Bewezen competentie

Aan een beroepsuitoefenaar worden eisen gesteld. In onze maatschappij is het de gewoonste zaak van de wereld dat wanneer in een ziekenhuis een medisch specialist wordt aangesteld, zij aan minimale voorwaarden van een gedegen opleiding heeft voldaan. Als patiënt weet je niet of zij een topper is onder vakgenoten of een gemiddelde medisch specialist, maar zeker is dat zij met goed gevolg een passende opleiding heeft gevolgd én niet onbelangrijk, heeft voltooid.

Als ik in nood zit door een lekkende leiding in mijn huis, bel ik de loodgieter en komt er iemand langs die het vak beheerst. Met bewondering en plezier zie ik hoe de loodgieter zo op het oog een buis een beetje buigt die vervolgens 30 cm onder de vloer precies blijkt te passen: vakmanschap. Die loodgieter heeft een gedegen opleiding achter de rug. Dat geldt ook voor een advocaat, een elektricien, een rechter, een notaris, een automonteur, een slager, een bakker en ga zo maar door. Natuurlijk is er variatie van topper tot matige professional, maar aan behoorlijke minimumvoorwaarden wordt voldaan.

Heel andere regels gelden natuurlijk voor ondernemers, mensen met briljante ideeën of vaardigheden. Onbelangrijk wat de baas van Coolblue voor opleiding heeft, of wat de opleiding was van Steve Jobs, of de oprichter van Ikea. Want met een briljant idee en visie waarop ze hun hele hebben en houden hebben ingezet, is door hun competenties een buitengewoon succesvol bedrijf tevoorschijn gekomen, waar u mag kiezen of u er gebruik van maakt of niet.

Maar wat betreft, wat ik dan maar voor het gemak de gewone banen noem, weet je zeker dat de huisarts in jouw buurt niet benoemd is tot huisarts omdat zij lid was van een plaatselijke voetbalclub of vakbond of politieke partij of omdat ze vriendjes heeft in het netwerk van de burgemeester. Zij heeft de volledige opleiding tot huisarts gevolgd.

Voor veel functies wordt ook een functieprofiel gemaakt, waarbij naast eisen aan de opleiding ook eisen of wensen zijn gesteld ten aanzien van bewezen geleverde prestaties gerelateerd aan de functie. Bijvoorbeeld: heeft aantoonbare ervaring in handchirurgie (voor een plastisch chirurg) of heeft meerdere promovendi begeleid en is een veelgevraagd spreker op internationale congressen (voor een hoogleraar).

Geldt dit voor alle banen? Nee, een vesting genaamd het Binnenhof, gelegen in een stadje in het westen van het land, waar de hoogst mogelijke bazen-baan wordt vergeven, het ministerschap, houdt stand om opleiding, ervaring en bewezen competenties voor een vakgebied irrelevant te verklaren. En zeg nou zelf, ligt het voor de hand de hoogste functie van minister toe te vertrouwen aan iemand die na zijn vwo zeven jaar notarieel recht (studieduur 2-4 jaar normaliter) heeft gestudeerd maar niet heeft afgemaakt? Of iemand die 10 jaar economie (reguliere duur 3-4 jaar) heeft gestudeerd zonder het af te maken? Natuurlijk zegt het voltooien van een opleiding of studie niet alles, maar dan zou je toch verwachten dat het cv bijzondere prestaties laat zien. Er zijn ook ministers met een heel bijzonder cv. Bijvoorbeeld buitengewone prestaties op het gebied van internationale betrekkingen en ontwikkelingshulp, maar geen opleiding of bewezen competenties op het gebied van haar ministerschap: financiën. Een voorzitter van het studentencorps die 7 jaar rechten, met een propedeuse geschiedenis, heeft gestudeerd en minister van financiën was, de belangrijkste diplomatieke functie geven zonder enige diplomatieke ervaring is evenzo verbazingwekkend. Of een bestuurskundige die managementfuncties vervulde bij ProRail als minister van Klimaat en Energie. Of iemand die opgeleid is tot bakker, ondernemersvaardigheden had door het opbouwen van een bakkerijketen, maar opeens minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt?

‘Waarom denkt u dat u hier voldoende van af weet om te doen wat het volk van u verwacht?’

Ik moet eerlijk toegeven al deze mensen enerzijds te bewonderen omdat ze kort na hun aantreden al interviews geven voor televisie over hun ministerieel vakgebied, waar ze dus vrijwel niet in geschoold zijn. Anderzijds vervult het me met angst. Zou de persoon in kwestie ook zélf weten dat hij/zij hier helemaal geen verstand van heeft? En waarom legt de journalist niet onverbiddelijk de vinger op de zere plek: ‘het is uw vak helemaal niet. Waarom denkt u dat u hier voldoende van af weet om te doen wat het volk van u verwacht?’

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat hier een journalistiek taboe op rust. Wanneer mij in het openbaar of voor de tv, vragen in detail over defensie, internationale monetaire kwesties of sociale wetgeving zouden worden gesteld, zou het wel behoorlijk stil blijven. Ook na ingefluisterde antwoorden door communicatieadviseurs.

Bovenstaande gaat echter voorbij aan een belangrijk punt: het vak van politicus. Michael Ignatieff, een hooggewaardeerde Canadese academicus uit o.a. Cambridge en Harvard beschrijft in zijn boekje Fire and Ashes: Success and Failure in Politics, hoe hij faalde in de politiek omdat hij het vak van politicus niet beheerste. Politicus zijn vraagt om vaardigheden en competenties waar mensen als ik vaak te makkelijk aan voorbijgaan, maar die wel degelijk belangrijk zijn. Ook in Nederland zijn mensen die sterk waren op de inhoud mislukt in de politiek.

Desalniettemin, in de afgelopen jaren lijkt er in de politiek en het bestuur een effectieve minachting voor inhoudelijke kennis, opleiding en bewezen vaardigheden te zijn ontstaan en is de balans tussen politicus/bestuurder en vakinhoudelijke kennis verstoord geraakt. En het is mijn indruk dat dit zich vooral wreekt in tijden van crisis en minder in rustige stabiele tijden. Activiteiten voor politieke partijen of vakbond, vlot kunnen praten, er goed uitzien bij media-optredens én in het goede netwerk zitten, zijn belangrijker geworden dan grondige inhoudelijke kennis en passend cv. Dit circus kan ook alleen maar in stand gehouden worden door het ‘entre-nous’ te houden. Steeds worden mensen uit hetzelfde circuit benoemd op strategische plaatsen om vanuit die positie weer benoemingen uit datzelfde circuit vanwege dat circuit te benoemen. Zo houdt men elkaar in stand met als belangrijk principe do ut des. En je hoeft maar de loopbaan van ex-politici of voormalig ministers te volgen om te zien hoe dat gaat.

Ook de gang van zaken in de Tweede Kamer stemt me ongerust. Ter illustratie: vertrekkende Tweede Kamerleden worden niet vervangen door iemand met een vergelijkbaar kennisdomein, maar door de volgende op de partijlijst. Alsof je een uitgevallen hockeyer vervangt door een bobsleeër.

Een cultuurverandering met een herwaardering van inhoudelijke kennis, kunde, vaardigheden, opleiding en cv, in goede balans met het vak van politicus/bestuurder met daarboven het loskomen van de ‘netwerkcorruptie’, is dringend nodig in de politiek en het bestuur. Een groot deel van de leden van het old-boys (and girls) bestuurlijke netwerk is het vermoedelijk hartgrondig oneens met mij. En zij bepalen nog steeds. Maar zoals mr. dr. Willeke Slingerland in een interview stelde, bij een deel van deze groep bestuurders begint het besef hiervan te groeien en die wil daar ook aan helpen veranderen. Het begin van hoop.

Delen