Moral injury
Het leven gaat verder. De ingrijpende maatregelen in het kader van de pandemie worden beetje bij beetje opgeheven. Iedereen in de rijke landen die de ogen wilde openen, heeft kunnen zien hoe belangrijk wetenschap en wetenschappelijk onderzoek is en hoeveel incompetentie wij als maatschappij kunnen incasseren. COVID-19 zal voorlopig onder ons blijven, maar binnen potentieel werkbare grenzen. De economie gaat goed volgens het demissionaire kabinet, dat ons de misère van de politiek heeft laten zien. Het rotsvaste vertrouwen in de eerlijke, rechtvaardige overheid krijgt zo langzamerhand wel aardig wat deukjes, niettegenstaande mijn bewondering voor de werklust, ijver en getoonde energie van minister Hugo de Jonge ten tijde van de COVID-19-crisis.
In vergelijking met veel andere landen gaat het in ons gave, rijke landje behoorlijk goed, uitdrukkelijk: niet voor iedereen, maar voor heel veel mensen wel. Ik zie de files van vliegtuigen op weg naar de landingsbaan alweer wanneer ik naar huis rijd op de A9, als teken van de oplevende reislust en reismogelijkheden.
Maar de maatschappij, de regering en het ‘old boys (and girls) network’ zadelen ons in de gezondheidszorg op met een onoplosbaar probleem. We kunnen de hoeveelheid gevraagde zorg gewoon niet meer aan als we onze oude standaard willen bewaren. En terwijl de nood onder het personeel hoog is, lijkt deze nood nauwelijks het limbisch systeem van de bestuurders en besturend politici te bereiken en wordt al weer gesproken over beddenuitbreiding, ‘met zijn allen’ voorbereiden op de volgende accreditatie, en ‘kwaliteitsslagen’ die gemaakt moet worden, voorgesteld door mensen die in de afgelopen COVID-periode ogenschijnlijk onder een steen hebben gelegen.
‘We kunnen de hoeveelheid gevraagde zorg gewoon niet meer aan als we onze oude standaard willen bewaren’
De wereld en zeker de afdelingen communicatie zitten niet te wachten op realisten die de problemen benoemen, maar zien liever positivo’s en braafpraters, die vervolgens graag naar voren worden geschoven. Meestal totdat het personeel dat het in de uitvoering moet doen eindelijk de schroom overwint en voldoende moed verzamelt om tegen de buitenwereld te zeggen dat het niet kan.
Wat er nu gebeurt, is dat het zorgpersoneel blootgesteld wordt aan enorme morele dillema’s: men kan niet doen wat men wil doen en gewend was te doen. Men werkt beneden de standaard die altijd gesteld werd en die men zichzelf stelde.
Het meest verontrustend is dat we zo in een negatieve spiraal terechtkomen. De hoge intrinsieke motivatie bij de medewerkers, nog steeds niet goed bekomen van de COVID-19 crisis in de ziekenhuizen (en daarbuiten), leidt tot een zogenaamd moral injury’. Men kan niet doen wat men vindt dat men zou moeten doen, volgens de eigen professionele standaard. En dit leidt tot ziekte, van burn-out tot PTSS.
In ieder geval leidt het tot ziekteverzuim, waardoor er nóg minder medewerkers op de werkvloer overblijven die daardoor nóg meer belast worden en op zoek gaan naar een minder belastende functie elders. Ik denk werkelijk dat de ‘sense of urgency’ hiervoor onvoldoende bestaat bij de beleidsmakers. Als we zo doorgaan blijft er uiteindelijk maar één iemand over die werkt in de zorg…
‘Doe nou eens in daden wat aan de overbodige registratielast en te uitgebreide managementlagen’
Hadden we dit dan niet kunnen zien aankomen? Ja, natuurlijk wel. Maar constateringen met bijpassende oproepen, al vele maanden of meer dan een jaar geleden, dat we keuzes moeten maken, wat wél en wat niet meer kan en de noodzaak van een overkoepelend ‘Deltaplan’ voor de te geven zorg, werden als ongepast of overbodig gekwalificeerd (‘de minister is er allang mee bezig’). Oproepen om meer verpleegkundigen beschikbaar te hebben voor de zorg, ook door het reduceren van de bureaucratische last, naast meer opleiden zijn alleen nog als zachte echo hoorbaar.
Er zijn veel collega’s die het niet hardop durven te zeggen, maar die ik wel spreek hierover. En helaas constateren we samen dat er maar weinig verandert, ondanks dat er in meerdere consecutieve regeerakkoorden een krachtige aanpak werd beloofd. Tja zegt de minister, 1 op de 7 mensen werkt al in de zorg. En als het zo doorgaat werken er in de nabije toekomst 1 op de 4 mensen in de zorg en dat kunnen we niet betalen. Dat argument snijdt zeker hout. Maar, minister, kónden die 1 op de 7 mensen maar echt in de zorg werken, aan de patiënt, en niet achter een bureau of afvinkcomputer. Doe nou eens in daden wat aan de overbodige registratielast, te uitgebreide managementlagen en invloedrijke bestuurders & instanties die hier geen werk van (willen) maken. Het vereist moed en het zal echt met de botte bijl moeten, zoals de inmiddels wielrennende ex-minister Wouter Bos al eens schreef. Laat ons niet wachten op het nieuwe kabinet, want dan is het misschien al te laat en is al het zorgpersoneel uitgeblust of uitgevlogen.
4 reacties
Veel dank aan collega Prof. Dr. A. Girbes, voor het beschrijven van de werkelijke oorzaak van de huidige nood in de gezondheidszorg, waarbij een duidelijke herstructurering van onze zorg door de mensen aan het bed noodzakelijk is. Willen we goede zorg kunnen blijven geven, dan moeten we eerst zorgen voor onze medewerkers en passen op de moral injury, welke fors oploopt nu.
Wij ondersteunen collega Girbes o.a. middels onze brandbrief naar de huidige bestuurders: https://verzorgdezorg.nl/brandbrief/
Met vriendelijke groet,
Aernout Lahaije en Sander de Lange, intensivisten.
Aernout Lahaije
15 oktober 2021 / 12:08Wat een goed stuk. In 1996 begon ik als basisarts in de ambulante ouderenpsychiatrie. Eigenlijk nul administratie. Aan het eind van de dag leverde ik wat amper leesbare kladjes in bij de secretaresse die er een mooi verslag van maakte. Toen ik in 2015 vertrok was ik voor mijn gevoel 50% van de tijd eraan kwijt.
Arthur Schuler
17 oktober 2021 / 09:51Heel herkenbaar en ik ben het helemaal met je eens. Maar uitbreiding van zorg en meer zorgpersoneel is geen duurzame oplossing.
In mijn ogen moet de zorg geüpgraded worden naar een nieuwe vorm.
De zorg eerst opdelen in twee: acute en chronische geneeskunde. De eerste vorm is het probleem niet. De tweede wel. Die behandelen we nu net als de eerste louter symptomatisch. Daarmee ontstaat draaideur zorg: vroeg of laat komt het symptoom terug. De nieuwe aanpak heet de functionele geneeskunde.
Naast vaststellen van de diagnose en het behandelen van de symptomen, stelt de functioneel geneeskundige de vragen: waaróm kreeg de patiënt dit en hoe brengen we de patiënt terug in de situatie van voordat de chronische ziekte ontstond?
Daarnaast moeten we inzien dat we nu pleisters plakken aan het einde van de lange rit die de pt aflegde om aan deze ziekte te komen. Het Ministerie van VWS zou de preventieve zorg heel hoog in het vaandel moeten hijsen.
PS Mijn boek: “Studeerden wij medicijnen of geneeskunde?” verscheen in maart 2020 en is overal verkrijgbaars.
Lieneke vd Griendt
17 oktober 2021 / 18:33Het zijn schoften. Ze horen er voor ons te zijn. Die van het woonprotest kregen van Madame Kaag te horen dat er niets drastisch zou gaan veranderen aan het woonbeleid, waarom zouden we? een huis kopen is voor de meesten onmogelijk geworden. Hebben we één kamerlid wat ze op de huid zit dan proberen ze die te dumpen. De 149 collega’s, rennend naar de interruptiemicrofoon als het om Zwarte Piet, discriminatie of vluchtelingen gaat heb je er nauwelijks over gehoord. Het boek “Niet ons soort mensen” van Rob Slewe maakt duidelijk met welk legaal tuig we van doen hebben. Tijd voor verandering riepen ze onlangs bij de PVDA. Ze hadden een slachtoffer van een huisjesmelker gestrikt voor hun sociale camera. Wat deden de PVDA’ers in Rutte II? GEEN TERING! beetje in het pluche hangen, oh ja, ze hebben staan klappen voor de zorgmedewerkers. Het is om je kapot te schamen. Al vele jaren geleden was ik tweemaal getuige hoe artsen, verpleegsters en verplegers het vuur uit hun schenen renden om het leven van een onbekende te redden. Je moet wel een enorme sufferd zijn wanneer je niet beseft dat dit voor hun dagelijkse kost is. Al tien jaar worden ze steeds iets meer uitgeperst door Rutte en zijn maten, ook de vier jaar dat de partij die nu roept om verandering gingen de bezuinigingen gewoon door. Anderhalf jaar geleden zit de lamlul Eric Wiebes aan een enorme tafel met een stel andere lamlullen uit te leggen hoe rijk Nederland is. Aan het eind van zijn imbeciele praatje blijkt Nederland het op één na rijkste land in de wereld te zijn. Qatar was het rijkst en daarna kwam Nederland volgens KwiebesKwabbes met zijn stem die je ook weleens kunt horen vanuit een poppenkast. Niet één vraag komt er waarom dan meer dan 1 miljoen huishoudens in dit op één na rijkste land ter wereld het hoofd nét boven water kunnen houden of nét niet? Waarom al 10 jaar zoveel bezuinigingen? waarom meer dan 300.000 woningen te weinig? waarom 40.000 daklozen? waarom voedselbanken? niet één gast aan tafel komt op het idee om is iets te vragen aan wijsneus Eric. Daarna heb ik Eric niet meer gezien. Dat hij enorm op zijn kloten heeft gekregen vanuit de top van de criminele VVD, zou mij niks verbazen.
Peet Stolk
16 november 2021 / 02:49