‘Zorg is mijn rode draad in het leven’

interview / Paul Blokhuis over politiek, zorg en zijn jongste dochter

Al op zijn achtste vroeg Paul Blokhuis aan zijn vader op welke partij hij stemde. “Een normaal kind zit dan vooral in de zandbak met autootjes te spelen.” Sinds een half jaar is de oud-staatssecretaris van VWS voorzitter van de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Een gesprek over de politiek, de zorg en zijn jongste dochter, die zo plotseling overleed.

Tekst: Steffie Kouters Beeld: Nout Steenkamp

Paul Blokhuis (59) heeft er nooit een geheim van gemaakt: hij wilde wel verder als staatssecretaris, begin dit jaar. “Ik heb veel energie en had nog een heleboel plannen. Het is best confronterend dat je te oud wordt gevonden om door te gaan, als je 58 bent. Ik kreeg het plaatje ook niet rond dat de ChristenUnie wilde verjongen, maar dat iemand die een jaar ouder was dan ik werd ingevlogen voor een ministerpost. No hard feelings, al klink ik nu misschien een beetje gefrustreerd.”

Blokhuis is óók de eerste voorzitter die geen achtergrond heeft als medisch specialist of ziekenhuisbestuurder. “Het was voor STZ een bewuste keuze iemand uit de politiek te vragen. Er zit veel potentie in deze vereniging, maar de club is nog niet bekend genoeg. Hopelijk kan ik de club meer smoel geven. Ik kan leiden, voorzitten, voor de troepen uitlopen. Ambassadeur zijn en verbinden. Dat deed ik als wethouder, als staatssecretaris en dat wil ik hier ook weer doen.

Paul Blokhuis komt uit een gereformeerd domineesgezin van acht kinderen. Hij groeide op in Wezep en Schiedam en studeerde geschiedenis in Leiden. Al jong raakte hij geïnteresseerd in de politiek. “Toen ik acht jaar was vroeg ik aan mijn vader op welke partij hij stemde. Een normaal kind zit dan vooral in de zandbak met autootjes te spelen.”

‘Een pakje sigaretten mag van mij wel 30 euro kosten’

Hij werd voorzitter bij de RPF-jongeren, een van de voorlopers van de ChristenUnie. Van 2006 tot 2017 was Blokhuis CU-wethouder in Apeldoorn. Daar legde hij zich vooral toe op de zorg. In 2017 werd hij benoemd tot staatssecretaris van VWS. Hij is hét gezicht van het Nationaal Preventieakkoord. De VVD noemde hem een ‘tabaksayatollah’, vanwege zijn felle strijd tegen sigaretten, door hem ook wel ‘gifstengels’ genoemd. “Een pakje sigaretten mag van mij wel 30 euro kosten”, zegt hij. “Per week raken vijftig kinderen verslaafd aan roken. Je kunt zo veel doen om tabaksgebruik terug te dringen. Preventie: als je ziekten kunt voorkomen is dat heel mooi.”

De zorg heeft Blokhuis altijd geïntrigeerd. “Zorg zie ik als mijn rode draad in het leven. Je kunt het ook welzijn noemen. Wat mij betreft is dat ook de kop boven dit verhaal: iedereen moet kunnen meedoen. Dat was mijn adagium in de politiek en nu ook weer in deze maatschappelijke functie. Ik kom uit een christelijk nest. Mij is met de paplepel ingegoten dat je klaar moet staan voor je naasten.”

Julia

Zijn jaren als staatssecretaris waren loodzwaar, erkent hij. Hij zat er op het hoogtepunt van de coronacrisis en moest in 2020 de portefeuille Jeugd van Hugo de Jonge overnemen. In 2021 kwam daar de halve portefeuille van minister Tamara van Ark van Medische zorg bij, toen zij uitviel door ziekte. “Er waren dagen dat ik naar huis reed met drie loodgieterstassen vol papieren die de volgende dag uitgelezen moesten zijn.”

Dat terwijl hem in het begin van zijn staatssecretariaat het ergste overkwam dat een vader kan overkomen. Blokhuis zat nog maar vier maanden op zijn nieuwe post toen zijn jongste dochter Julia stierf – totaal onverwacht en binnen een paar dagen.

Julia voelde zich al een tijdje niet lekker toen ze plotseling uitvalsverschijnselen kreeg. In het Gelre ziekenhuis zagen de artsen plekjes bij haar hart die ze niet goed konden duiden. De neuroloog waarschuwde meteen dat haar situatie fataal kon zijn. Met gillende sirenes werd ze op een vrijdagmorgen naar het UMC Utrecht gereden. “Ze moest een ingrijpende operatie ondergaan. Mijn vrouw Ida en ik dachten echt: die chirurg gaat haar beter maken, zo’n deskundige man. Ik denk dat veel Nederlanders dat hebben: een rotsvast vertrouwen in de medische staf die het zo goed kan. Alleen: ze kunnen niet ieder mens voor de dood behoeden.” Zondagavond 25 februari 2018 overleed Julia, 18 jaar jong. “Met geen pen te beschrijven.”

Half april gingen Blokhuis en zijn vrouw terug naar het UMC, waar de neuroloog, de hartchirurg en de intensivist uitgebreid vertelden hoe zij die fatale dagen hadden beleefd. Ze zeiden dat Julia met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was overleden aan de catastrofale variant van het antifosfolipiden syndroom (APS). Over de hele wereld zijn slechts duizend gevallen bekend van deze dodelijke variant. “We mochten ook weer de plekken bekijken waar ze had gelegen. De eerste keer daarna dat ik op werkbezoek was in een ziekenhuis en al die slangen en apparaten op de ic zag, stond mijn hart stil. ‘Hier hoef ik even niet te zijn’, zei ik.”

Ook de huisarts gaf ‘heel goede nazorg’, vindt Blokhuis. Een erg confronterend moment. “Dat je zo’n nazorggesprek hebt en de huisarts het computerscherm omdraait waarop de gegevens van het gezin te zien zijn. Bij Julia stond een kruisje. Je ziet ineens: die is uit het bestand geschrapt.”

Hetzelfde jaar ging Blokhuis naar een therapeut. “Die zei: ‘Ik heb de indruk dat je moeilijk bij je gevoel kunt komen. Dat heeft Julia je nog wel meegegeven: dat je beter bij je gevoel kunt komen.’ Ik zei tegen hem: ‘Daar had ik niet mijn dochter voor willen verliezen.’ Maar dat heb ik er wel aan overgehouden.” Een 10 zal het leven nooit meer worden, weet hij. “Ik ben gek op vogels en volgend jaar ga ik naar Costa Rica. In mijn hoofd heb ik daar al drieduizend foto’s gemaakt van mooie vogels. Dan krijgt het leven van mij een 9. Maar een 10 is volmaakt en dat is niet meer. Daar moet je heel nuchter in zijn. Ik ben gelovig. Ik geloof dat ik Julia weer zal zien. Alleen: ik wil haar nú zien. Ik wil haar zien opgroeien. En ik gun haar het leven hier. Ik weet dat ik verdriet heb tot mijn dood aan toe.”

Begrip

Empathie bij artsen: Blokhuis heeft in die duistere periode zelf ondervonden hoe belangrijk dat is. Bevlogen vertelt hij over een initiatief van het Amsterdamse OLVG, het programma Medgezel waarin toekomstige artsen wordt geleerd meer naast de patiënt te staan, eigenlijk op te treden als coach. “Dat kunnen sommige artsen als bevoogdend ervaren: ‘is dat nou wel nodig?’ Ja, dat is nodig, empathisch omgaan met de patiënt. Je geneest er geen kanker mee, maar het kan de patiënt ontspannen, het gevoel geven van: iemand begrijpt me. Als je rustig uitleg geeft en toetst of de ander je verhaal begrepen heeft, kan dat een consult schelen.”

Medgezel won een prijs bij de jaarlijkse STZ-innovatiechallenge. Zoals ook het HMC samen met het HagaZiekenhuis een prijs won in deze challenge. Zij kwamen met het idee om mensen met laagcomplexe oogklachten eerst door de huisarts naar een optometrist te laten verwijzen, in plaats van gelijk naar de specialist in het ziekenhuis. Het scheelt inmiddels 80 procent van de doorverwijzingen. “Zo zijn er twee ziekenhuizen in onze achterban die proefdraaien met een kiosk waar patiënten basale gegevens als hun eigen bloeddruk, hartslag en BMI kunnen meten. Voordat de patiënt bij de arts zit, staat alles al in het systeem. Meerdere ziekenhuizen willen dit nu ook gaan doen, en misschien straks wel alle 27.”

In zijn nieuwe baan wil Blokhuis volop inzetten op zulke vormen van innovatie, waarbij STZ met haar uitgebreide netwerk als een spin in het web van de zorg zit. “Als een soort LinkedIn dat de ziekenhuizen, specialisten en wetenschap kan oproepen te participeren en nieuwe ideeën uit te wisselen. De zorg ontlasten, toekomstbestendig maken, toegankelijk en betaalbaar houden: daarin is innovatie heel belangrijk. Het moet een cultuur worden om goede vernieuwingen van elkaar over te nemen en niet het best bewaarde geheim te laten zijn van het ziekenhuis dat ze heeft ontworpen. Als ik ergens een verhaal vertel namens de STZ zeg ik: ‘Ik ben voorzitter van de sámenwerkende topklinische ziekenhuizen, met een dikke streep onder samenwerken’.”

Die samenwerking op het gebied van vernieuwing, wetenschappelijk onderzoek en het opleiden van (hoog)gekwalificeerd personeel kan beter, vindt Blokhuis. “Dat geven de ziekenhuizen zelf ook toe. Tegelijkertijd is het moeilijk. Ze hebben hun handen al vol. Elk ziekenhuis heeft wachtlijsten en veel werk aan het werven van personeel. Aan mij de schone taak de ziekenhuizen ervan te overtuigen dat ze zichzelf kunnen ontlasten door die samenwerking aan te gaan.”

‘Soms zijn beren op de weg kleine steentjes die je er zo vanaf kunt schoppen’

Partijen bij elkaar brengen is voor hem een levenshouding. “Als mensen ruzie maken in een kamer en er loopt er één weg zeg ik: ‘Blijf hier, want anders moeten we straks weer naar elkaar toe. Zonde van de tijd’.”

De oud-staatssecretaris bekijkt de politiek nu van een afstand – met gemengde gevoelens. “Ik vind het weleens over de top gaan, zoals er op elkaar wordt gereageerd. Het op basis van argumenten met elkaar in overleg gaan, is in het parlement af en toe ver te zoeken. Soms is het schreeuwen en schelden. Verschrikkelijk.”

Masochist

Mark Rutte en Blokhuis hebben samen in Leiden geschiedenis gestudeerd. “Toen ik staatssecretaris werd zei Mark: ‘Wat leuk joh. Zin in?’ Ik antwoordde: ‘Het lijkt me heel mooi om deze eervolle baan te doen, maar je moet ook een beetje masochist zijn, zoveel kritiek als je op social media krijgt.’ Mark zei: ‘Oh, je bedoelt Twitter. Oh man, op dat onderwaterscherm moet je helemaal niet zitten. Voor mij is de graadmeter hoeveel mensen mij op straat groeten en dat zijn er best veel. Als ik het daaraan afmeet, vind ik nog dat ik weinig zetels heb’, zei-ie. Dat gaf wel een mooie nuchtere kijk.”

Blokhuis herinnert zich nog levendig de reacties die hij kreeg op een tweet over het Preventieakkoord, dat net was gelanceerd. “Iemand schreef: ‘Zeker familie van Kim uit Noord-Korea?’ Meteen daaronder stond: ‘Slappe hap.’ Dat heb ik aangehaald in het Kamerdebat: eigenlijk geven deze reacties op Twitter aan dat we op de goede middenweg zitten.”

Ja, erkent de STZ-voorzitter: voor hem is het glas eerder halfvol dan halfleeg. “Ik kijk altijd positief naar dingen. Als mensen beginnen met nee, zeg ik: ‘Zullen we eerst eens met ja proberen?’ Soms zijn beren op de weg kleine steentjes die je er zo vanaf kunt schoppen.”

CURRICULUM VITAE

Paul Blokhuis (1963) geboren in Zuidhorn

  • 1992 doctoraal geschiedenis, studierichting: nieuwe en contemporaine geschiedenis, parlementaire en diplomatieke geschiedenis en politicologie, Rijksuniversiteit Leiden
  • 1990 – 2006 beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie RPF/ChristenUnie
  • 2003 – 2006 lid Provinciale Staten in Gelderland voor de ChristenUnie
  • 2006 – 2017 wethouder gemeente Apeldoorn
  • 2017 – 2022 staatssecretaris, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  • 2022 – heden voorzitter Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ)

Delen