Wie van de drie?
Zou het zo kunnen zijn dat ‘Wie van de drie’ meer is dan een lid van het rariteitenkabinet dat televisiemuseum heet?
In dit geval gaat het niet om de vader van een bekende zanger of de buitenechtelijke dochter van een politicus. Deze keer nemen drie identiteiten plaats op de draaiende kuipstoeltjes. Wie vertegenwoordigt de ware identiteit van de dokter?
De eerste is Onlosmakelijk. Van wakker worden tot slapen gaan en vervolgens van slapen gaan tot weer wakker worden. Dokter ben je altijd.
De tweede die zich voorstelt heet Organisatie. Omdat ook een dokter graag het gevoel heeft ergens bij te horen. De één heel concreet in een team, de ander uitermate abstract en voor het oog zelfs solistisch.
Omgeving is de derde identiteit die zich meldt bij de presentator. Zorgvuldig opgebouwd uit vrienden, familie, trouwe patiënten en wildvreemde passanten.
Het bijzondere is dat we deze drie identiteiten inderdaad als zodanig belichten. Alsof één ervan de enig ware zou zijn. Alsof dat de identiteit is die de andere twee nederig in de schaduw stelt.
Juist in die premisse schuilt een fatale ontkoppeling. Ontkenning van die koppeling leidt tot eilanden die op drift raken in de golfstroom van zorgverzekeraars en politiek. Het is een ontkoppeling die leidt tot vervreemding. Steeds vaker doemt het pleidooi op in de zorg om de patiënt daadwerkelijk te zien als geheel. Als mens. Niet louter als een verzameling biomedische en psychosociale data.
Dat pleidooi zou niet geloofwaardig zijn, als het niet ook een wederkerigheid in zich heeft. Niet alleen de patiënt zou als geheel benaderd mogen worden. Voor de dokter zou dat niet anders moeten gelden.