Zzp specialist ouderengeneeskunde

Werk genoeg voor de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn, maar het is nog niet zo gemakkelijk om als zelfstandige voet aan de grond te krijgen. Rolina Bruggink vertelt over haar ervaringen.

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Nout Steenkamp

Na ruim vijftien jaar in een verpleeghuis te hebben gewerkt, besluit Rolina Bruggink (49) in 2014 als zzp’er aan de slag te gaan in de eerste lijn. “Ik vond de instelling indertijd erg naar binnen gericht, terwijl onze doelgroep juist langer thuis blijft wonen”, zegt de specialist ouderengeneeskunde. “Ik zag volop kansen buiten de muren.” En dus zegt ze haar vaste baan op. “Ik werk ook twee dagen in de week als docent, dus een groot risico was het niet. Bovendien staan zorginstellingen te springen om specialisten ouderengeneeskunde. Daar zou ik als zzp’er altijd nog terechtkunnen.” 

Maar dat is niet haar ambitie. Ze wil naar patiënten toe, ze wil in de eerste lijn werken, in samenwerking met huisartsen. “Deels als consulent en deels als medebehandelaar. De huisarts is goed in alledaagse zorg, maar bij kwetsbare ouderen is vaak extra expertise vereist.” 

Na inschrijving bij de Kamer van Koophandel volgt Bruggink cursussen voor startende ondernemers. “Na zoveel jaar in het verpleeghuis was ik een beetje gehospitaliseerd. Nu leerde ik onderhandelen, acquireren en boekhouden, en hoe de financiering in de eerste lijn in elkaar steekt.” 

Bij kwetsbare ouderen is vaak extra expertise vereist

Dat laatste blijkt een struikelblok. “De huisartsen waren positief over samenwerking, maar het bleek lastig om mijn werk gefinancierd te krijgen. De zorg die de specialist ouderengeneeskunde in de thuissituatie verleent, viel altijd onder de Wet langdurige zorg, maar valt straks onder de Zorgverzekeringswet. De overgangsregelingen waarmee ik te maken had, veranderden nogal eens.”

Bruggink heeft van alles geprobeerd. “Ik heb als een soort freelancer namens een instelling gewerkt, waarbij ik deels door die instelling en deels vanuit het huisartsenbudget werd betaald. We zijn met acht collega’s een coöperatie gestart, zodat we zelf konden declareren, maar dat bleek niet rendabel, mede doordat alleen direct geboden zorg wordt vergoed. De gesprekken met familie van een patiënt bijvoorbeeld niet, terwijl die een wezenlijk onderdeel van ons werk zijn, alleen al voor het stellen van de diagnose dementie.”

Eerder dit jaar is Bruggink weer in loondienst gegaan, bij ZVBO. Nu werkt ze onder de vlag van deze ouderenzorgorganisatie in de eerste lijn. “Het betekent dat ZVBO de financiering moet regelen. Ik krijg salaris, ook als de financiering (nog) niet rond is. Dat ontzorgt, maar die paar jaar als ondernemer had ik niet willen missen. Het is goed om een tijdje eigen baas te zijn, om eens een functioneringsgesprek met jezelf te voeren en met jezelf af te spreken hoeveel je werkt. En ook om de zorg op een andere manier te leren kennen.”

Drempel 

Voor collega-specialisten ouderengeneeskunde die als zelfstandige in de eerste lijn (willen) werken, wordt het vanaf volgend jaar eenvoudiger, als de zorg die zij aan huis verlenen volledig onder de Zorgverzekeringswet valt en ze zelf kunnen declareren. “Ik hoop het”, zegt Bruggink. “Zoals het nu lijkt, gaat deze zorg onder het eigen risico vallen. Dat vind ik toch een drempel. We moeten goed voor onze ouderen zorgen en daar past deze drempel niet bij.”

Delen