Nu even bikkelen, maar straks…

Hoe het gaat? Druk, druk, druk. Maar goed, ik moet hier even doorheen. Even de studie afmaken. Even die PhD door. Even bikkelen tot ik ben aangenomen voor de opleiding. Even die specialisatie doorkomen. Even cheffen van de clinique. Even nog m’n plek vinden in de maatschap. Maar dan…

Dan kan ik vrij zijn, en m’n eigen ding doen. Dan heb ik meer regie over m’n weken. Heel even doorbijten, maar dan ben ik er hoor. Dan heb ik het gemaakt. En dan… dan ga ik doen wat ik leuk vind, minder stress, niet meer druk druk druk. Het is nu even zwaar, maar ik ben er al bijna, maak je maar geen zorgen.

Hoe vaak ik dit soort zinnen hoor bij mijn collega-artsen. En elke keer als die ene stap bereikt is waar ze zo hard voor hebben gewerkt, dan is er ineens weer een nieuw doel.

In Medisch Contact las ik zelfs dat 22 procent van de mensen die een PhD doen het waarschijnlijk niet gedaan had als het niet had geholpen voor de volgende stap in hun carrière. Vier jaar van je leven, en soms langer, alleen voor dat vinkje. Vier jaar lang: “Even dit afmaken, maar dan…”.

Dan wat? Dan ben je zestig en heb je het helemaal gemaakt in je maatschap en maak je helemaal de dienst uit. En wat een regie! Maar hoe kijk je dan terug op de veertig jaar die nodig waren daar te komen? Hoeveel gelegenheden heb je moeten missen? Hoe vaak de signalen van je lichaam moeten snoozen?

‘Elke dag moet er wat mij betreft één zijn om voor te leven’

Ik ben de laatste die zou zeggen dat hard werken niet goed is of niet leuk. Zelf heb ik vaak genoeg keihard door gebikkeld op weg naar een doel (die 25 boeken zijn er niet vanzelf gekomen naast een voltijdstudie). Maar ik ben inmiddels wel gestopt met zeggen “Even dit afmaken en dan…”.

Nee, elke dag moet er wat mij betreft één zijn om voor te leven. Als artsen worden we vaak genoeg geconfronteerd met de mensen die een stuk minder dagen hadden dan ze initieel dachten. Elke dag moet het streven naar balans er zijn. En ook met die mindset blijft bij mij inmiddels voldoende tijd over om keihard te knallen en grote doelen te bereiken.

Maar mijn leven heb ik wel anders moeten inrichten. Want duizend dingen willen, betekent ook die ruimte voor jezelf creëren. Dus mijn boodschappen komen inmiddels via Picnic en mijn vervoer is meer dan eens de Uber. Nu even doorbikkelen om straks te kunnen genieten is voor mij geen optie meer.

Die balans vinden is mij niet in m’n eentje gelukt. Ik heb hulp gevraagd aan coaches, psychologen, adviseurs, mentoren, maar vooral ook aan vrienden en familie. De oefening om vijf mensen die mij het beste kennen een appje te sturen met de vraag me in drie woorden te omschrijven, hebben mij meer geleerd dan 100 zelfhulpboeken.

‘Ik besefte dat ik een stuk meer humor had dan ik dacht’

Zo besefte ik bijvoorbeeld dat ik een stuk meer humor had dan ik dacht. En ik maar denken dat ik serieus was. Maar verdomd, het klopte, bij mijn allerbeste vrienden was ik inderdaad een grote grappenmaker. Tijdens mijn coschappen had ik die kant van mezelf gek genoeg even uitgezet. Na me drie jaar als een kameleon tijdens elk coschap steeds te hebben aangepast om goed in de smaak te vallen, was ik even kwijt wie ik eigenlijk echt was.

Steeds vaker hoor ik ook kritiek op coaches. Dat snap ik wel, want er lopen er heel wat rond, zeker op social media, die de kennis en ervaring missen om echt goed te helpen. En sommigen doen zelfs meer kwaad dan goed. Maar alle coaches afschrijven vind ik wel te kort door de bocht. Juist coaches zijn de mensen die bij mij de balans hebben teruggebracht. Me hebben leren luisteren naar mezelf en mijn lichaam (want nee, tien uur lang je plas ophouden om maar door te kunnen, is geen prestatie maar een pijniging voor je blaas).

‘Arts in balans’ zou niet alleen moeten klinken als een missie van het gelijknamige bedrijf. Maar als de norm in elke zorginstelling.

Delen