Garage G.

Een jaar of tien geleden ging ik bij een kapper die erg veel verstand van auto’s had. Dit was ook zijn veruit favoriete gespreksonderwerp, wat voor mij soms best praktisch en leerzaam was. Zoals ook die dag toen ik hem vertelde over de garage waar ik zelf mijn auto in onderhoud had, en waarover ik best tevreden was maar die wel een flink eind buiten de stad zat.

‘Waarom dan niet Garage G.?’, zei mijn kapper. Ik wist heel goed wat hij bedoelde, was daar al heel vaak langs gelopen, verderop bij hem in de straat en niet ver van waar ik zelf woon. Alleen: dit was geen garage van mijn eigen merk, of van welk ander automerk dan ook, maar zo’n Bovag-aangesloten kleine garage waar ze ‘alle merken’ doen.

‘Is dat dan wel te vertrouwen?’, wilde ik natuurlijk eerst nog weten. Waarop mijn kapper mij uitlegde dat officiële merkgarages helemaal geen must zijn, en dat hij zelf al jaren bij Garage G. kwam met alleen maar de beste ervaringen.

Dus maakte ik de overstap, waar ik later nooit één moment spijt van heb gehad. Altijd ben ik daar goed geholpen; nooit had ik het idee dat er onnodige dingen werden gedaan, of dat teveel in rekening werd gebracht; en bij iedere beurt of reparatie werd van tevoren én na afloop rustig en helder uitgelegd wat precies de diagnose was en wat voor actie was ondernomen.

U voelt de parallel intussen wel aankomen, maar natuurlijk zijn er ook verschillen. Ook als automobilist ben je natuurlijk wettelijk verplicht verzekerd, met een basispolis plus de mogelijkheid om je vrijwillig aanvullend te verzekeren. Maar ook een complete all-risk verzekering dekt alleen maar onverwachte schade; en doet niks voor kosten van onderhoud en reparatie die, in plaats van door een accident, gewoon nodig zijn vanwege ouderdom en onvermijdelijke slijtage.

Een vorm van eigen risico dus die behoorlijk hoog kan oplopen, tot als je pech hebt een veelvoud van 385 euro per jaar. Waarbij het er dus enorm op aankomt dat de professional met wie je hiervoor in zee gaat, niet alleen zijn vak goed verstaat. Maar dat je er ook op kunt vertrouwen, gegeven je eigen structurele kennisachterstand, dat je nooit bang hoeft te zijn voor de kosten van dure overbehandeling en van niet-zinnige ingrepen.

Bij Garage G. heb altijd het gevoel gehad dat dit vertrouwen terecht was. En als ik bij mezelf bedenk waarop dit vertrouwen nou precies gebaseerd was, dan kom ik uit bij: toch vooral op ‘de persoon’. Op de bejegening door meneer G. zelf dus, die steeds exact zo was als je idealiter van je garagist verwacht. Natuurlijk: je kunt je in mensen altijd vergissen, dat hebben we allemaal weleens meegemaakt. Maar als je als cliënt de keuze moet maken om wel of niet in zee te gaan met een gespecialiseerde professional, dan blijft dit taxeren van iemands persoon toch altijd een strategisch handvat.

Bij Garage G. heb ik mij niet vergist. Dus stevig was mijn teleurstelling toen meneer G. mij begin dit jaar vertelde dat hij per 1 mei gaat stoppen, en met pensioen gaat. Er is ook niemand die zijn garage overneemt, want de eigenaar van het pand kiest voor een andere bestemming. Dus in de toekomst moet ik elders terecht, maar gelukkig had meneer G. twee adviezen. Op redelijke afstand binnen de stad, in een mooie buurt recht tegenover de dierentuin, zit een garage die wél is gespecialiseerd in het merk waarin ik rij, en die wordt gerund door nette mensen.

Een tweede alternatief zit nog een stuk dichter bij mij in de buurt, en is bovendien een gezinsbedrijf, net als Garage G. zelf. Meneer G. dreef zijn zaak samen met zijn vrouw, die al even vriendelijk is als hij zelf en die vooral de administratie deed. Die tweede garage die hij mij nu aanbeveelt, en waar ik binnenkort maar eens ga kijken, wordt helaas niet gerund door een team van man en vrouw. Maar wél door een team van broer en zus – ‘en dat is’, stelde meneer G. mij meteen gerust, ‘natuurlijk bijna net zo goed’.

Delen