Freek moet huiswerk overdoen

Vorige week werd Nederland twee keer opgeschrikt. In de Volkskrant verscheen een opiniestuk van Freek de Jonge, die uitlegde dat het ‘met de media gebeurd is’. En het Centraal Planbureau publiceerde een rapport met de voorspelling dat de totale zorgkosten in Nederland op termijn kunnen oplopen tot wel 31 procent van ons bruto binnenlands product.

Wat hebben deze twee zaken met elkaar te maken? Voor het antwoord neem ik u eerst weer even mee naar mijn favoriete opiniejournalist in de VS, Matthew Yglesias. Die veegt bewonderenswaardig helder en overtuigend de vloer aan met de ook onder Amerikaanse Freeks populaire jammerklacht dat vooral door de komst van het internet, waar iedere gek kan roepen en publiceren wat-ie maar wil, serieuze media geen toekomst meer hebben. En legt uit hoe juist dank zij datzelfde internet, het aanbod van serieuze informatie nu groter, beter, gevarieerder én betaalbaarder is dan ooit tevoren. En wie goed kijkt, ziet ditzelfde ook in Nederland, zoals ik volgende week zal uitleggen met als voorbeeld de media voor de zorgbranche.

Matthew Yglesias sluit zijn ogen niet voor het feit dat het intussen wél steeds moeilijker wordt om in de media goed je brood te verdienen. Ook dit zien we in Nederland terug. Kranten en tijdschriften hebben het financieel steeds moeilijker, en inkomens en tarieven van journalisten staan onder druk. Maar, aldus Yglesias, wie hieruit concludeert dat het dús ook met de nieuws- en informatievoorziening als zodanig steeds slechter gesteld raakt, “confuses the interests of producers with those of consumers, and neglects the single most important driver of human welfare – productivity.”

Productiviteit dus: dat is hier het sleutelgegeven. En die productiviteit is in de mediabranche door alle nieuwe digitale mogelijkheden enorm toegenomen. Niet alleen het publiceren en distribueren van informatie is veel makkelijker en goedkoper geworden, ook het raadplegen van bronnen, het zoeken in archieven, het vinden van feiten en gegevens. En als iets goedkoper wordt om te produceren, dan gaat bij open concurrentie vanzelf de prijs ervan omlaag – en dus ook: de inkomens van de producenten.

Maar de media vormen maar een klein deel van de totale moderne economie. Dus als (alleen) in dat segment de prijzen dalen, blijft voor de doorsnee burger en consument het welvaartseffect bescheiden. Terwijl er intussen, schrijft Matthew Yglesias, andere, veel grotere economische sectoren zijn waar een vergelijkbare productiviteitsrevolutie tot nu toe uitblijft. Zoals het hoger onderwijs. En zoals de gezondheidszorg.

Dit brengt ons alsnog bij dat nieuwe rapport van het Centraal Planbureau. En dan vooral bij hoofdstuk 4, ‘Het grote grijze gebied in de zorg’. Dit is geschreven door CPB-gezondheidseconoom Rudy Douven, die glashelder uitlegt waarom de regelmatig gehoorde stelling dat ook in de zorg snel grote productiviteitswinst haalbaar is, berust op een illusie. Dit heeft vooral ter maken met een aan de zorgbranche inherent tekort aan transparantie en informatie, waar maar nauwelijks iets aan te doen valt. Vandaar die voorspelling dat de zorgkosten enorm zullen blijven stijgen, wat vooral voor mensen met lage inkomens een groot negatief welvaartseffect kan hebben.

Dus als Freek zich nóg eens druk wil maken over de toekomst van een branche, laat hij dan een beter voorbeeld kiezen.

Delen