Zwarte dag

In de Volkskrant van donderdag 5 juni verscheen een opiniestuk van econoom en D66-bestuurslid Michiel Verkoulen waarin hij betoogt dat de zorgverzekeringswet noodzakelijkerwijs versoberd wordt, maar dat de vrije artsenkeuze blijft bestaan. Ook tijdens het BNR Zorgdebat op dinsdag 4 juni verdedigde hij het aanpassen van artikel 13. Ton Lassing, Voorzitter van de Nederlandse organisatie voor Wondprofessionals (NOVW) reageert met onderstaande open brief.

Geachte heer Verkoulen, Het is niet mijn gewoonte om publiekelijk te reageren op geschreven krantenartikelen. Maar na het bijwonen van het Zorgdebat van BNR en uw zeer eenzijdige artikel in de Volkskrant neem ik de moeite, met mijn 50 jaar ervaring in de gezondheidszorg, om u toch het een en ander uit te leggen. In de hoop dat u bereid bent om dit zorgvuldig te lezen. Ook de Volkskrant heb ik dit verhaal toegestuurd, aangezien ik van een kwaliteitskrant voor het gewone volk toch iets meer diepgang had verwacht.

U schrijft op 5 juni in uw opiniebijdrage: “Met de afschaffing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet vindt wel een versobering plaats, maar het is mogelijk je eigen arts te kiezen. Inkoopmacht van verzekeraars klinkt misschien oneerlijk maar is broodnodig. Het idee bestaat dat de vrije artsenkeuze wordt afgeschaft door het schrappen van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Maar is dat wel zo? En wat zijn de gedachten achter de voorgestelde wetswijziging?”

Dit is toch echt naar mijn mening een drogredenering: de veronderstelling dat het afschaffen van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet, voornamelijk de vrije artsenkeuze, gaat om een simpele versobering, maar dat men zijn eigen medisch specialist mag blijven kiezen. Artikel 13 is namelijk een vastgesteld grondrecht, dat nu helaas van ons is gestolen door VVD, PvdA, ChristenUnie, SGP en D66. U kunt er toch niet omheen dat voor menigeen die ‘vrije keuze’ bij medisch specialisten en geestelijke gezondheidszorg niet meer mogelijk is? En dat is nog steeds het grootste gedeelte van de bevolking, aangezien slechts een kwart van de mensen in bezit is van een restitutiepolis. Of er straks meer restitutiepolissen worden afgenomen, is zowel voor u als voor mij een open vraag. Dus geen enkele zekerheid.

Zelf werk ik al meer dan 45 jaar als communicatie-expert in de gezondheidszorg. Ben zo eigenwijs om te zeggen dat ik weet waar ik over spreek. Ben zelf non-profit voorzitter van een beroepsorganisatie in de zorg en heb met grote regelmaat te maken met VWS, CVZ (Zorginstituut Nederland), NZa en zorgverzekeraars. Het is iedere keer weer teleurstellend om te constateren dat je mag meepraten, je kennis mag inleveren, maar niet mag meebeslissen en dus geen stem hebt bij dergelijke organisaties. Dat is de praktijk en daar heb ik meer dan bewijs voor. Ik zie daar in uw betoog in de Volkskrant niets van terug en ook niet bij uw verdediging in het debat bij BNR. Ik kan dan ook niets anders dan constateren dat u geen oog heeft voor de praktijk of andere argumentaties.

Wat betreft de kwaliteitseisen het volgende: De enige partijen die kwaliteitseisen kunnen opstellen, zijn de werkers in de zorg zelf. Dat geldt voor iedere beroepsgroep. Zij hebben immers dagelijks te maken met de zorg die wordt gegeven, zijn daarvoor opgeleid en hebben er verstand van. Natuurlijk moeten de door hen opgestelde kwaliteitseisen worden getoetst, dat geldt voor de werkers en voor de zorgaanbieders. Toetsing moet plaatsvinden door een onafhankelijk instituut en zeker geen zorgverzekeraars die grote financiële belangen hebben.

Een goede stap in die richting is de omzetting van CVZ naar het Zorginstituut Nederland. Kwaliteitseisen, richtlijnen of protocollen moesten in het verleden altijd in de extra tijd en non-profit worden gemaakt door de werkers in het veld en werden doorgaans slechts gebruikt als intern toetsinstrument binnen de beroepsgroep. De overheid had er geen geld voor over. Dat partijen in het werkveld het desondanks deden in het belang van de patiënt, is alleen maar te prijzen.

Het Zorginstituut Nederland maakt het nu eindelijk mogelijk dat de kwaliteitseisen wel worden vastgelegd. Zorgaanbieders die niet voldoen aan kwaliteitseisen, kunnen dan worden geweerd. Dus ook daar is het afschaffen van artikel 13 overbodig, als het Zorginstituut Nederland zijn best blijft doen. Dat rechters vinden dat zorgaanbieders zonder contract toch zeker 80 procent vergoed moeten krijgen, is een heel logische uitspraak. Want de overheid had al veel eerder moeten zorgen voor een Kwaliteitsinstituut en dat heeft ze zelf nagelaten. Dus de rechter heeft geen andere keus.

Wat opvalt in uw betoog in de Volkskrant is dat u het woord ‘macht’ gebruikt. U zou dit niet moeten gebruiken in een dergelijk artikel dat bol staat van aannames waarom artikel 13 moet verdwijnen. Maar uw betoog wordt nauwelijks onderbouwd met echte evidence. Dat is volgens mij ook de reden dat u het woord ‘macht’ of ‘inkoopmacht’ gebruikt. Een verderfelijk woord, aangezien het woord ‘inkoopoverleg’ of ‘gezamenlijke kennis’ en ‘kunde’ voor alle partijen betere woorden zouden zijn. Met de woordkeuze in uw artikel geeft u uw visitekaartje af, als het gaat om zorgverzekeraars en is ‘(inkoop)macht’ in uw verhaal duidelijk.

Het woord macht hoor en zie ik helaas ook terug bij alle behandelaars in de zorg die contracten krijgen voorgeschoteld van zorgverzekeraars die onaanvaardbaar zijn, maar die ze toch moeten accepteren, het ‘take it or leave it’ concept. Ook daar heb ik veel voorbeelden van. Het woord macht zie en hoor ik ook terug bij bedrijven die producten of innovaties leveren in de gezondheidszorg. De zorgverzekeraars bepalen nu of het product goed of slecht is. Waarom zal een bedrijf nog innoveren als het geen of nauwelijks kans maakt met een nieuw product in de index? Het woord macht zie ik ook terug bij patiënten, waar zorgverzekeraars uitmaken of iets wel of niet vergoed wordt, terwijl het om hun eigen geld gaat.

U stelt dat er, om de balans te bewaken, een ‘sterke zorgverzekeraar’ moet zijn. Ik kan u vertellen, die komt er niet. Want waar blijkt dat uit? Welke evidence is er dat er een ‘sterke zorgverzekeraar’ is of zal komen? De acht laatste jaren dat ik intensief met zorgverzekeraars heb gewerkt, luisteren ze niet naar behandelaars of beroepsorganisaties. En ik verzeker u, ze gaan ook niet luisteren. Waarom zouden ze; ze hebben nu al de absolute zeggenschap. En ze krijgen steeds meer van mevrouw Schippers.

U heeft ook geen enkel bewijs dat de zorgverzekeraars nu bij het afschaffen van artikel 13 nog meer hun best gaan doen. Ze hebben een slechte reputatie opgebouwd, zijn slecht benaderbaar en hebben onvoldoende kennis. Dat hebben ze al vele jaren meer dan bewezen. Ze hebben het gewoon niet, hun cultuur/visie is anders! U mist echt een stuk praktijk. Vermoedelijk heeft het ermee te maken aan welke kant u zit.

De rol van de zorgverzekeraar is in ons stelsel cruciaal, schrijft u. Dat is regelrechte onzin, ook dat is gebleken. Cruciaal zijn ‘kwaliteitsnormen’ die getoetst moeten worden en dat moet worden vormgegeven en gecontroleerd door onafhankelijk partijen die geen belang of geldelijk gewin hebben. Cruciaal is dat patiënten krijgen waar ze voor betaald hebben en geadviseerd worden door onafhankelijke behandelaars. Ook daar moet nog veel in gebeuren. Cruciaal is ook, dat degenen die betaald hebben, ook recht krijgen op de zorg die ze echt nodig hebben. Zorgverzekeraars kunnen dat niet beoordelen. Zij functioneren niet in de dagelijkse zorgpraktijk.

Moeten we het overlaten aan de zorgverzekeraars? Zorgverzekeraars hebben grote belangen, dat tonen ze elke dag. Door de hoge salarissen van bestuursleden, het streven de winsten hoog te houden en door het voortdurend niet nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. En de politiek die kijkt ernaar. Nog steeds hebben ze dit soort zaken niet aangepakt, ondanks de Balkenende norm van €228.000,- zitten er nog vele bestuursleden in de zorg dik boven deze norm. Dat geldt ook voor bestuursleden ouderenzorg zoals Trouw onlangs meldde. Dat is geld van de verzekerden, daar moet je verantwoord en integer mee omgaan.

Wil je vertrouwen kweken, dan moet er bij zorgverzekeraars en zeker bij de bestuurders veel aan de integriteit veranderen. Een recent voorbeeld uit mijn dagelijkse praktijk als voorzitter van de beroepsorganisatie NOVW: wij en de andere leden van het overkoepelende orgaan voor wondzorg, het Wondplatform, wilden graag kwaliteitseisen gaan vastleggen binnen ons werkveld van de wondzorg en zochten hiervoor financiële steun bij de zorgverzekeraars. Het is tenslotte een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Het antwoord was uiteraard negatief en dus blijft het alleen de verantwoordelijkheid van de werkers in de zorg. Zo gaat het voortdurend. En ik kan u nog vele voorbeelden leveren uit de praktijk.

Waarom dan het protest schrijft u? U weet het antwoord zelf: 84 procent van de mensen wil dit niet. Bij het BNR debat was u de enige voorstander van dit plan. Het was misschien moedig dat u het verdedigde, maar u hoorde volgens mij nauwelijks wat er echt werd gezegd. En dat was niet zo vreemd. U was gevraagd om het afschaffen van artikel 13 te verdedigen, want zorgverzekeraars/politiek zelf komen niet opdagen. Doen ze niet, hoort ook niet bij hun cultuur. Opnieuw een gemiste kans om positief over te komen. Als zo veel mensen het niet willen, dat denk ik dat u als econoom meer moet gaan nadenken over de argumenten van patiënten en behandelaars. Zij hebben dagelijks met zorgverzekeraars te maken. En dat u die argumentatie uit de dagelijkse praktijk niet meeneemt, is heel erg spijtig.

Natuurlijk worden er ook drogredenen aangevoerd, maar een intelligent mens als u moet juist die drogreden naar de prullenbak kunnen verwijzen en de goede reden te voorschijn halen. Maar ik hoorde alleen maar termen bij u als ‘wellicht’ en ‘mogelijk’, ‘het idee bestaat’ of ‘het zal allemaal beter worden, als we de zorgverzekeraars meer macht geven’. Hoe simpel. We krijgen vast later de woorden: ‘met de wetenschap van nu had ik het eigenlijk anders gedaan’.

Wat gaat gebeuren! We krijgen een hausse aan polissen, die door chronisch zieken en ouderen onmogelijk kunnen worden beoordeeld of ze goed voor hen zijn. Er zijn maar vier grote zorgverzekeraars en we hebben nu al ik weet niet hoeveel polissen en er komen er dus nog veel meer. Schippers had zelfs nog een eigen drogreden op tv: Zij neemt zelf ook de goedkoopste. Dat klinkt toch geweldig! Klinkt voor mij een beetje als die verkoper die bij twijfel over de schoenen die ik aan het passen ben, als laatste zetje tegen mij zegt: ‘Ze zijn geweldig meneer, ik heb ze zelf ook.’ Ik vraag mij af of de minister straks ook nog blij is met haar goedkope polis met zorg onder de regie van de zorgverzekeraars, als ze straks ouder is of chronisch ziek wordt (wat ik overigens niet hoop voor haar). Zieke mensen kunnen prima kiezen, maar wel met een bekwame en integere behandelaar die ze kunnen vertrouwen en niet met een zorgverzekeraar die onvoldoende praktische medische kennis heeft en onbereikbaar is voor de patiënt.

Als laatste nog deze ‘prachtige’ zin in uw artikel: “Een deel van het protest komt voort uit een diepgevoelde ontevredenheid bij een aantal zorgaanbieders over ons zorgstelsel en de rol van de verzekeraar daarin. Soms is dat terecht.” Een bijzondere constatering. Zoals aangegeven het is namelijk niet een ‘deel’ – het is 100 procent van de zorgaanbieders en ook nog eens bij ons als beroepsorganisaties – en het is ook niet ‘soms’. U was er tijdens het BNR-debat zelf getuige van. En u voelt het goed aan. U vervolgt met ‘onze gezondheid is ons veel waard’. Wat is er dan tegen ‘het behoudt van vrije keuze’.

U hoeft zich nu geen zorgen meer te maken, ons grondrecht artikel 13 is, zoals gezegd, al gestolen. Zelfs ‘sociale’ en ‘christelijke’ politieke partijen hebben daar aan deelgenomen. Wat is ‘sociaal’ en wat is ‘christelijk’. Liberale partijen die staan voor vrijheid van keuze, hebben ‘keuze’ geschrapt. Hoe liberaal.

Voor mij als lid van D66 een reden om mijn lidmaatschap op te zeggen; dat heb ik ook direct gedaan. D66 heeft zijn sociale kant met dit akkoord totaal verloren. Stem al tientallen jaren op D66. Hoe erg is dat! Na 45 jaar in het vak gezondheidszorg verlies ik het vertrouwen in de politiek. De miljard bezuiniging had op vele andere manier kunnen worden ingevuld maar zeker niet met het afschaffen van een grondrecht. En de gedachten achter de wetswijziging, dat hoef ik u niet uit te leggen, dat weet u als landelijk bestuurslid van D66 heel goed, dat is hier niet nodig om te bespreken, zijn alleen maar platte woorden als ‘geld’ en ‘bezuiniging’ op een snelle manier. Ik hoef u dus ook niet meer uit te leggen wat voor zwarte dag het afschaffen van het langgeleden verworven artikel 13 is voor de liberale democratie. De toekomst zal het leren.

Vriendelijke groeten,

Ton Lassing Voorzitter

Delen