Kunst in de basispolis?
Gratis toegang in de basisverzekering, en van nu af aan geen subsidie meer door het ministerie van Cultuur maar door VWS. Het wordt tijd, vindt directeur Wim Pijbes, dat zijn Rijksmuseum gewoon onderdeel wordt van ‘the Dutch health care system’.
Hij zei dit voor een publiek van deels buitenlandse journalisten, bij de opening van de expositie Kunst Is Therapie, te zien tot 7 september. Serieus bedoeld was het natuurlijk niet, en ook de spreker die na Pijbes het woord nam, en om wie het allemaal draaide, hield een verhaal met flink wat overdrijving, provocatie en soms grappenmakerij. Maar de rode draad was wel degelijk serieus gemeend, en wel degelijk de moeite waard – niet gek ook, als die spreker Alain de Botton is.
Onder professionele critici in de wereld van cultuur en literatuur is zijn reputatie zacht gezegd gemengd. Deels komt dit door ordinaire jaloezie: De Botton heeft, hoewel pas 44 jaar, al een lijst van wereldwijde bestsellers op zijn naam staan. Hierin gebruikt hij ideeën van grote filosofen en schrijvers uit het verleden, om naar eigen inzicht iets te zeggen over de wereld van nu. Dit doet hij onderhoudend en toegankelijk, waarbij hij niet focust op zware politieke thema’s, maar op de manier waarop mensen hun persoonlijk leven van alledag leiden. Allemaal taboe voor traditionele, zelfbenoemde cultuurarbiters zoals je die in sommige (oude) media nog steeds hardnekkig aantreft; en voor wie inhoud en diepgang synoniem zijn aan gewichtigdoenerij en oud-linkse politieke correctheid.
Ook het jongste boek van Alain de Botton, dat hij afgelopen oktober publiceerde samen met zijn landgenoot, de Britse kunsthistoricus John Armstrong, kreeg meteen veel zure kritiek. Art as Therapy is opnieuw een duidelijke provocatie: dit keer aan het adres van ‘de kunsthistorici’, die nooit goed hebben begrepen wat nou de échte betekenis is van (beeldende) kunst. En aan het adres van de kunstmuseums, die nooit goed hebben begrepen hoe ze hun collecties moeten presenteren.
Traditioneel gebeurt dit laatste chronologisch: afdelingen en zalen met kunst uit steeds één specifieke periode. Maar de ware betekenis, waarde en boodschap van kunst, vinden De Botton en Armstrong, zit hem in een helende, therapeutische rol bij het omgaan met universele, en niet aan één historische periode gebonden, levensvragen. Bij het vinden van een antwoord op problemen en uitdagingen in het persoonlijk leven, zoals tegenslag, armoede, rijkdom, ziekte, liefde, werk, ouderschap, sterfelijkheid, huwelijk…
Hiervoor is goeie kunst ook trouwens altijd bedoeld geweest, ook door de makers ervan: om, door er naar te kijken en je te laten inspireren, ‘een betere versie van jezelf’ te kunnen worden. En daarom moeten musea die kunst niet langer categoriseren en presenteren naar periodes (‘in zaal 10: de achttiende eeuw’), maar naar domeinen van het echte leven.
Het Rijksmuseum is deze uitdaging nu aangegaan. Niet door ineens de hele collectie anders in te richten. De Eregalerij is nog steeds de Eregalerij, met de Nachtwacht en met Het Straatje van Vermeer gewoon keurig op hun bekende plek. Maar zo’n 150 werken uit de vaste collectie zijn, door het hele museum heen, voorzien van commentaar door De Botton en Armstrong, waarin wordt uitgelegd welke ‘ziekte’, vooral in het domein van geestelijke (on)gezondheid, hier kan worden verholpen of verzacht. Daarnaast zijn de vijf prentenkabinetten wél tijdelijk heringericht, met prenten, tekeningen en foto’s rond de thema’s Lot, Geld, Politiek, Seks en Herinnering.
Wie een bezoek aan het Rijksmuseum speciaal voor deze tentoonstelling een brug te ver vindt, maar toch benieuwd is naar wat De Botton te zeggen heeft, is er dit artikel uit The Guardian waarin Alain aan de hand van tien schilderijen beknopt zijn visie uiteenzet.
Wie wél in Amsterdam gaat kijken, zal merken dat de teksten van De Botton en Armstrong in de overweldigende omvang van de collectie, en in de drukte aan bezoekers, een nogal bescheiden aanwezigheid zijn. De speciale audio-guide voor Kunst Is Therapie is daarom aan te bevelen. En misschien nog beter: kijk eerst eens goed door de catalogus, met alle werken en bijbehorende teksten, en start pas daarna met de tocht door het museum zelf.
Van harte aanbevolen. Niet eens zozeer omdat u hierdoor ineens een heel andere kijk zult krijgen op de betekenis van kunst, want daarvoor is De Bottons visie toch echt te eenzijdig en gekunsteld. Maar omdat dit een mooie aanleiding is om sowieso eens een bezoek te brengen aan het nu één jaar open nieuwe Rijksmuseum. En omdat deze tentoonstelling hoe dan ook een mooie illustratie is van de denkwereld van Alain de Botton. En die is, ook los van zijn ideeën over beeldende kunst, beslist de moeite waard.
1 reactie
In het bovenstaande van Vuijsje op de vleugels van De Botton zit precies de essentie die heden OVERAL moet worden toegepast:
namelijk weg met de poespas van het “nog-steeds-verzuilde-politiek-correcte-mammon-gedragen” heen naar je richten op “het menselijke maat”.
Het laatste is de bodem waar nieuwe kennis tot bloei kan komen!
M.E. Jansen
25 april 2014 / 22:58