Koplopers

Op sommige dagen maakt mijn hart een sprongetje. Vorige week gebeurde dat twee keer. Bij het nieuws over de kerst-Allerhande en bij de presentatie van het Nationaal Preventieakkoord. Staatssecretaris Blokhuis is tegenwoordig zelfs mijn grootste bron van sprongetjes. Hij maakt mij blij met onversaagde pogingen om ziekmakende multinationals te beteugelen. Albert Heijn volgt nu door meer aandacht te besteden aan lekkere groenterecepten dan aan vlees. Koplopers zijn ze.

Die sprongetjes zijn relatief nieuw. Vroeger boeide mij ‘de ander’ niet zo. Als mensen zichzelf dood wilden bankhangen, roken en snacken, moesten ze dat vooral zelf weten. Maar chemotherapie heeft iets raars gedaan met mijn hersenen, ze werken nu anders. Ineens zie ik twee werelden: het stadsdeel waarin mensen redelijk verstandig voor zichzelf kunnen zorgen (ik zeg kúnnen) en de wijken waarin mensen bezwijken onder de fnuikerigheid van het moderne leven. En dat schuurt, daar heb ik moeite mee.

Gezond gedrag mag onderhand weleens  het normale straatbeeld worden

Ik woon midden in zo’n wijk en zie elke dag moeizaam lopende mensen met vaak grauwe gezichten vanwege chronische pijn of andere ongemak. De dokter heeft gezegd: “U moet meer bewegen, stoppen met roken, afvallen en gezonder eten.” En ze knikken beleefd, ze zouden graag willen, maar het lukt niet. Want er zijn te veel problemen, de stress is te hoog en de omgeving werkt niet echt lekker mee.

En daar kunnen we wat aan doen. We kunnen met z’n allen proberen verschillig te zijn en de omgeving te veranderen. Gezond gedrag mag onderhand weleens uit de cynische hoek, en het normale straatbeeld worden. Deze koplopers hebben de handschoen opgepakt. We zijn we weer twee sprongetjes verder.

Delen