Het verkeerde antwoord

In de aanloop naar de algemene politieke beschouwingen die volgen op Prinsjesdag, brengen de koepels van de zorgaanbieders traditioneel het belang van hun achterban onder de aandacht bij de politieke partijen. Hun boodschappen hebben met elkaar gemeen dat ze allemaal uitstralen: als onze belangen niet worden gediend, stort de zorg in. De kerken lopen leeg, maar preken voor eigen parochie blijft onverminderd populair.

Voor de politieke partijen geldt in die algemene politieke beschouwingen doorgaans min of meer hetzelfde. De mate waarin de eigen belangen ook daar voorop staan, maakt die beschouwingen vermoeiend voorspelbaar. Een leuke afleiding leverde het voorstel van Pieter Heerma (CDA) voor een Nationale Farmaceut op. Een voorstel dat op Twitter direct enthousiast bijval kreeg van columnist Zihni Özdil: “Wat Pieter Heerma nu voorstelt is ontzettend belangrijk (…) Cruciaal om patentenmonopolies en het neoliberale just-in-time model aan te kunnen pakken.”

‘De kerken lopen leeg, maar preken voor eigen parochie blijft onverminderd populair’

Beiden werden op hetzelfde medium op de nodige hoon getrakteerd en dat is ook begrijpelijk. Heerma en Özdil lijken niet te begrijpen wat bij medicijnontwikkeling komt kijken en welke risico’s daaraan kleven. De ontwikkeling van een geneesmiddel kan in onderzoeksfase III nog steeds falen en dan zijn al miljoenen euro’s uitgegeven. Onomkeerbaar down the drain. Het Kamerdebat dat dan volgt, wint de oppositie met twee vingers in de neus. En de minister die eerst werd binnengehaald als redder van onze nationale farmaceutische zorg, gaat roemloos af door de zijdeur.

Heerma heeft een punt als hij stelt dat we te afhankelijk zijn geworden van verre landen als het gaat om cruciale producten zoals medicijnen. Maar in antwoord daarop een eigen kapitaalintensieve industrie optuigen is niet het juiste antwoord.

Delen