Ongelijke schenking
Recent had ik een gesprek met een huisarts. Hij had zijn zoon een hoge schenking gedaan, met de intentie om zijn dochter een vergelijkbare schenking te doen. Door omstandigheden zag hij daartoe op dit moment geen mogelijkheid. Hij maakte zich zorgen, omdat zijn dochter hierdoor misschien zou worden benadeeld.
In dit geval kon ik hem geruststellen, want er is een redelijk eenvoudige oplossing. Deze huisarts kan er namelijk voor kiezen de schenking die zijn zoon heeft ontvangen, te laten inbrengen in de nalatenschap. Omdat de schenking al had plaatsgevonden, kan hij dit nu alleen nog regelen door dit via een bepaling in zijn testament op te nemen. Een andere optie was geweest dit al in een schenkingsovereenkomst te regelen.
De zoon krijgt iets minder en de dochter iets meer
Door de schenking in te brengen, neemt de grootte van de nalatenschap toe. Ieder kind krijgt een gelijk deel, maar omdat de schenking daarmee wordt verrekend, krijgt de zoon iets minder en de dochter iets meer. Een vereenvoudigd voorbeeld ter verduidelijking: de nalatenschap van vader bedraagt €300.000,-. De zoon heeft al een schenking ontvangen van €100.000,-. Door de inbrengverplichting bedraagt de fictieve nalatenschap €400.000,-. Het erfdeel per kind bedraagt dan €200.000,-. Op het erfdeel van de zoon wordt vervolgens de ontvangen schenking in mindering gebracht, zodat zijn erfdeel €100.000,- bedraagt en dat van de dochter €200.000,-.
Sinds 2003 hoeven schenkingen wettelijk gezien niet meer te worden ingebracht. Tot 2003 was dit juist andersom. Wilt u afwijken van de wettelijke regeling, dan moet u dit dus expliciet opnemen in de schenkingsovereenkomst of testament. Belangrijk om te weten is dat wanneer een kind bij de schenking expliciet is vrijgesteld van inbreng, dit later niet via een testament kan worden hersteld. Het omgekeerde is wel mogelijk: een schenker kan een bij de schenking opgelegde inbrengverplichting in zijn testament wel ongedaan maken.