Onvolkomen debat (2)
Je kon er gewoon op zitten wachten, al die weken van almaar verhitter wordende discussie over de afschaffing van artikel 13. Zelf deed ik dat in elk geval wel, gewoon op grond van persoonlijke ervaringen van mensen in mijn eigen omgeving. En toen begin deze week de NPCF met dat nieuwe rapport kwam, stonden ze in elk geval bij De Telegraaf al duidelijk klaar in de startblokken om hier gretig bovenop te springen.
‘Patiënt in ijzeren greep huisarts’, heette het breeduit op de voorpagina, met als subkop ‘Overstap naar andere praktijk lukt zelden’. En in commentaren van zij die zich steeds meer zijn gaan ergeren aan vooral de toonzetting van de recente campagne tegen minister Schippers, tegen de NZa en tegen de zorgverzekeraars, klonk al snel een onverholen triomfantalisme door. Zó’n grote mond opzetten over het belang van ‘vrije artsenkeuze’, maar intussen zelf die vrijheid juist schaamteloos saboteren… Waarbij al snel te horen viel dat patiënten dit ook regelmatig ondervinden in de tweede lijn, en bij het zoeken van een second opinion.
Simplificatie en overdrijving: inderdaad. Wisselen van dokter is een complex issue, waarover veel meer valt te zeggen dan de NPCF nu heeft gedaan. Maar dat is hier niet het punt. Want deze nieuwe wending in de debatvoering komt niet uit de lucht vallen, maar heeft een voorgeschiedenis. Die vooral is gekleurd door de keuze, door spraakmakende voorstanders van behoud van artikel 13, zelf vooral afkomstig uit medisch-professionele kring, om hun campagne eerst en vooral te voeren namens de patiënt.
Over een paar dingen geen misverstand. Dat vrije artsenkeuze in het belang is van de burgers, is iets waar veel voor te zeggen valt. Dat ook veel artsen dit oprecht vinden, is buiten kijf. En dat dit laatste zwaar meeweegt in hun actuele stellingname, en in die van hun representanten en zaakbehartigers, is boven twijfel verheven.
Maar meewegen, en zelfs zwaar meewegen, is nog niet per se hetzelfde als: meewegen als énige, of zelfs maar: primaire, beweegreden. Ook dit laatste zal bij sommigen vast wel het geval zijn, maar zeker niet bij iedereen. En hier is ook niets vreemds of verkeerds aan. Afschaffing van artikel 13 kan worden opgevat als een ernstige bedreiging voor de positie van zorgaanbieders. Je hierover druk maken, en oproepen en overgaan tot verzet, is dan volstrekt legitiem. Vanwege het gevaar dat niet-gecontracteerde zorg in het vervolg voor nul procent wordt vergoed. En vanwege de vrees dat zij die hiermee alle macht in handen krijgen, de verzekeraars dus, niet alleen de kennis en expertise missen die nodig is om zorg in te kopen op basis van kwaliteit, maar misschien ook de intentie en motivatie.
Zaken waarover je van mening kunt verschillen, maar die hoe dan ook een goeie reden kunnen zijn om in het geweer te komen. Omwille, zonder valse schaamte of bescheidenheid, van het eigen belang. Het belang dus van zorgaanbieders die vrezen dat de stoelen onder de eigen beroepsuitoefening, en onder de eigen bedrijfsvoering, in de toekomst kunnen worden weggezaagd.
Dat dit toch niet is ingezet als primair motief in de gevoerde campagne en opiniëring, is op zichzelf best begrijpelijk. Dokters die publiekelijk opkomen voor hun eigen zakelijke en financiële positie, hebben in de publieke opinie, en in de beeldvorming (of framing) door de media, al snel de schijn van graaierij tegen.
Maar de ene casus is de andere niet. Toen een paar jaar geleden een aantal medisch specialisten gezamenlijk op een ‘actiefoto’ ging, vrolijk lachend in vol ornaat met witte jas en al, omwille van een betere beloning, was dit uit oogpunt van imago-management van een tenenkrommende naïviteit. Maar hiermee vergeleken is artikel 13 een issue van totaal andere orde. Waarbij het niet gaat om een procentje of wat meer of minder, maar de facto om de vrijheid van beroepsuitoefening.
Het was daarom beter geweest als vanuit artsenkring vooral híer de nadruk op was gelegd, in plaats van primair te argumenteren in termen van patiëntenbelang. Dan had kunnen voorkomen dat ook op dit punt de discussie over artikel 13 was verzand in een ‘onvolkomen debat’. (Waar ook de zorgverzekeraars, op hun eigen manier, het nodige toe hebben bijgedragen.)
Dan was die positie ook minder kwetsbaar geweest voor gechargeerde tegenwerpingen zoals die nu worden aangewakkerd door dat jongste NPCF-rapport. En was, vanuit het perspectief van de pleitbezorgers voor behoud van artikel 13, hun campagne niet alleen zuiverder en helderder gevoerd, maar mogelijk ook effectiever.
4 reacties
Vuijsje pleit voor meer nadruk in deze campagne voor het argument:
“vrije beroepsuitoefening” . Dit in tegenstelling tot het argument: “het is beter voor de patiënt” .
Bedenkingen mijnerzijds:
-allereerst vraag ik mij af in hoeverre politiek, zorgverzekeraars, patiënten en Telegraaf-lezers wakker zullen liggen van een dokter die om zijn vrijheid roept.
-vervolgens vind ik , net als vele andere zorgverleners, dat het patientenbelang is afgekocht door VWS en ZN.
En dat klopt niet. Dat deugt niet.
Uiteraard zullen tegenstanders dankbaar “gebruik” willen maken van de sterkte, en ook zwakte, van zorgverleners ( een patiënt laat je immers niet in de steek; dokter, u lijdt aan een gevoel van morele superioriteit; dokter, u lijdt aan reddersfantasieen ) .
Strategie en beroepseer: het zullen nooit vrienden worden.
Ik hoop echter dat artsen en andere zorgverleners hun hart zullen laten spreken. Dat is de sterke kant van zorgverleners, en de reden waarom zo ongelooflijk veel mensen in NL hun vertrouwen durven te geven .
E.Kriek
4 juli 2014 / 19:58Hoi Edward,
mooi stukje tekst. Ben er helemaal mee eens.
groet uit een ’tocht’-stad 🙂
JT
J.T. Ling
5 juli 2014 / 01:10Blijft toch knap van de allergrootste Olifant in de kamer om zich zo klein te maken dat Flip Vuijsje hem over het hoofd ziet: het gevestigd eigen belang van de verzekeraars zelf!
Natuurlijk is het niet handig van de artsen om te spreken van vrije artsenkeuze. Het maakt de tegenpartijen wel heel makkelijk om de artsen vervolgens weg te zetten als opkomend voor eigen belang. Zo is het ook niet handig van een aantal Eerste Lijns Staatskoepel organisaties om in te stemmen met afschaffing van art 13 Zvw omdat het in eerste periode alleen zou gelden voor de OMS en NVZ: de Tweede lijn en de GGZ.
Maar de allergrootste Olifant in de kamer kan er niet genoeg van krijgen. In 2016 mogen zij zelf uitmaken of zij doorgaan als verzekeraar met winstoogmerk. Tevens mogen zij de 10 miljard opgepotte ziekenfondspremies uit de jaren voor 2006, die eigenlijk terug moesten in de Staatskas, want het waren verplicht afgedragen premiegelden, zelf houden. De terugvaloptie van Hans Hoogervorst is na 2016 niet langer meer mogelijk.
Om te kunnen debatteren is het wel noodzakelijk dat alle partijen beschikken over alle informatie en dat de facto van WOBben of ‘Lakken’ geen sprake kan zijn.
De stukken hoe een volkomen debat te realiseren liggen ter inzage op het kantoor van de griffie van de Tweede Kamer. Vertrouwelijk. Dat spreekt vanzelf.
Dat krijg je als een land van een Republiek wordt omgevormd tot een constitutionele monarchie met parlementaire democratie; getrapt of doortrapt?
In ieder geval krijgt de burger meer te kiezen. Uit 3 soorten polissen kunnen kiezen is immers meer dan uit 2.
De Minister houdt het graag eenvoudig. Het is aan de journalistiek om dat te duiden. Waarom die het laat afweten is een kwestie van gevestigd eigen belang?
ANH Jansen
5 juli 2014 / 16:48Vuijsje illustreert hier het dilemma van de protesterende zorgverlener.
Nog voor het debat begint liggen de meningen al klaar:
– 1.eigenbelang;
– 2.morele superioriteit;
– 3.reddersfantasieen;
– 4.paternalisme;
– 5. wat u doet gaat over de rug van de patiënt.
Het is aan de opponenten vrij makkelijk om te kiezen voor ” tegenargument” 1 tot en met 5, in willekeurige volgorde.
Makkelijk scoren ook.
Nogmaals, ik hoop dat zorgverleners zich bewust zijn van de troeven die zij in handen hebben.
E.Kriek
5 juli 2014 / 20:16