Zorg en kosten

Sinds de invoering van het huidige zorgstelsel in 2006 is de zorgpremie met 61 procent gestegen. De vraag of dit fors is of meevalt, laat zich moeilijk beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de vraag of de stijging minder groot of juist nog groter was geweest als het vorige stelsel was gehandhaafd.

Dat de zorgkosten voortdurend blijven stijgen, is begrijpelijk. De bevolking groeit. We leven langer, maar daarmee niet per se langer in goede gezondheid. Welvaartsziekten eisen hun tol. De behandelmogelijkheden nemen toe. En met die toenemende mogelijkheden worden ziekten die in het verleden dodelijk waren in een aantal gevallen chronisch, wat langere zorgafhankelijkheid betekent.

‘Ziekten die in het verleden dodelijk waren, worden in een aantal gevallen chronisch’

Wat dat betreft is er weinig nieuws onder de zon. Kijk maar eens naar de grafiek op pagina 11 van de publicatie Kiezen voor houdbare zorg (pdf) van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over de groei van de collectieve zorgkosten tussen 1970 en 2015. Vanaf 1985 begint de lijn gestaag en voortdurend te klimmen. De grootste stijging zit in de laatste jaren van de Ziekenfondswet, de jaren voor het huidige stelsel dus. De stelling ‘het is de schuld van het (huidige) stelsel’ is dan ook niet heel steekhoudend.

‘De stelling ‘Het is de schuld van het (huidige) stelsel’ is niet steekhoudend’

Ter herinnering: economen Wim Groot, Marcel Canoy en Laura van Geest waarschuwden in 2016 al voor het feit dat de stijging van de zorgkosten in hoge mate stelselonafhankelijk is. Mensonafhankelijk is die niet. Als we er invloed op willen uitoefenen, ontkomen we er niet aan ook na te denken over onze eigen rol.

Delen