Zombies in de zorg

Herhaalde malen suggereerden behandelaars dat er bij Z. géén sprake was van kanker. Toen dit na de operatie hiervan wél het geval bleek, zeiden dezelfde behandelaars dat de aandoening volledig was verwijderd en dat hij kankervrij was. Toch moest zo snel mogelijk worden gestart met ‘preventieve chemotherapie’. Saillant detail: de patiënt en zijn partner hadden beiden een coronabesmetting opgelopen en voelden zich beroerd toen zij voor het slechtnieuwsgesprek op twee opeenvolgende dagen bij de behandelaars werden verwacht.

L. heeft ruim een jaar geleden zijn beroepsopleiding tot huisarts afgerond. Medisch studenten zijn doorgaans zeer gemotiveerd om later als arts aan de slag te gaan. Helaas is het echter geen uitzondering dat dit enthousiasme na het behalen van de bul afbrokkelt. L. spant wat mij betreft de kroon. Uit hetgeen ik over hem hoo,r uit hij zich regelmatig zo denigrerend over patiënten en zijn werk dat ik mij afvraag waarom L. voor dit vak heeft gekozen. Laten wij hopen dat hij in de praktijk meer compassie met patiënten toont of in elk geval veinst.

Een welwillende kennis stuurde mij het boeiende themanummer ‘Health care humanities’ van het Tijdschrift voor gezondheidszorg en ethiek. Ik val direct al voor de titel van het eerste artikel: ‘Zombies in onderwijsland’, geschreven door Anne de la Croix, Sven Schaepkens en Mario Veen. Een citaat uit de samenvatting: “Zombies in onderwijsland zijn studenten die alle uiterlijke kenmerken vertonen van ‘reflectie’, ‘empathie’ of ‘professionaliteit’, maar die niet écht leren of ontwikkelen.” Zij weten wat docenten wensen, maar hun gedrag is een schijnvertoning.

‘Je hoeft heus niet zo slim te zijn om je precies zo te gedragen als docenten van jou verlangen’

De Van Dale geeft twee betekenissen aan het woord zombie: 1. weer tot leven gewekte dode, en 2. zeer teruggetrokken, wereldvreemd mens. Ik weet eerlijk gezegd niet welke betekenis de drie auteurs voor ogen hebben, maar dat maakt hun artikel niet minder interessant. Nu beperken zij zich tot ‘zombies in onderwijsland’, waarvan overigens drie varianten bestaan: reflectieve, empathische en professionele zombies. Ik vraag mij echter af of wij het ook – in een wat andere en zeker bredere context – over ‘zombies in de zorg’ kunnen hebben.

Zouden de behandelaars van Z. enig besef hebben van de desastreuze wanhoop waarin hij en zijn gezin terecht zijn gekomen. Natuurlijk moet ik voorzichtig zijn met mijn oordeel, maar het kan niet anders dan dat in de communicatie heel veel is misgegaan. Om toch maar het woord ‘zombies’ te gebruiken, kan ik alleen maar hopen dat zij het tegendeel hiervan zijn: er is een groot gebrek aan empathie ervaren, maar misschien is deze onderhuids wel aanwezig. Ook wat betreft L. durf ik geen oordeel te vellen maar ik hou voor hem helaas niet mijn hand in het vuur.

Terug naar het artikel. Wie denkt dat ‘zombies in onderwijsland’ hun opleiders belazeren, heeft het mis. De drie auteurs beklemtonen dat het níet de schuld van de studenten is, dat zij zich zo gedragen. Het heeft te maken met ‘de tirannie van het meetbare’. Ook ongrijpbare en daardoor onmeetbare fenomenen als reflectie, empathie en professionaliteit worden omwille van de kennistoetsing langs de maatlat gelegd om zo studenten te beoordelen. Je hoeft heus niet zo slim te zijn om je voor een hoge score precies zo te gedragen als docenten van jou verlangen.

Ook bij ‘zombies in de zorg’ zou het goed kunnen dat wij onze pijlen niet of in elk geval niet in eerste instantie direct richten op de betreffende zorgverleners. Zij moeten op de werkvloer aan zoveel eisen en verwachtingen voldoen, dat er wellicht nauwelijks meer tijd overblijft om álle benodigde aandacht te schenken aan degenen waar het uiteindelijk wél om draait: patiënten. Volgens mij hebben de meeste artsen het écht goed voor met degenen die zij behandelen maar kunnen ze op een gegeven moment niet anders meer dan als ‘zombies in de zorg’ handelen.

Delen