Ik zal geheimhouden

We moeten erop kunnen vertrouwen dat wat we de arts vertellen ook echt vertrouwelijk is. Maar is dat ook zo? Ik weet nog hoe ik als student geneeskunde een zomer in een perifeer ziekenhuis werkte. Ik moest poliklinische dossiers uit het archief ophalen en later weer terughangen. We kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar ik had er toen een dagtaak aan. Saai!

Op een dag deed ik iets wat niet mocht. Er viel een stapel dossiers op de grond, en eentje viel er open. Terwijl ik het opraapte las ik – het ging écht per ongeluk – een intieme beschrijving van een diepongelukkig huwelijk. Met rode oortjes las ik bladzijde na bladzijde tot er een geamuseerd: ‘Is het boeiend?’ achter me klonk. De psychiater.

‘Ik zal geheimhouden wat mij is toevertrouwd’

Zonder beroepsgeheim kan er geen vertrouwen zijn tussen behandelaar en patiënt, en daarmee geen goede behandelrelatie. Het beroepsgeheim blijft daarom ongeschonden, dacht ik, op een enkele ‘materiële controle’ van de zorgverzekeraar na misschien. Sinds kort weet ik beter. Ons team kreeg onlangs bezoek van de ‘kwaliteitsmedewerker’ van de GGZ-instelling. De kwaliteitsmedewerker gaat niet over de kwaliteit van zorg, zoals de naam suggereert, maar over de kwaliteit van de registraties van zorg.

medische dossiersVan de kwaliteitsmedewerker moesten we nauwkeuriger registreren. Veel nauwkeuriger! Dat is belangrijk, vertelde hij, want de zorgverzekeraar leest met ons mee. De zorgverzekeraar controleert bijvoorbeeld of een beschrijvende diagnose overeenkomt met de opgegeven DSM-classificatie. Nu is een DSM-classificatie vrij algemeen en moeilijk naar één persoon te herleiden, maar een beschrijvende, persoonlijke diagnose bevat veel relevante en vertrouwelijke informatie.

Mogen zorgverzekeraars dat zomaar doen? Ja, bepaalde de Tweede Kamer onlangs: bij ‘verdenking van fraude’ mogen zorgverzekeraars het dossier inkijken en moeten ze de patiënt achteraf (!) informeren.

Natuurlijk willen GGZ-instellingen voorkomen dat ze achteraf forse bedragen aan de zorgverzekeraar moeten terugbetalen. Daarom hebben de instellingen ‘kwaliteitsmedewerkers’ in dienst genomen om alle dossiers na te pluizen. Dat gaat zo: ‘Ja hoor! Hier heb ik er weer een! Kijk, in de beschrijvende diagnose staat dat deze mijnheer last heeft van hallucinaties, maar in de DSM staat toch echt ‘psychose NAO’. Stuur de behandelaar maar een foutmelding. Dat mag hij overdoen.’

Echt? Ja, echt.

Voor een besparing van 0,015% van het totale budget wordt het beroepsgeheim geschonden

Het wantrouwen regeert. En waarvoor? In 2015 is voor 11 miljoen euro aan fraude geconstateerd. Dat is veel geld, zeker, maar 11 miljoen is 0,015% van het totale zorgbudget. Dus voor een besparing van 0,015% van het totale budget wordt het beroepsgeheim geschonden, hebben GGZ-instellingen controleurs in dienst moeten nemen (en wat kost dat dan?), worden zorgverleners als potentiële fraudeurs neergezet, en lezen zorgverzekeraars – al dan niet met rode oortjes – mee in uw dossier.

Delen