Samen lunchen
“Al dat wantrouwen, al die controlemechanismen”, verzuchtte Marcel Levi op het hoofdpodium tijdens het VvAA-jubileumcongres afgelopen maand, “terwijl meer dan 99 procent van de zorgverleners zijn best doet om goede zorg te verlenen.” Daar heeft Levi vast gelijk in. Maar doet meer dan 99 procent ook zijn best om goed te zorgen voor (toekomstige) collega’s?
Dat vroeg ik me later die dag af bij de subsessies in het Zin in Zorg-café. Het ging er onder meer over de a-functionele hiërarchie die op de nodige ziekenhuisafdelingen nog altijd bestaat en waardoor de werkcultuur – op z’n zachtst gezegd – niet door iedereen als prettig wordt ervaren.
Dat is niks nieuws, maar het blijft pijnlijk verhalen te horen over de angst om de achterwacht te bellen en over afgefakkelde coassistenten. Over collega’s die op hun tellen moeten passen als ze zich uitspreken en over iemand die niet alleen uit de opleiding wordt geknikkerd, maar jaren later nog wordt dwarsgezeten in de zoektocht naar een baan.
Het is niets nieuws, maar het blijft pijnlijk
Meerdere keren dacht ik: waarom? Als je zelf de top van de berg hebt bereikt, is er toch niets mooier dan iemand de hand te reiken die nog aan de beklimming moet beginnen of die halverwege struikelt? Om te boek te staan als benaderbaar en vriendelijk en niet als afstandelijk en hautain? Het lijkt me dat zo’n grondhouding ook bijdraagt aan het eigen werkplezier, maar in elk geval aan dat van de ander.
Dat bleek wel uit het verhaal van een medisch specialist en opleider uit de zaal. Hij was er trots op dat het opleidingsklimaat op zijn afdeling door de arts- en coassistenten als beste was beoordeeld van het hele ziekenhuis. Toen hij dat hoorde, dacht hij dat het ‘teach the teacher’-programma zijn vruchten had afgeworpen. En niet te vergeten de gestructureerde POP-gesprekken en de entree- en exitgesprekken die ze voeren.
Maar wat bleek uit de feedback? Het zat ’m in het gezamenlijk lunchen. In het feit dat de specialisten aan tafel gaan zitten met de arts- en coassistenten en dat ze vertellen over casuïstiek, maar óók over hun fouten en blunders. Wat als 99 procent van de gevestigde orde dát zou doen? Dan is de werkcultuur in het ziekenhuis tijdens het VvAA-jubileum over vijf jaar misschien wel helemaal geen issue meer.