Zandbakdromen
Weet jij al welke kant je op wilt?’ Het is de vraag die (geneeskunde)studenten vaak krijgen. Het lijkt een vriendelijke herinnering om over je koers in het leven na te denken, maar eronder ligt vaak de aanname dat niet weten welk specialisme of beroep je wilt beoefenen automatisch betekent dat je géén richting op vaart. Fantastisch dat sommige mensen spelend in de zandbak al wisten welk beroep bij ze past, maar voor de meesten draaide het vooral om zandkastelen bouwen.
We lijken te streven naar een samenleving waar vroeg kiezen de norm is: de timmervrouw die in groep 4 haar roeping vond, de tandarts die in groep 6 een snuffelstage deed en de dokter die in groep 7 op sinaasappelschillen leerde hechten tijdens de ‘fruitdag van de week’. Hoe eerder je het weet, hoe sneller je in de carrièretrein kan stappen. Toch?
‘Durf ‘ja’ te zeggen tegen kansen die je hart sneller laten kloppen’
In mijn tweede bachelorjaar kwam ik een vacature tegen: Jongerenvertegenwoordiger Mensenrechten & Veiligheid van Nederland naar de Verenigde Naties. Hoewel ik tot de groep behoor die tijdens mijn zandbaktijden tekeningen maakte van mezelf in operatiekamers, liet deze vacature mijn hart sneller kloppen, ondanks dat het niet paste in de trein waar ik was ingestapt. Van open brieven schrijven naar ministers, tot speechen in het hoofdkantoor van de Verenigde Naties, tot spreken met jongeren. Deze intercity reed parallel aan de sprinter met mijn zandbakdroom om dokter te worden.
Ik weet nog niet wanneer deze treinen gekoppeld samenkomen op één spoor, maar ik weet wel dat ik jou precies hetzelfde gun: dat je ‘ja’ durft te zeggen op de kansen die je hart sneller laten kloppen, júíst als je daardoor soms moet wisselen van spoor.