Teun

Een telefoontje van de arts-assistent: “Wil je een jongeman van 18 jaar komen beoordelen op de spoedeisende hulp?”

Zwaar ademend hangt hij half tegen het hek van het ziekenhuis bed aan. Knuffels in zijn bed, zijn lieve moeder aan zijn zijde. Hij begrijpt niet goed wat er aan de hand is. Zijn ontwikkelingsleeftijd past niet bij het volwassen lichaam waar hij in huist. En zo mag ik ineens, als intensivist voor volwassenen, zorgen voor een lieve kleine grote jongen. Hij doet me denken aan mijn kleine lieve mannetjes thuis. 

Al die mensen met witte pakken om hem heen. Normaal gesproken zit hij vol praatjes, vertelt zijn moeder, nu is hij net een dood vogeltje. 

Een paar dagen geleden werd hij ziek. Hoesten, kortademigheid, koorts. Een longontsteking. De antibioticakuur van de huisarts bood geen soelaas. 

“Teun, ik ben Melanie, de dokter, mag ik misschien even naar je kijken en onder je shirt kriebelen?”

Hij laat het gelaten over zich heen komen, veel te gelaten voor zijn doen.

Teun gaat met ons mee naar de Intensive Care waar we hem meer zuurstof kunnen geven en hem beter in de gaten kunnen houden. Ik besluit om het aantal toeters en bellen verder tot een minimum te beperken om hem niet bang te maken of pijn te doen. 

Normaal gesproken zit hij vol praatjes

Ik vraag nog even door bij zijn moeder, op zoek naar eventuele aanwijzingen over de verwekker van een longontsteking. “Is hij met dieren in contact gekomen? In een vakantiehuisje of in een sauna geweest?” 

“Nee”, is het antwoord op deze vragen. “Teun woont met ons op de zorgboerderij, maar hij houdt niet van de dieren. Hij zit liever op zijn iPad.”

Zijn zus ‘Aike’ blijft die nacht bij hem logeren op de Intensive Care-kamer, zodat hij niet alleen is tussen al die vreemde mensen in de vreemde omgeving. 

Als zij later op de avond binnenkomt, beginnen zijn ogen weer een klein beetje te glinsteren en geeft hij haar een luchtkusje. 

De volgende dag een wereld van verschil. Teun zit rechtop in bed vergezeld door zijn hamster-met-sinterklaasmijter-knuffel en op de iPad keihard het liedje “Alle eendjes zwemmen in het water”. Ik mag nog heel eventjes naar zijn hart en longen luisteren, maar niet te lang, want de iPad roept. 

Ik krijg een boks en een luchtkusje net voordat hij van onze afdeling naar de kinderafdeling gaat.  

Met een glimlach van oor tot oor en een heel warm gevoel van binnen zwaai ik hem uit. 

Beterschap lieve Teun, you made my day!

Geschreven met toestemming van betrokkenen.

Delen