Zingeving

Wat mankeert leven dat wij er ook nog zin aan moeten geven? Voor degenen die het leven als geschenk beschouwen, is het een gegeven paard in de bek kijken. Voor wie leven allesbehalve een geschenk is, zal zingeving een doekje voor het bloeden zijn. Alles wat niet van binnenuit komt maar van buitenaf de zin van leven moet bepalen, wekt wantrouwen.

De vraag naar de zin van zingeving kan trouwens louter door mensen worden gesteld. Of zou er ook iets ontbreken aan het leven van streptokokken, grassprieten, meelwormen, distelstruiken, naaktslakken, lavendel, bromvliegen, haagplanten, kamsalamanders, dennenbomen, Siamese katten of dwergchimpansees?

Een mooie vraag voor Maarten. Maarten, midden in de zeventig, behoort tot de selecte groep patiënten waar dokters zich in een sombere bui aan kunnen optrekken: getekend door het leven maar nog altijd een toonbeeld van vitaliteit, nuchter én empathisch, en met het hart op de tong. In het holst van de nacht weet de man altijd nog een ster aan het firmament te ontdekken.

Maarten is uit het juiste hout gesneden. Ooit was hij commando of marinier, maar – zo vertelde hij mij meerdere malen – helaas is de oorlog aan hem voorbijgegaan. In de ‘struggle for life’ houdt hij echter krachtig stand ondanks dat hij tot tweemaal toe zijn echtgenote verloor. En ik kan mij niet herinneren dat ik hem ooit heb horen klagen.

‘Waarom moet leven zin hebben om draaglijk te zijn en volgehouden te kunnen worden?’

Een kleine selectie uit boeken over zingeving: Het fotoverhaal als instrument voor zingeving en empowerment, Karma reïncarnatie en de roep om zingeving, Zingeving in strategie, Zingeving en wereldbeschouwing, Politiecultuur, Gezondheid en Zingeving, Het zieltje dat haar ouders vond – Spiritualiteit, zingeving en reïncarnatie uitgelegd aan ouders en kinderen.

Leven is kwetsbaar. Wat nu plaats vindt, ligt morgen op de schroothoop en verdwijnt daarna uit beeld. Wat is het verschil tussen leven dat is verdwenen en leven dat nooit is ontstaan? Waarom moet leven zin hebben om draaglijk te zijn en volgehouden te kunnen worden? Is de vraag naar zingeving ons opgelegd of aangeleerd? Of liggen de wortels van deze vraag in onszelf?

De nieuwe traplift van Maarten is kapotgegaan maar gelukkig kwam er binnen een uur een monteur. Een ambtenaar van de gemeente vroeg hem of hij nog wel alleen in een groot huis wilde wonen en waarom hij zich niet aan zijn knieën liet opereren. Tijdens ons gesprek belt een dame op die beweert van de fraudedesk te zijn. Maarten maakt kort metten met haar.

‘Creëer je met zingeving niet iets wat een fata morgana is? Iets wat ons voor ogen wordt gehouden maar er niet is?’Dat had ik Maarten willen vragen. Ik mag de man heel graag en heb een grenzeloze bewondering voor hoe in het leven staat, maar iets in mij zegt dat ik hem niet met dit soort vragen mag belasten. Voor Maarten hoeven dit soort vragen niet gesteld te worden.

Stel dat bomen konden spreken: zouden zij dan ook de vraag naar de zinvolheid van hun bestaan stellen? Ik kan mij dat nauwelijks voorstellen. Alle energie gaat naar het bestaan en wanneer het zover is naar doodgaan. Vermoedelijk geldt dit eveneens voor de meeste mensen en opmerkelijk genoeg juist degenen die zozeer lijden dat zij bij mij vragen over de zin van het leven oproepen.

Delen