Modelovereenkomst op losse schroeven

zzp / modelovereenkomst

Terwijl de fiscus volgend jaar gaat handhaven op arbeidsrelaties met zzp’ers, lijkt de modelovereenkomst zijn fiscale waarde te gaan verliezen. En daarmee, zo stelt VvAA-adviseur Erik van Dam, verdwijnt het enige houvast dat zzp’ers en opdrachtgevers nu hebben.

Na jaren van uitstel wordt per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium opgeheven. Dat werd nog maar eens bevestigd in het Handhavingsplan arbeidsrelaties 2024, dat de Belastingdienst in maart publiceerde. “Dat schijnzelfstandigheid een halt wordt toegeroepen, is goed, want het is doorgeslagen”, zegt VvAA-adviseur Erik van Dam. “Maar de handhaving komt op een moment dat er wettelijk nog geen duidelijkheid bestaat over wanneer iemand wel of niet als zelfstandige werkt.”

Beeld | Erik van Dam

In oktober 2023 kwam SZW-minister Van Gennip met een wetsvoorstel (Wet Vbar), dat de regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen moest verduidelijken. Na een storm van kritiek, onder meer via een internetconsulatie, liet Van Gennip weten dat de voorgestelde ingangsdatum van 1 juli 2025 niet haalbaar was. Maar de handhaving gaat wel van start op 1 januari. “Bovendien”, merkt Van Dam op, “lijkt de enige duidelijkheid die er nu wél is, de modelovereenkomst, óók nog te verdwijnen.”

Eind 2023 is een werkgroep gestart om de toekomst van modelovereenkomsten te verkennen. Maar in paragraaf 5.5 van het handhavingsplan sorteert de Belastingdienst al voor op een afscheid: ‘Modelovereenkomsten hebben een beperkte waarde, omdat de zekerheid vooraf afhankelijk is van de opvolging in de praktijk.’

Een drogreden, vindt Van Dam. “Dat is hetzelfde als zeggen dat verkeerslichten geen waarde hebben, want je kunt je er ook niets van aantrekken en door rood rijden. De door de Belastingdienst goedgekeurde zzp-modelovereenkomsten op branche- en beroepsgroepniveau zijn passend en goed bruikbaar om te kunnen vaststellen of iemand binnen of buiten dienstbetrekking werkt. Het zou een vergissing zijn zo’n fiscaal instrument overboord te gooien.”

Alternatieve samenwerkingsvormen

Op de vraag hoe groot Van Dam de kans acht dat de handhaving toch weer wordt uitgesteld, antwoordt hij: “Die gedachte lijkt hier en daar nog wel te leven, maar ik zie op dit moment geen enkele aanwijzing om dat te denken.” Daarom roept hij opdrachtgevers en zzp’ers in de zorg op om ‘nú de inschatting te maken of er daadwerkelijk buiten dienstbetrekking wordt gewerkt’. “Als dat niet zo is of er zijn twijfels, ga dan tijdig in gesprek over alternatieve samenwerkingsvormen, want niemand zit straks op naheffingen te wachten.”

Delen