Zin in zorg – een eerste analyse

Hoogleraar Kiki Lombarts: ‘Jonge dokters willen zichzelf zijn’

Op de startavond van Zin in Zorg afgelopen november dachten ruim tachtig jonge artsen mee over mogelijkheden om het werkplezier te verhogen. Twee onderzoekers maakten een eerste analyse van de uitkomsten. Kiki Lombarts, hoogleraar Professional Performance, geeft een toelichting op deze eerste analyse.

Tekst: Andrea Linschoten

Kiki Lombarts, hoogleraar Professional Performance, en Antoinette de Bont, bijzonder hoogleraar Sociologie van Innovaties in Zorg, begeleidden in november afgelopen jaar de startavond van de beweging Zin in Zorg, een initiatief van VvAA, De Jonge Specialist, LAD en LOVAH, dat zich richt op het werkplezier en de mentale fitheid van jonge artsen.

De twee onderzoekers maakten vervolgens een eerste analyse van de uitkomsten van deze startavond waarin over werkplezier en welzijn van jonge dokters gesproken is aan de hand van vier domeinen: organisatie van de zorg, cultuur van werkplezier en fitheid, persoonlijke veerkracht en zingeving in het werk. 

Onderstromen

Op de bewuste avond deelden jonge dokters openhartig hun ervaringen uit de klinische praktijk waaruit naast grote bevlogenheid voor het vak ook ongenoegen blijkt. Lombarts en De Bont gingen in hun analyse op zoek naar de onderstromen: hoe komt het nou dat het voor jonge dokters zo vaak ‘schuurt’ in de praktijk van alle dag?

Hoewel de analyse een eerste impressie is en dus nog verder getoetst wordt, noemt Lombarts wel een aantal bevindingen. Ten eerste geven jonge dokters aan dat zinvol werk van groot belang is om werkplezier te realiseren. Zinvol werk betekent voor jonge dokters werk voor en met de patiënt en werk waarin zij zich kunnen laten zien, gelden en ontwikkelen. Een tekort aan werkplezier dreigt als patiënten of de jonge dokters zelf te weinig in beeld zijn. Tijd met en voor de patiënt is cruciaal.

Zichzelf zijn

Er is er bij jonge dokters een groot verlangen om zichzelf te kunnen zijn in hun werk en een goed leven te hebben naast hun werk. Lombarts: “Jonge dokters zijn ambitieus, bevlogen, ze hebben echt een roeping, een groot verantwoordelijkheidsgevoel en ze zijn perfectionistisch. Daarnaast willen ze ook een goed leven buiten het werk. Zij vinden het minder vanzelfsprekend dan ervaren dokters dat hun persoonlijke leven moet lijden onder het werk. Dat wil geenszins zeggen dat ze niet toegewijd of ambitieus zijn, noch dat ze niet hard willen werken. Maar jonge artsen willen ook tijd genoeg hebben voor een privéleven.”  

De onderzoeker stelt dat jonge artsen gezien willen worden als persoon, ook in hun werk. “Dit is een maatschappelijk fenomeen. Jonge mensen willen zichzelf zijn, zich in hun werk laten zien. Jonge dokters willen ‘dokteren’ vanuit hun volledige zijn, als mens en als professional. Ze willen niet als een nummer gezien worden, geen anonieme werkkracht zijn. En tijdens het werk willen ze hun emoties kunnen uiten en ‘deze niet moeten opsparen tot een volgende intervisie’, zoals een van de deelnemers aan de startbijeenkomst het verwoordde. We moeten ons afvragen hoe deze kijk van jonge artsen op het arts-zijn zich laat vertalen naar de organisatie van de zorg. De introductie van peersupport- programma’s komt bijvoorbeeld tegemoet aan ondersteuning bij emotioneel belastende ervaringen. Ik vind het een mooie uitdaging om er op die manier naar te gaan kijken. Jonge dokters willen daaraan ook bijdragen. Ze willen meedenken en bijdragen aan een groter doel of geheel (aan de zorg, collega’s en/of de organisatie).”

Volgens Lombarts wordt er door zorginstellingen al wel ingezet op persoonlijke veerkracht, maar zij vindt dat onvoldoende om tot verandering te komen. “Het sterker maken van zorgprofessionals betekent hooguit dat ze het langer volhouden in de huidige werkomgeving. Het ontkent dat het systeem zelf aan verandering toe is. Als individu kun je het systeem niet veranderen. Er is een gezamenlijke aanpak en beweging nodig, van dokters, zorginstellingen en de politiek. Iedereen kan vanuit zijn eigen taken en verantwoordelijkheden een bijdrage leveren aan het adresseren van het werkplezier van jonge artsen.”

Het verlangen van de jonge dokter om zichzelf te kunnen zijn, zien de onderzoekers terug in drie thema’s: collectiviteit, diversiteit en professionaliteit. “Het kunnen realiseren van meer werkplezier vraagt om erkenning van deze drie thema’s in de praktijk, die we daarmee ook opdrachten kunnen noemen”, zegt Lombarts. “Het gaat om het organiseren van de collectiviteit, het erkennen en rekening houden met diversiteit, en het (her)oriënteren op professionaliteit.” Een sterk collectief van jong dokters is noodzakelijk om goed te verwoorden wat het verlangen is, en de zorginstellingen waarbinnen zij werken te helpen bij het aanpassen van de organisatie in lijn met de drijfveren van de nieuwe generatie dokters. Lombarts: “De schijnbare paradox is dat het realiseren van een verlangen om als individu te worden gezien, vraagt om een collectieve aanpak. Het aanpakken van werkplezier gaat het individu ver te boven. Wat het extra uitdagend maakt, is dat de jonge dokters bovendien willen dat hun individuele verlangen wordt meegenomen in die aanpak.” 

‘Jonge artsen willen ook tijd genoeg hebben voor een privéleven’

Het collectief staat hier dus niet voor het streven naar uniformiteit, maar juist voor het streven naar (de erkenning van) uniciteit. De jonge dokter wil zichzelf zijn en begrijpt dat dit ook geldt voor collega’s. Diversiteit is daarmee voor de jonge dokter vanzelfsprekend. Verschillen worden geaccepteerd en gewaardeerd. 

In de kijk van jonge dokters op professionaliteit, is er ook ruimte voor de dokter als mens en persoon in het werken voor en met de patiënt. Jonge dokters zien parallellen tussen hun verlangen om zichzelf te zijn en het vermogen om de individuele wensen en behoeften van patiënten te zien. Jonge dokters vinden persoonlijke ontwikkeling een wezenlijk onderdeel van professionaliteit waaraan tijdens de opleiding aandacht moet worden besteed.

Lombarts wil tot slot nog iets benadrukken: “Met de focus op dit onderzoek lijkt het alleen te gaan over gebrek aan vitaliteit en werkplezier bij jonge dokters, maar er is meer. Ik zie een enorme bevlogenheid voor dit vak en voor de patiënten. Er is veel energie bij dokters, ze hebben een warm hart voor hun vak. Het nieuwe geluid van de jonge generatie dokters vind ik heel hoopvol voor de toekomst van de zorg.”

De volgende stap

Zin in zorg

De voorlopige resultaten worden binnenkort met een klankbordgroep van jonge artsen en met de initiatiefnemers besproken en getoetst bij de achterbannen, o.a. via de grote Zin in Zorg-enquête voor aios, anios en jonge klaren. Ondertussen denkt de beweging na hoe ze ervaren artsen bij het proces kunnen betrekken. 

Voor de zomer volgt een Zin in Zorg-bijeenkomst waar artsen en betrokken partijen, maar ook beleidsmakers en bestuurders zich buigen over welke stappen er nodig zijn om veranderingen in de zorg te bewerkstelligen. Wil je op de hoogte blijven? Meld je zich dan aan voor de Zin in Zorg- nieuwsbrief op zininzorg.nl

Delen