het Zillertal lijken in te sluiten. Ná Mayrhofen volgt enkel nog een slingerweg omhoog, naar het hoogste punt van het Zillertal. De Hintertuxer Gletscher gaat tot meer dan 3.250 meter de hemel in en huist het enige skigebied in Oostenrijk dat het hele jaar door geopend is. Valt de sneeuw beneden tegen, dan is het hier nog steeds goed skiën. Hangt er in het dal een dik pak wolken, dan kan het maar zo zijn dat de gletsjer ligt te
baden in de zon.

Winterwandelen

Maar het is niet alleen pret óp de piste. Ook de niet-skiër wordt in het Zillertal rijkelijk bediend. Neem het plaatsje Krimml, aan de uiterste rand van het Zillertal. Officieel gelegen in een andere deelstaat, want Tirol gaat hier geruisloos over in het Salzburgerland. Krimml is omgeven door Nationaal Park Hohe Tauern, het
grootste nationale park van Centraal-Europa en het eerste in zijn soort in Oostenrijk. Daar zijn de winterwandelmogelijkheden eindeloos.

Een van de hoogtepunten? Een tocht naar de Krimmler watervallen. Met een valhoogte van bijna 400 meter uniek in zijn soort, zeker in dit deel van de wereld. Nergens in Europa is een hogere waterval te vinden. Aan het andere uiterste van het dal, nog voorbij Mayrhofen, ligt de Zemmgrund, een klein zijdal waar de wereld op een gegeven moment vanzelf ophoudt. Hier scheidt een bergkam Oostenrijk met Italië en is het onmogelijk verder te gaan.

Een van de laatste plaatsen van betekenis voor dat einde is Ginzling. Vierhonderd inwoners verspreiden zich hier over een verzameling huizen en boerderijen langs de Zemmbach, een klein beekje dat uitmondt in de Ziller. Maar ver van kabelbanen en stoeltjesliften zorgen ook hier de omringende bergen voor oneindig plezier. Alleen moet er hier zelf wat harder voor gewerkt worden, door te wandelen, op tourski’s de bergen in te trekken of te gaan ijsklimmen of langlaufen.

Maar wie de bijna 7 kilometer lange loipe Ginzling heeft gedaan, door een wit en glooiend landschap vol besneeuwde bossen, weet: de drukte mag in het Zillertal makkelijk op te zoeken zijn, voor de rust is het niet anders.

Praktisch: naar en in Zillertal
Het begin van het Zillertal ligt op iets meer dan 900 kilometer van Utrecht, zo’n tien uur rijden met de auto. Denk aan een vignet voor de snelwegen in Oostenrijk; dit is eenvoudig vooraf online te regelen, of u kunt het ter plekke bij een tankstation aanschaffen.

Trein
Er zijn ook uitstekende treinverbindingen. Vanuit Nederland vertrekt dagelijks de Nightjet, een directe verbinding met stop in Innsbruck. Vanaf daar is het mogelijk om verder per trein door te reizen naar het Zillertal. Daarnaast is er de wekelijkse TUI Ski Express.

Skipas
Alle skigebieden in het Zillertal vallen onder één skipas: de Zillertaler Superskipass. Dat geldt ook voor de Hintertuxer Gletscher. Prijzen: € 65,- per dag, € 315,- voor 6 dagen. De skipas geeft ook toegang tot het openbaar vervoer in het dal, inclusief de treinverbinding van de Zillertalbahn. Daarmee worden meerdere skigebieden makkelijk bereikbaar zonder gebruik te hoeven maken van eigen auto.

Meer info: zillertal.at/nl of zillertalarena.com.

Delen