Op de schop

Heeft de koppensneller van Het Parool het betreffende artikel wel gelezen? Twee van de vier geïnterviewden in dat artikel – waaraan hij of zij de kop ‘Corona of niet, ons zorgstelsel moet op de schop’ gaf – zijn het immers niet eens met die stelling.

Gezondheidseconoom Marcel Canoy benadrukt dat in ons op gereguleerde marktwerking gebaseerde stelsel (Het Parool vergeet – bewust of onbewust? – ‘gereguleerde’) bij problemen in de zorg te gemakkelijk die ‘marktwerking’ wordt aangewezen als de schuldige, terwijl die in feite juist voor solidariteit in onze zorg zorgt. Anna van Poucke (KPMG) stelt: “Het klinkt cru, maar de vele coronadoden bewijzen de goede kwaliteit van het stelsel.”

‘Patiënt moet bereid zijn te accepteren dat de zorg niet op alle vragen het juiste antwoord biedt’

Beiden zijn het er overigens wel over eens dat verbeteringen in het stelsel noodzakelijk zijn. Van Poucke zegt ‘interne tegenstrijdigheid’ in het stelsel te zien: ziekte behandelen loont in plaats van ziekte voorkomen. Ook GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet wijst op de productieprikkel. Canoy stelt in dit verband de vraag of medisch altijd alles uit de kas moet worden gehaald, wat aansluit bij de boodschap van Zorginstituut Nederland dat het zaak is het basispakket te beperken tot zorg die bewezen effectief is.

Met dit laatste komt – in ieder geval zijdelings – de rol van de patiënt in het stelsel aan bod. Die moet immers bereid zijn te accepteren dat de zorg niet op alle vragen het juiste antwoord biedt. De achterliggende vraag is die naar de gewenste reikwijdte voor de patiënt om uit het beschikbare zorgaanbod te mogen kiezen als zorg wél nodig is. In dit licht is het gegeven dat het aantal mensen daalt dat kiest voor een restitutiepolis een ontwikkeling die aansluit bij hoe het stelsel bij de introductie ervan in 2006 bedoeld was.

Delen