Help! u belt!

Niet alleen patiënten vinden dat artsen te weinig met elkaar communiceren. Artsen vinden dat zelf ook, zo bleek uit een onderzoek dat het Nivel op 4 september publiceerde. Dat geloof ik direct.

Vorig jaar zomer zijn wij begonnen met het bellen van huisartsen zodra we een intakeonderzoek hadden gedaan wanneer een patiënt naar ons was verwezen. Voor die tijd schreven we alleen maar een keurig verslag in een brief en belden we alleen bij calamiteiten. Op de een of andere manier vonden we dat onbevredigend. Het voelde nooit echt alsof wij de verwijzer ook daadwerkelijk betrokken bij het traject. En dat terwijl deze toch ook vaak een goed beeld heeft bij zowel de patiënt als bij diens omgeving.

Er is niets mis met een brief, maar het maakt de afstemming erg indirect. Het is simpelweg niet uitnodigend om te overleggen aan de hand van een brief.

Er is een drempel voor de ontvanger om dan de telefoon te pakken en te bellen voor overleg. Dat gebeurt met name wanneer daar direct aanleiding voor is. Bijvoorbeeld doordat er feitelijke onjuistheden in staan die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de patiënt.

In de reacties die wij ervaren op onze telefoontjes zit een opvallende rode draad. Die is misschien wel het beste te omschrijven als: ‘Help, u belt.’

Gelukkig blijkt dat een aangename schrikreactie te zijn. Verwijzers blijken het erg prettig te vinden om op deze manier ook inhoudelijk een korte, maar kwalitatieve afstemming te hebben over hun patiënt. Daarbij zou er vooral één winnaar moeten zijn: de patiënt.

Onze eerste inschatting is dat op deze manier een win-win situatie is ontstaan. Bovendien vindt de patiënt het in de regel fantastisch. Zo moeilijk hoeft het dus niet te zijn.

Die brief versturen we vervolgens toch wel. Dat hoort er nu eenmaal bij.

Delen