Estafettestokje
Het is geen geheim dat niet bij alle patiënten het kwartje gelijk bij het eerste consult valt. Zeker binnen de groep mensen met bijvoorbeeld pijnklachten of vermoeidheidsklachten is daar vaak meer voor nodig.
Het kan frustrerend zijn om steeds het gevoel te hebben om bij een patiënt weer van voren af aan te moeten beginnen. Er lijkt vaak niet zo veel te veranderen in het gedrag en de cognities totdat het fameuze kwartje daadwerkelijk valt. Dan kan het verschil in presentatie ineens enorm zijn, net als de voldoening bij de huisarts.
Zou het mogelijk zijn om die frustratie van het steeds opnieuw beginnen te voorkomen? Per slot van rekening is er al sprake van een vermoeide patiënt. Daar hoeft niet ook nog een vermoeide dokter bij te komen.
De vraag die ik u in dat kader zou willen voorleggen is: ‘Hoe geeft u het estafettestokje door?’
Met het estafettestokje bedoel ik hoe de diverse betrokkenen op elkaar aansluiten. Stel: u verwijst naar de fysiotherapeut of de psycholoog, geeft u dan vooral de ‘harde’ informatie over verwijsreden, medicatie en co-morbiditeit? Of geeft u daarnaast ook de zachte informatie mee? Dat kan betrekking hebben op aspecten als coping, de thuissituatie en uw eigen inschatting van de kern van het probleem. Die is heel vaak niet echt medisch, ook al kunnen medische aspecten wel degelijk een rol spelen. De volgende persoon kan het estafettestokje immers alleen oppakken wanneer het ook wordt aangereikt. Andersom geldt voor de terugkoppeling aan het eind van een behandeltraject dezelfde afweging. Krijgt u van deze behandelaar het estafettestokje ook weer terug? Ketenzorg is dan eigenlijk estafettezorg met als doel de kans zo groot mogelijk te maken dat het kwartje valt bij de patiënt. Tegelijk kan het de nodige frustratie helpen voorkomen. De volgende keer dat u het estafettestokje ontvangt heeft de vorige loper er alweer een rondje opzitten en dat zou merkbaar moeten zijn in uw eigen consult.